In HP/De Tijd van deze week bespreekt Max Pam Een vriend voor de schemering.Pam stelt dat het geen toeval kan zijn dat Warrens werkelijke romandebuut pas nazijn dood verschijnt: Warren was geen ‘verzinner’ maar een dagboekschrijver. Wat in deze romanstaat, staat in zekere zin ook in de dagboeken, en daarin staat het beter. Toch heeft Pam het boek ‘geboeid’ gelezen en heeft hij na dit werk geen bezwaar tegen meer postuum werkvan Warren. Het verhaal is misschien sentimenteel, maar Warrens stijl houdt het boek overeind. Bovendien bevat het boek, aldus Pam, ‘een paar zeer ontroerende passages’, al gaat de verdrinkingsscène’over the top’. Het grootste deel van Pams stuk is gewijd aan het fenomeen van postume publicatiesen de rol van de erfgenaam. Hij besluit aldus:
(…) de lezer moet wel beseffen dat Warren in zijn tachtigjarige bestaan genoeg tijd heeftgehad om te publiceren wat hij wilde. Dat zijn toegewijde erfgenaam Mario Molegraaf dattachtigjarige leven wil verlengen, is begrijpelijk, maar er zal een moment aanbrekendat je denkt: zo is het wel genoeg. De dode is dood, hij moet het nu verder op eigen kracht doen.