De dichter sprak
De dichter sprak, beklijft zijn woord
dan zijn jouw ogen voor een tijd
gewijd tot mooie ogen, heeft je mond
de lippen waarvan generaties dromen.
Jij warmt je arm hart er niet aan.
Je gaat verloren. Ook voor hem. De dichter sterft
vereenzaamd. Wat was zijn liefde dan geloof,
zijn vers dan bidden, wat was jij dan god.
Hans Warren, Verzamelde Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002)