Door Robert van Vaals Ik schrok van hem, Mario Molegraaf, de weduwnaar van dichter Hans Warren, toen ik hem onverwacht op de beeldschermen boven de katheder zag opduiken, tijdens de ‘Nacht Van De Poëzie’, afgelopen zaterdag – maar zijn optreden viel alleszins mee.De gedichten van Hans Warren, die Mario Molegraaf voordroeg, logen er in ieder geval niet om en dat vergoedde veel, om niet te zeggen alles; na de nietsverhullende opener Natuurlijk (‘Verzamelde Gedichten’, Hans Warrren, 1981, pagina 570) volgde méér en alleen maar homo-erotisch werk, door Mario Molegraaf, met zijn bij zijn uiterlijk detonerende stemgeluid, adequaat voorgelezen. Wat me erg opviel: deze gesproken poëzie van Hans Warren (een unicum, want Hans Warren zelf verscheen nooit op de nacht), deze gesproken poëzie was van een ongekende frisheid en vitaliteit – bovendien: humoristisch en spits, deze poëzie lééfde! Dát was de winst van de ‘Nacht Van De Poëzie’, de nacht waarin meer dode dichters voorgedragen werden (behalve Hans Warren door Mario Molegraaf was er poëzie van Lucebert, voorgelezen door Remco Campert en poëzie van Willem Elsschot, voorgedragen door zijn jongste dochter Ida de Ridder, 85 jaar oud) – de doden bleken levend deze nacht, springlevend; en, een andere ontdekking: goede poëzie kan niet dood, nooit. Mario Molegraaf, uit naam van wijlen Hans Warren, bewees het met verve.