De kunsthandel, een wereld vol valse manieren en vol valse mensen. Met natuurlijk grote uitzonderingen, en de grootste uitzondering was Gérard de Smet. Hij was nog nooit in het Rijksmuseum geweest, tot de dag dat hij er een aantal door hem verkochte prenten ging afleveren. Vermoedelijk in zijn opzichtige en volgens Hans Warren zeer ongerieflijke Buick Skylark, niet voorzien van voorstoelen maar van een voorbank. De Smet had zijn geld verdiend met de Tabaksexpress, een groothandel in het tegenwoordig nét niet criminele product. Op latere leeftijd begon hij een grafiekhandel in Middelburg, Sint Jansstraat 66, Galerie Pictura, die ondanks De Smets ogenschijnlijke onnozelheid snel toonaangevend werd en dus aan beroemde museums leverde. De man deed het duidelijk voor zijn plezier, en Hans Warren kocht er voor zijn plezier, vele prachtige etsen bijvoorbeeld van Gerald Brockhurst en van Arthur Briscoe (een van de afbeeldingen, het meisje, is diens uiterst zeldzame ‘At Zeirikzee’, inderdaad zo gespeld). Wij kwamen graag bij meneer en mevrouw ‘Pictura’, zoals we Gérard en zijn Guus noemden, thuis in St. Kruis, Pereweg 8, ook al omdat daar heerlijk werd gegeten en gedronken. En verder was Gérard de Smet leverancier van mijn krielkipjes. Met de sierhoenders die hij fokte, was hij vele malen kampioen. Zó’n kunsthandelaar, je komt er geen tweede tegen. Als ik mijn ogen dicht doe, schuif ik opnieuw heen en weer op de voorbank van de Buick.
MARIO MOLEGRAAF