Niek Oele vond in de bundel Verloop van stilte van Lou Vleugelhof (Amsterdam, De Beuk, 1999) een gedicht dat opgedragen is aan Hans Warren. Overigens is Vleugelhof zelf ook een Zeeuw, geboren in het dorpje Ovezande.
Borssele en de dichter
aan H.W. Aan het geduldige dijklichaamliggen de hoeven te slapenen waakt het dorp op torenhoogte.Wonend aan de zeedijkfloot hij de schorren vol vogelsop de tureluut van zijn mondfluit.Hij deed in kwatrijnen, terzettenvogelrijmsoorten en klinkklaresonnetten, gerijmde en ongerijmde,in meisjes met etruskische borsten,jongens met tellurische benen,in korenvelden en aardappelloof.In een veelbeslapen dagboek hield hijheimelijk bij de kaars van zijn aandachtde stand van zijn dichtersziel bij.Voor de dorpelingen de dorpsomroeper,de laatste dwarsliggende dorpsgekdie wanhopig de noodklok luidde.Niek Oele vraagt zich af of er meer dichters zijn die gedichten hebben opgedragen aan Warren. Zelf kennen wij een sonnet van
Jan Kal en het gedicht dat
Ria Zifkamp schreef voor Warrens begrafenis. Voor
Hans Warren 75, een feestbundel uit 1996, heeft
Boudewijn Büch twee vogelgedichten aan Warren opgedragen. In
Geheim Dagboek 1971-1972 citeert Warren het gedicht
Aanspoelsel van
Maurits Mok, waarin hij in één adem wordt genoemd met
J.C. van Schagen.