In het deze week verschenen Een andere Boudewijn Büch wijdt Harry G.M. Prick een korte passage aan Hans Warren. Prick schrijft over het verjaardagsfeestvan Gerrit Komrij in 1983 het volgende:
Achteraf bleek ik ook nog de pech te hebben die middag, zij het gelukkig nietveel langer dan een uur, met Hans Warren in gesprek te raken. In zijn, in de loop van 2000verschenen, Geheim dagboek 1982-1983, p.96, bleek hij daarin te hebben vastgelegd: ‘Toen we [Warren en diens compaan Mario Molegraaf – HP] aankwamen, was Harry Prick al aardigdronken: een onderhoudend causeur en goed imitator van Johan Polak.’ Nu wilde het geval datik niet meer dan twee glazen wijn had gedronken, precies genoeg om te kunnen overkomen als een onderhoudendcauseur. De toestand van dronkenschap laat zich moeilijk combineren met het voeren vaneen onderhoudende conversatie! Vanaf zekere datum in 2000 ben ik dan ook die ‘geheim dagboeken’van Hans Warren gaan wantrouwen als, in een aantal aantoonbare gevallen, ontvloeid aan de penvan een jokkebrok à la Boudewijn Büch.
Prick trekt hier een nogal vergaande conclusie, zonder de ‘aantoonbare gevallen’ toe te lichten. De kwestie zelf beteft niet meer dan een verschil van mening over het gebruik van het woord dronken.Wellicht zijn Pricks opmerkingen ingegevendoor jaloezie. Immers, zijn eigen vriendschap met Büch was al bekoeld terwijl deze in die tijdtoenadering zocht tot een andere oudere ‘mentor’, Warren. Pricks lange tenen reiken 25 jaar na dato nog behoorlijk ver.