Martin van der Kamp zwerft langs plekken die in het leven en werk van Warren van belang zijn. In deze aflevering bezocht hij kasteel Oud Poelgeest.
(1948) 11 aug – 18.20 – De werklust komt terug, en dat maakt me gelukkig. Het weekend 6-9 aug. in Leiden heeft me gestimuleerd. Natuurlijk had ik zelf al lang in de gaten dat ik in dit dorp geestelijk aan het verzanden was. Maar dat Jan Vermeulen me dat nog eens extra deed voelen, gaf me een striem: het was nodig. Ik was ‘achter geraakt’, ik had me afgesneden van de cultuur, van de levende onderwerpen van het heden, was stationair geworden, een houding die ik bij anderen vrees en gisp. (…) Nu werk ik hard. Ik heb mijn eerste roman herschreven, hij heet nu voorlopig Om het behoud der eenzaamheid. Ik lees weer veel. (…) Wanneer vertel ik van de middag, avond en nacht pratend doorgebracht met Sibylle en Jan. De tocht naar Poelgeest ’s avonds. (Geheim dagboek 1945 – 1948, p. 192 -194)
(1975) 1 jan. – 22.30 – Zojuist Steen der hulpvoltooid, morgen stuur ik het naar Bert Bakker. Als prozaïst ben ik debutant en ik voel het ook zo. Onzekerder dan bij poëzie. (…) Enkele details betreffende de vriendschap tussen Ernst en Camiel in het verhaal gaan terug op wat Jan Vermeulen me ooit vertelde over zijn band met een Duitse dichter, Hartwig Runold. Hij ontmoette deze soldaat heimelijk op de buitenplaats ‘Oud Poelgeest’ nabij Oegstgeest. (…) (Geheim dagboek, 1973 -1975, p. 139)