Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.
Hij wordt niet vaak genoemd in Hans Warrens dagboek, zijn grootvader Johannes Warren. En als zijn naam valt, is het vooral in verband met het benijdenswaardige huis dat hij bewoonde op Boulevard de Ruyter te Vlissingen. In de tuin van dat huis ontluikte Hans Warrens liefde voor duiven. Maar één document van zijn grootvader heeft hij zijn leven lang bewaard: diens soldatenboekje. Een selfmade man, in de krant kom je zijn naam wél dikwijls tegen. Soms in de familieberichten, bijvoorbeeld als begin 1897 zijn vrouw overlijdt, ‘in den ouderdom van bijna 31 jaren, mij nalatende 7 nog jeugdige kinderen, te jong om hun zwaar verlies te beseffen.’ Een van die jonge kinderen was Hans Warrens vader. Hij laat het niet op zich zitten, het volgende jaar kondigt Johannes Warren in dezelfde krant aan weer te gaan trouwen. Er komen dan nog vele kinderen bij. In de advertentie over de ondertrouw kan de voormalige timmerman zich als ‘aannemer en bouwkundige’ presenteren. In die rol beheerst hij jarenlang het Vlissingse nieuws. Een nieuw politiebureau? Het lelijke gat volbouwen om van de boulevard een parel te maken? Veertig arbeiderswoningen voor scheepswerf De Schelde? Warren regelt het wel, dat laatste voor de som van 108.000 gulden. In een stuk ‘Isolement’, voor het eerst verschenen in een aan hem gewijd nummer van het tijdschrift Maatstaf, vertelt Hans Warren iets meer over zijn grootvader. Dat hij door een val van een steiger invalide werd. Dat hij ‘in de zwartste oorlogstijd in een papieren zak in Amsterdam’ zou zijn begraven. In de oorlog werd het grootste deel van de Vlissingse bevolking geëvacueerd. Ook Johannes Warren moest de stad verlaten. Op 5 mei 1943 stierf zijn tweede vrouw. Zijn persoonskaart, bewaard in het Stadsarchief van Amsterdam, vermeldt dat hij zich daar een paar dagen eerder had gevestigd, Jan van Galenstraat 113 – III, het huis van een dochter en een schoonzoon. Op de persoonskaart staat koel ‘Overleden te Asd op 13 Mei 45’. Een door de schoonzoon ondertekende advertentie spreekt nog van ‘zacht en kalm’. Maar het is alleen door dit soldatenboekje dat we de man letterlijk en figuurlijk in de grijze ogen zien.