Gisteren werd Warrens GD 1996-1998 besproken in NRC. Janet Luis behandelt Warrens dagboek in één bespreking samen met het laatst verschenen deel uit de dagboeken van Frida Vogels. Ze vermoedt dat de schrijvers geen liefhebbers van elkaars dagboek (zouden) zijn. Zij zou zich mogelijk storen aan zijn expliciete manier van formuleren, zoals hij zich wellicht had geërgerd aan haar besmuiktheid.
Toch ziet Luis ook wel overeenkomsten tussen beide auteurs, vooral in hun neiging tot ontluistering. Bij Warren uit zich dat vooral in het lichamelijke, bij Vogels in het geestelijke.
Luis besluit: Onthecht, weerbarstig, vitaal. Dat zijn zo wat indrukken die Vogels en Warren, ieder op hun manier, als dagboekschrijvers achterlaten – hoe ziek, zwak of misselijk ze ogenschijnlijk ook door het leven gingen.