Het is misschien mijn favoriete Hans Warren-foto. De foto met de ekster op zijn hand. Even komt-ie Geheim dagboek binnengevlogen: Tjakkie, ‘een tamme ekster die ik heb opgekweekt en die me overal achterna vliegt’. In het oorspronkelijke dagboek is er nauwelijks meer aandacht voor Tjakkie, al tobt de schrijver op 4 juli 1948: ‘Thans is het weer al half twee, mijn ekster is weggevlogen in de hoge appelboom van de buren. Daar ben ik triestig om, want ik houd erg veel van dat veren beestje’. Voor en na half twee heeft hij in de uitgebreide aantekening andere zorgen. Jongens natuurlijk, kleine angsten (te veel eten en snoepen, ‘het begint al met het ontbijt, als er aardbeien zijn of yoghurt’) en grote vrees (‘het schijnt dat mijn verdere leven in een oppervlakkig zoeken en wachten zal moeten verlopen’). Hoe het begon met Tjakkie en Hans Warren? Daarvoor moeten we uitwijken naar het natuurdagboek, naar de aantekeningen van 22 en 24 juni 1948. Hij fietst naar Coudorpe ‘om een jonge Ekster op te halen’. Uit het nest kiest hij het ‘grootste en mooiste’ exemplaar. De vorderingen van de vogel, onder meer wat betreft eten en poepen, worden nauwgezet gevolgd: ‘Soms geeft hij zelfs heel vertrouwelijk een kopje’. Hans Warren meldt in zijn natuurdagboek ‘al jaren zin in zo’n beestje’ te hebben gehad. Zijn ‘dierbare vriendje’ wordt na korte tijd doodgeschoten, de verdachte is een ‘postduivenliefhebber’. Maar op de foto zie je voor eeuwig de liefde tussen mens en dier.
MARIO MOLEGRAAF