Uit de nalatenschap van Hans Warren 104 ~Vétiver

De maand van zijn honderdste geboortedag. Hij had in theorie nog kunnen leven. Maar ook zonder hem wordt het 20 oktober 2021, het eeuwfeest van Hans Warren. Hij raakt steeds verder van mij verwijderd, of misschien is het andersom, tenslotte ben ik degene die andere wegen neem. Niets meer van hem te horen, niets meer van hem te zien, niets meer van hem te voelen, niets meer van hem te ruiken. Of toch? De geur van iets of iemand is voor mij, gezegend of gestraft met een gevoelige neus, zo belangrijk dat die de doorslag kan geven voor afschuw dan wel genegenheid. Hier in de badkamer, op een hoge plank, staan nog twee geurige getuigen van vroeger. Mijn fles en zijn fles, nooit meer gebruikt, maar na al die jaren nog steeds bruikbaar. Ik onthoud mij al jaren van reukwater, zelfs van mijn favoriet, Guerlain Habit Rouge. Warm leder en bos, belooft het bedrijf. Zelf rook en ruik ik vooral schuimpjes, de snoepjes uit mijn jeugd. Hans Warrens voorkeur ging uit naar Guerlain Vétiver. Men verwerkt er de wortels in van een vetiver geheten grassoort. Hij heeft ooit een parfumgedicht geschreven, in opdracht van De Bijenkorf, ‘Op de gang’. Ze vroegen hem voor het ‘verkeerde’ merk, Aramis. Poëzie als parfumerie: ‘Ik sla de ogen neer/ en duizel in de lichte bries van Aramis’. Ik draai zijn fles open, ogen dicht, en onderga de verrukking van Vétiver. Een ‘évocation de premier matin du monde,’ is de door Guerlain beloofde betovering. Ik snuif mij juist terug naar heel oude ochtenden, middagen, avonden. Op 20 oktober 2021 wil ik gehuld worden in onze geschiedenis. Nog één keer gebruik ik parfum. Niet uit mijn fles, maar uit de zijne.

MARIO MOLEGRAAF