Huize ´Welgelegen´ te Schuddebeurs bij Zierikzee

Op zijn hervatte zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer Huize ´Welgelegen´ te Schuddebeurs bij Zierikzee.

Vijfenzeventig jaar geleden logeerde de toen 20-jarige Hans Warren vijf dagen op Schouwen-Duiveland bij Johannes Vijverberg en zijn gezin. Vijverberg (1880-1965) was hoofdonderwijzer aan de Openbare Lagere School te Noordgouwe, ornitholoog, schrijver en fotografiepionier en woonde vanaf zijn pensioen in augustus 1940 in ´Welgelegen´ te Schuddebeurs. Terug in Borssele noteert Warren op 1 juni 1942 in zijn dagboek:

¨Terug uit Schouwen, van de familie Vijverberg, van wie ik in de vijf dagen dat ik er was zoveel ben gaan houden dat ik al een kwartier heftig heb zitten snikken, uit heimwee naar het rustige ´Welgelegen´ op Schuddebeurs, de vriendelijke, zachte stemmen van de heer en mevrouw Vijverberg, de plagerijen van Anna, naar het hondje Noukje.
Wat is het hier thuis akelig, ik voel me vervreemd; vader en moeder met hun sympathieën aan de kant van de vijand. Ik wist niet dat een politiek meningsverschil een gezin zo vijandig splitsen kon, maar ik moet zwijgen, ik ben afhankelijk en zwak. Hoe kunnen mijn ouders zo verblind en oerdom zijn, maar wat ik ook beweer, ze willen het niet geloven. Ik haat hen en ik schaam me voor hen en ik voel me ziek van verlangen naar de Vijverbergjes.¨

En een jaar later op 14 juni 1943:

¨- Tweede Pinksterdag. – Na al het landwerk wilde ik er wel eens even uit, ik ben een dag naar Schouwen gegaan, naar de Vijverbergs. In de vijver naast het huis van Vijverberg kwam een jonge kwak vissen. (…) Nog even op An V.´s verjaardag geklonken en om kwart voor vier weer op de boot gestapt in Zierikzee.¨

Uit de nalatenschap van Hans Warren – 56: Leeuw Lente

Volop herfst, dus tijd om eens te kijken naar Leeuw lente, ongetwijfeld de luidruchtigste dichtbundel uit het oeuvre van Hans Warren, misschien wel uit de complete Nederlandse literatuur. En na het verschijnen van het boekje, zomer 1954, was het tumult niet afgelopen. Een jaar of vijftien later, toen hij voor het eerst zijn ‘verzamelde gedichten’ samenstelde, deed hij een nieuwe poging de leeuw te temmen. Hij had de gedichten in het voorjaar en de zomer van 1953 geschreven, vermeldt het colofon. Een woelige tijd in zijn bestaan. Hij was een man van de straat, de Parijse straat, en zijn poëzie is van de straat. Alles is anders aan Leeuw lente, en daarvan was hij zich maar al te bewust:

Wat ik nu tot nu toe leefde liefhad schreef
was voorspel. Sonnetten old-finish
sonnetten biedermeyer, schim van Poot,
verzen als ingeregen vrouwen met
hectische blossen van cavalier Watteau.
 
‘Met deze vitale, mousserende poëzie plaatst hij zich in de onmiddellijke nabijheid van de “experimentelen”,’ wist de schrijver van de flaptekst. Die dikwijls werd nagepraat, des te meer omdat de Keizer van de Vijftigers zijn zegen aan de zaak leek te hebben gegeven. ‘Ontwerp omslag van Lucebert,’ lezen we in het binnenwerk. Hans Warren geeft zijn echtgenote op de dag van verschijnen een exemplaar, ‘zogezegd “ons” exemplaar’, waarbij hij het zijne en zij het hare zal hebben gedacht. Hij gebruikt een ander exemplaar voor een actie revisie. De opzet van de bundel, met twee reeksen, ‘Leeuw lente’ en ‘Een moors fregat’, blijft intact. Maar zelfs aan de gedrukte opdrachten wordt gesleuteld. Bij de eerste reeks stond ‘aan Mouloudji’, te weten de zanger en acteur Marcel Mouloudji (1922-1994), die zijn straatnaam in Parijs heeft. Bij reeks twee stond ‘aan M. Iamarène’. Door beide vermeldingen gaat een streep. Mouloudji krijgt er niets voor terug, de ander wel, voortaan is heel de bundel ‘aan Mohamed Iamarène’ opgedragen. Al te geëxalteerd bevonden regels verdwijnen, bijvoorbeeld: ‘ik vlinder en jij rots van vuur en water/ ik vogel en jij boom van licht en duisternis.’ Maar Leeuw lente blijft bulderen en schuimen. En regel één blijft staan. In zijn correcties maakt Hans Warren nog eens duidelijk waarnaar hij uithaalde: ‘1e 4 bundels’ staat droogjes in de marge. Waarmee zijn eigen bundels zijn bedoeld, zijn complete oeuvre tot dan toe, Pastorale, In memoriam dr. Jac. P. Thijsse, Eiland in de stroom en Vijf in je oog. Hij laat ze wegwaaien in de heftige herfststorm die Leeuw lente heet.

Mario Molegraaf

 

N.B.: Op 25 juni jl. overleed Helen Mary Ferguson, de voormalige echtgenote van Hans Warren. Zij is 88 jaar oud geworden.

Uit de nalatenschap van Hans Warren – 55: Ellewoutsdijk

Niets is er voor wie niets vermoedt. Ellewoutsdijk, een dorpje ver weg op Zuid-Beveland. Hier en daar is er opvallend fraai hekwerk. En hé, wat een weelderige tuinornamenten. Kijk toch eens, dat beeld! Schamele sporen van een paleis dat ooit het dorp domineerde, tot het bij oorlogshandelingen in oktober 1944 werd verwoest. Een fascinerend gebouw met een fascinerende geschiedenis. Daarom zie ik erg uit naar Anna van Suchtelens boek Versailles aan de Schelde, in de najaarsaanbieding van Uitgeverij Cossee aangekondigd met gepast ronkende termen als: ‘Het ongelooflijke verhaal van een verdwenen paleis in de Zeeuwse klei.’

Hans Warren geloofde het wel degelijk, hij heeft het paleis in Moorse stijl, bezit van de familie Van Hattum, een paar kilometer van Borssele gelegen, met eigen ogen gezien. In zijn oeuvre vind je er hier en daar herinneringen aan. Twee gedichten bijvoorbeeld, allebei voorzien van de vermelding ‘Park Ellewoutsdijk’, een ‘Afscheid van de winter’ en ‘Flora’. Zo staan ze tenminste in zijn verzamelde gedichten, keurig achter elkaar, gepresenteerd als onderdeel van de bundel Eiland in de stroom. Maar zoals vaker bij Hans Warrens poëzie is dat niet het hele verhaal.

Wanneer je teruggaat naar Eiland in de stroom, het in 1951 verschenen boekje, vind je géén ‘Afscheid van de winter’ en bij ‘Flora’ ontbreekt de plaatsaanduiding. Allemaal het gevolg van de operatie Poets & Ruim die de dichter op de helft van zijn leven uitvoerde. Na een lang zwijgen kwam hij in 1966 met een paar nieuwe gedichten en een heel strenge keuze uit ouder werk, onder de noemer Een roos van Jericho, naar de woestijnplant die bij droogte lijkt te verdwijnen om bij bevochtiging weer te verschijnen. Net als Hans Warren, want die boog zich toch weer over zijn vroege poëzie. De resultaten van de herzieningsarbeid vinden we in de Verzamelde gedichten 1941-1971. Weg de bedeesde roos van Jericho, op het omslag poseert de dichter in rood shirt voor een rijtje Perzische berenklauwen, de agressieve exotische plant. In een exemplaar van Eiland in de stroom zien we hem herzien. Hier gaat een kruis door een gedicht (dit is een ‘stinker’ noteert hij), daar schrijft hij er iets bij, bijvoorbeeld ‘Park Ellewoutsdijk’. Hans Warren is ook de maker van drie foto’s, zie hierbij, met twee maal het Flora-beeld uit het gedicht, later nóg eens licht aangepast: ‘Haar bloemen trillen/ en nooit vlaagt er een lente langs de zee/ die dit onduldbaar hunkeren kan stillen,/ en ook zij buigt haar hoofd, bijna gedwee,/ het trotse, koele hoofd dat ik zou willen/ liefkozen om te vragen naar die zee.’ Ik ben benieuwd naar de inzichten van Anna van Suchtelen over het beeld, het park, het paleis, misschien toch eerder een Oosterse droom dan een Versailles aan de Schelde.