Twee maanden na de verschijning van GD 1996-1998 verscheen afgelopen week toch nog een bespreking in de boekenbijlage Cicero van De Volkskrant. Ed Schilders vindt het nieuwe dagboekdeel weinig verrassend. De inhoud is voorspelbaar; zo is er het zich steeds herhalende patroon van ‘de uitstapjes’ van Warren en Molegraaf.
Maar Schilders vindt ‘voorspelbaarheid’ voor een dagboek helemaal geen negatieve kwalificatie:
Veel herhaling dus, met een zekere mate van voorspelbaarheid als gevolg. Toch is dat niet méér van hetzelfde in de negatieve betekenis, wel in de zin dat het leven per definitie volgens vaste patronen geleefd wordt. ‘Consequent geleefd’, zou Warren zeggen. Je kunt dat saai vinden, maar ook een feest van vertrouwdheid. Het is de kracht en tegelijk het noodlot van elke gedetailleerde autobiografie in welke vorm dan ook. (…)
Opzienbarend kan het twintigste deel van een dagboek onmogelijk zijn, wel een waardig vervolg. Warren figureert als vanouds in de vele gedaanten waarmee de vaste volgers van zijn leven vertrouwd zijn geraakt. De natuurliefhebber met een hang naar afzondering. De gourmand, de verzamelaar en kenner van etnografica. Een estheet, aandoenlijk negatief over zijn literaire verdiensten: ‘Ik weet dat ik in de Nederlandse literatuur nauwelijks meetel.’ Altijd onzeker over zijn relatie met Molegraaf. En soms de sluwe Warren, die zelf voorstelt een uitstapje te maken. Maar alleen om een nog groter gevaar af te wenden: ‘De dreiging van minstens twee weken Griekenland in oktober.’