Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer restaurant Koriander te Drachten.
Uit het dagboek van Hans Warren: 20 nov. [2000] – 10.35 – Gisteren hebben we 780 kilometer gereden. (…) M. wilde eten in Koreander [sic] in Drachten. In lang niet zo’n frisse, verse en verrassende maaltijd gehad. Het was nog billijk ook. We kregen mogelijk de lekkerste fazant ooit, zeker de lekkerste bloedrode jonge houtduif. (…)
Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: Oudemirdumer klif.
In het tijdschrift In weer en wind publiceerde de jonge Warren (die zich hier nog Joh. A.M. Warren noemde) een reiskroniek. Deze aantekeningen uit zijn natuurdagboek stammen uit 1942 en werden in 1946 gepubliceerd. In zijn Geheim Dagboek noteerde hij over dit uitstapje: “27 juli – 12 u – Zaterdagavond thuisgekomen van een elfdaagse zwerftocht naar de noordelijke provincies. Ik voel me apathisch, opgejaagd, kom nergens toe.” (GD 1942 – 1944, p. 33).
21
juli [1942]. (…) Over Sondel en Nije Mirdum reden we naar Oude
Mirdum, waar we plotseling in een heel ander landschap arriveerden: de
lage weiden hadden plaats gemaakt voor heuvelig, zandig terrein, het
golvende land van Gaasterland, met zijn roggeakkers, eiken en
grasklokjes. Natuurlijk bezochten we de Oude Mirdummerklif, een steile
rosgele zandkant, vol aardige zwerfstenen aan de voet, waarvoor zich
velden met kruis- en zeedistel en gedoornd stalkruid uitstrekten, de
zeedistels het meest naar de waterkant toe. Daarop volgde een moerassige
strook, vervolgens een paalschoeiïng en daarachter het IJsselmeer met
zeilschepen en heel ver weg, als je boven op de hoogte stond, de kust
van het uitstekende gedeelte van Noord-Holland flauw zichtbaar.We
bekeken geïnteresseerd de prachtige glanzende zwerfstenensoorten, de
bonte bloemenpracht en vermeerderden onze zeer geringe kennis van de
Friese taal door conversatie met een heel gezelschap vrolijke
Friezinnetjes, die een uitstapje van Leeuwarden naar de klif hadden
gemaakt.Er waren weinig vogels, slechts wat grote
sterns visten boven het water, hun krachtige roep “tierra, tierrie”
weerklonk telkens. (…)
Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: Jan Engelman.
Johannes (“Jan”) Aloysius Antonius Engelman
(Utrecht, 7 juni 1900 – Amsterdam, 20 maart 1972) was dichter, criticus en
vertaler. Engelman werd op 23 maart bijgezet op de R.K. begraafplaats aan de
Amstelveenseweg in Buitenveldert in het graf van partner Joanna Diepenbrock (10
augustus 1905 – 7 juni (!) 1966) en haar ouders, componist Dr. Alphons
Diepenbrock (1862 – 1921) en jonkvrouw Wilhelmina Elisabeth Petronella Cornelia
Diepenbrock de Jong van Beek en Donk (1860 – 1939).
Cf. Hans Heesen, Harry Jansen
en Ed Schilders (1997), Waar ligt Poot? Over de dood en de laatste rustplaats
van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. De Prom, Baarn en Wikipedia.
Geheim Dagboek 11 sep. [1945] – In een bezopen bui aan
Engelman gedichten ingezonden voor De Harp maar… met zo’n insolente en
aanstellerige brief er bij dat ik me nu werkelijk dóodschaam; helaas heb ik
alles gepost, er is geen redden meer aan. Ik kan enkel vurig hopen dat Engelman
zo’n weerzin voelt dat hij het geheel, brief en verzen, in het vuur smijt en
alles snel vergeet.
31 jan. [1956] – 20 uur. – Of Jan Engelman als dichter
bekend zal blijven betwijfel ik. Daarvoor is het grootste deel van zijn werk te
zwak, te gekunsteld, opgeschroefd. Maar als curiositeit zal het gedicht Vera
Janacopoulos waarschijnlijk de tijd trotseren. Vera Janacopoulos, geen
Griekse maar een Braziliaanse zangeres, is gestorven. Ik vraag me af hoe
Engelman tot zijn cantilene kwam. Hoorde hij haar zingen, bezocht hij een van
haar optredens?
Zeventig zou hij zijn
geworden, op 14 december jongstleden, Boudewijn Büch. Wie heeft er op die dag
aan hem gedacht? Ik wel, en ik denk bijna iedere dag nog even aan hem. Laatst
liep ik door Dordrecht en ineens hoorde ik een stem: ‘Mario! Mario!’ Een man op
een racefiets, na al die jaren niets veranderd, Klaas Koppe, fotograaf, een
tijdlang zonder meer dé fotograaf van literair Nederland. En een misschien wat stille,
maar ongelooflijk trouwe vriend en metgezel van Boudewijn. Klaas was er ook
altijd bij als Boudewijn langskwam op het Pijkeswegje. Hij zorgde voor veilig
vervoer en voor een beetje wijze relativering. Even was het daar op die straat
in Dordrecht of oude tijden herleefden, of BB en HW weer leefden. Op een van de
foto’s, gemaakt door Menno Voskuil, ziet u mij in actie bij het graf van
Boudewijn Büch. Ik leg een rode roos op zijn monumentje. Begraafplaats
Westerveld, in Driehuis, niet ver van IJmuiden. Het was een heel gezoek naar
graf nummer KL011000. Tot we een behulpzame medewerker aanspraken. Het nummer
zei hem niets, maar de naam: ‘O, Boudewijn Büch. Boudewijn Büch! Ze komen hier
allemaal voor Boudewijn Büch.’ Gelukkig toch niet vergeten.
Op 19 december 2001 overleed Hans Warren. Speciaal voor deze dag heeft Mario Molegraaf uit de nalatenschap een ongepubliceerd gedicht geselecteerd:
HANS WARREN ~ TREKVOGEL
Vogel over het slik, fluitende klacht
Uit verder land dan deze warme wolken
Fluitende vogel uit die noordse nacht
Langs al uw roepen in het verre wil ik volgen.
De stroom ligt nu zo grijs, de aarde leeg
Er is geen houvast in de mist. Moet ik nog blijven?
Uit mijn vermoeidheid gaat mijn heimwee mee
Ik zal mijn bladen in de trage regen schrijven.
(22 augustus 1944)
Niet alleen onze website staat stil bij het overlijden van Hans Warren, ook Neerlandistiek.nl brengt een hommage door op 17, 18 en 19 december een gedicht van Hans Warren te publiceren.