Categoriearchief: Uit de nalatenschap

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 20: leren leven

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Hannah Warren, de dochter van, koestert zo’n haat jegens haar vader dat ze zelfs zijn taal niet wil bezigen. Haar website houdt ze dan ook in het Engels bij. In voortreffelijk Engels, dat moet gezegd. Helaas maakt die vorm de inhoud niet minder naar. ‘My father disgraced our family,’ lastert ze. En ze heeft het over een ‘fatal mistake my father made’. Uitlatingen die om uitleg vragen, maar die verstrekt ze niet. Daarentegen meldt ze weer heel stellig dat door toedoen van haar vader ‘my family and I were exposed to a on-going charade of shame & mortification’. Het bewijst allemaal weer eens dat verbittering, wraak, rancune niet de meest verstandige en waardige gedachten opleveren. Ze kondigt aan ‘my side of the story’ te willen opschrijven. Hoe zou het toch komen dat ik daarnaar níet nieuwsgierig ben? Terwijl het onderwerp me fascineert: Hans Warren als familieman. Zó heb ik hem nooit gekend. Toen ik in zijn leven verscheen, was het een voorbij hoofdstuk. Er zijn talloze foto’s van het vijfkoppige gezin. Hans Warren zelf staat er zelden op, waarschijnlijk omdat hij optrad als gezinsfotograaf. De foto’s die hem wél als vader tonen, vervullen me met verbazing en ontroering. Een vader die zo kijkt als de vader op de foto’s, een vader die zijn kindje zo vasthoudt als deze vader, hoe kan dat ooit een foute vader zijn? Op 8 mei 1958, twee dagen na de geboorte van zijn derde en laatste kind, schreef hij een gedicht ‘Leren leven’. Hij gebruikte de achterkant van een vel van vogelhandel ‘De Edelzanger’ waar hij vaste klant was. Hij vouwde het blad dubbel en schreef op één kant een kladversie, op de andere kant een netversie. In het gedrukte dagboek (niet in het oorspronkelijke cahier) vinden we nóg een versie, een achteraf-gezien variant. Dáárin beweert hij: ‘Het lijkt op het compromis/ dat gevreesd werd in de jeugd’ en ‘We verlaten het gedicht geredelijk/ voor een kleine nood van de naaste/ en noemen dat winst’. Maar indertijd schreef hij zonder cynisme: ‘Hoe ver is dit van het compromis’ en ‘We verlaten het gedicht geredelijk/ voor een kleine nood van de naaste,/ het is alles winst’. O ja, er vallen in Geheim dagboek soms harde woorden over Hannah, daarin tot Beryl omgedoopt. Maar dit gedicht en de foto’s getuigen: hij heeft wel degelijk zijn best gedaan, als echtgenoot, als vader, ook als vader van Hannah, die onlogisch genoeg besloot wél met zijn achternaam door het leven te gaan.

Mario Molegraaf


Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 19: controleur vogelwet

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

In het najaar van 1943 was Hans Warren een paar dagen ‘grote stadsmens’, zoals hij het in zijn dagboek noemt. De grote stad in kwestie was Den Haag. De grootstedelijke activiteiten waren bezoeken aan ‘film, concert, wajang-gamelan-voorstelling, kroegcabaret etc. etc.’ Het leidde tot een paar gedichten die hij nooit publiceerde. Gedichten als ‘Lady-crooner’ en ‘Indië in Holland’ over de wajang-gamelan-voorstelling. De reden voor het verblijf in Den Haag was dat hij examen kwam afleggen om Controleur-Vogelwet 1936 te worden. Hij slaagde, maar van de opsporingsbevoegdheid die hij daardoor kreeg, heeft hij in de praktijk nooit gebruik gemaakt. In het archief Oudheidkunde en Natuurbescherming van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd in 2009 het dossier controleur Vogelwet van Hans Warren aangetroffen. ‘Gezien de betekenis die Hans Warren heeft gehad,’ zo vermeldt een ambtelijk schrijven, ‘is besloten het dossier over hem voorlopig van vernietiging uit te zonderen’. In plaats daarvan droeg men de stukken over aan de Zeeuwse Bibliotheek, omdat men daar al zoveel over Hans Warren bezat. Het is een interessant geheel, met onder meer een ongeldig gemaakte acte en het proces-verbaal van de beëdiging. Op 25 november 1943 heeft hij de eed afgelegd ‘door onder het opsteken van de twee voorste vingers van de rechterhand te zeggen Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!’ Ook Hans Warrens examenwerk bevindt zich in het dossier. Met bijvoorbeeld een proeve van een proces-verbaal vanwege een overtreding door ‘de mij bekende Krelis Eierdief’. Toch dacht Hans Warren in de grote stad minder aan vogels dan aan andere dingen. Een van de voorstellingen wakkert zijn dromen aan:

Onder de klopgang van de gamelan
Buigt zich het lichaam lenig en betoverd
De kleine ranke danser van m’bok m’ban.

Mario Molegraaf

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 18: geboorte

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Het begin was op donderdag 20 oktober 1921. Het was een droge, maar bewolkte dag. Bijna achttien graden, drie graden warmer dan normaal. De wind waaide, zoals zo vaak in Zeeland, vanuit het zuidwesten, kracht drie. Om halfvier ’s middags was het hoogwater aan de Zeedijk bij Borssele. Acht uur later werd hij geboren, ‘des na middags ten half twaalf ure,’ zoals de geboorteakte vermeldt. De akte werd opgemaakt op vrijdag 21 oktober toen vader Pieter Warren aangifte kwam doen van de geboorte van zijn eerste en enige kind, ‘aan welk kind worden gegeven de voornamen van: Johannes Adrianus Menne’. Vermoedelijk werd Hans Warren op dezelfde dag ingeschreven in het trouwboekje van zijn ouders. Tussen de bladzijden ligt sinds heel lang, wie weet al vanaf 1921, een hoopgevend klavertje vier. Weer een dag later, zaterdag 22 oktober, verscheen Hans Warrens naam voor het eerst in de krant, de geboorteadvertentie. De boreling werd vernoemd naar zijn grootouders, net als ikzelf, Martinus Johannes Molegraaf, naar Martinus Molegraaf en Johannes Erkelens. De laatste verbasterde mijn roepnaam Mario consequent tot Marjo, alsof het een afkorting was waarin zijn aandeel niet verloren mocht gaan. Er is een album vol vervaagde foto’s uit Hans Warrens vroegste kindertijd, met vader, moeder, oma’s, opa Johannes Warren en opa Adrianus Menne Mennes. Niet minder ontroerend dan dat klavertje vier dat zich al bijna een eeuw handhaaft. In kerken wees Hans Warren altijd beelden aan van St. Anna te Drieën, een voorstelling met Anna (volgens de legende de moeder van Maria), Maria en haar kindje Jezus. Mijn favoriete foto uit het album, te vaag om te reproduceren, is een variant op die voorstelling. Daar zijn de kleine Hans, zijn moeder en háár moeder, grootmoeder Mennes-de Blok. Aan de Zeedijk bij Borssele, waar het allemaal begon.

Mario Molegraaf

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 17: boflichting

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.



Volgens Google en Van Dale bestaat het woord niet, het woord ‘boflichting’. Toch was Hans Warren van een ‘boflichting’, lichting 1941. Op 5 oktober 1939 moet hij zich op de gemeentesecretarie van Borssele laten inschrijven voor de militaire dienst. Op 2 februari 1940 wordt hij goedgekeurd. Maar toen het jaar daarna zijn lichting aan de beurt kwam, was er geen Nederlands leger meer. Als je een beetje boosaardig bent, zou je Hans Warrens bestaan in de oorlogsjaren één grote vakantie kunnen noemen. Ondanks zijn isolement kon hij de wereld en zijn plaats daarin verkennen. Een groot deel van de tijd deed hij wat hij wilde, de natuur verkennen, de kunst bestuderen, zich inspannen en zich vervelen, van de liefde dromen en genieten, en vooral schrijven. Een paar maal wordt dit mooie leventje bedreigd. Hij ontsnapt bijvoorbeeld maar net aan de Arbeitseinsatz. Hij had het formulier naar waarheid ingevuld, het adres Zeedijk 36, het telefoonnummer 292, en aangegeven in opleiding te zijn: ‘M.O. Nederlands (journalist)’. ‘Maar kunt u er nu toch niets anders op zetten! Zo bent u onherroepelijk de sigaar,’ reageerde de meneer die het papier in ontvangst nam en meteen weer teruggaf. De kunstgreep om op zijn persoonsbewijs ‘studeerend’ in ‘landbouwersknecht’ te veranderen, had uiteindelijk geen effect. De post brengt steeds dreigender berichten. In een aangetekend schrijven van het Gewestelijk Arbeidsbureau wordt hij opgeroepen voor een geneeskundig onderzoek. Hij wordt ondanks een briefje van de dokter ‘geheel goedgekeurd voor alles’. Meteen krijgt hij te horen dat zijn ‘vertrek naar Duitschland is bepaald op: 8.7.43 Donderdag a.s. om 14.21 uur’. Voor onderweg dient hij ‘voor ongeveer twee dagen brood mede te nemen’. Verder moeten ‘kleerhanger, hangslot, eetgerei en indien voorradig laken en kussensloop’ mee. Maar Hans Warren, die artsen anders altijd meed, bezoekt op 3 juli 1943 een specialist. Op grond van diens verklaring wordt hij alsnog afgekeurd. ‘Maar ik doe niet gek,’ beweert hij op 9 juli in zijn dagboek. Desondanks schrijft hij een jubelend gedicht ‘Extase’. Hij is niet helemaal van de Duitsers af, samen met 15.705 andere Zeeuwen wordt hij voorjaar 1944 tewerkgesteld. Werken voor de weermacht schreef hij boven de dagboekaantekening van 25 april: ‘Zover is het dan gekomen.’ Er moeten kuilen worden gegraven, duizenden bomen worden omgezaagd, tot ergernis van Hans Warren: ‘Heel ’t natuurschoon gaat eraan’. Vervolgens moeten de stammen in de kuilen worden gezet, om luchtlandingen te voorkomen. In midden-Zeeland was de coördinerend officier kolonel Ocker, vandaar de term Ocker-Aktion. Vaker werden de palen aangeduid als Rommel-asperges. Op 18 en 19 april 1944 was Generalfeldmarschall Rommel in Zeeland komen kijken, hij gaf bevel tot ‘die gründliche Verpfählung des Raumes zwischen Landfront und Seefront’. Bij het werk krijgt Hans Warren een ongeluk. Hij vreest dat zijn linkerbeen verbrijzeld is, maar de verwonding valt mee. Men laat hem lang met rust. Maar op 10 juli 1944 krijgt hij een briefje in de hand gestopt. ‘Ocker-Aktion’ staat erboven. ‘Op last van de Duitsche Weermacht’ laat ‘de boerenleider’ hem weten dat hij naar ‘de Ortskrankenstube te Goes’ moet voor een medisch onderzoek. Als hij geschikt wordt bevonden, moet hij weer aan het werk. Zo gebeurt het ook. Intussen zijn de geallieerden in Normandië geland. In zijn euforie daarover schrijft hij zich niet meer te zullen verzetten als hij ‘in ons Nederlandse leger moet’. Zover komt het nooit. Bij Koninklijk Besluit van 23 mei 1953 worden de lichtingen 1941, 1942 en 1943 ‘buitengewoon dienstplichtig’ verklaard. Waarmee zoals dat in Nederland ging en gaat de discussie niet was gesloten. In een krantenbericht van een jaar later valt dat hatelijke maar fraaie woord, het woord ‘boflichting’.

Mario Molegraaf

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 16: Ida Gerhardt

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Meer dan een halve eeuw heeft Hans Warren het werk van Ida Gerhardt gevolgd, maar er is slechts één ontmoeting geweest. We hadden nog geen auto, dus namen we op 12 februari 1983 de trein van Goes naar Zutphen. Het was carnaval, een luidruchtige optocht trok door de stad, maar in de boekhandel van Ad ten Bosch heerste een gewijde stilte. Zo herinner ik me de middag tenminste, de middag dat Ida Gerhardt haar nieuwe bundel signeerde, met nadien een koud buffet. Anderen verdiepen zich in de betrekkingen tussen Hans Warren en Ida Gerhardt, zo weet ik. Daarom zal ik hier niet te veel verklappen over hun nooit gepubliceerde, maar fascinerende correspondentie. Vooral fascinerend vanwege alles wat diplomatiek níet of heel omfloerst wordt gezegd. En ik ga ook niet in op Hans Warrens recensies, hogere balanceerkunst tussen bewondering en ergernis. Het gelukkigst maakten we haar misschien met een exemplaar van onze Kavafis-vertaling. Ze berichtte op 1 december 1984: ‘Tot mijn grote vreugde bespeur ik dat ik de Griekse tekst (wat een openbaring dat die er naast staat!) kan volgen. – Lang geleden heb ik in Leiden college gehad van Prof. Hesseling, die de vier eerstejaars die bij hem Nieuw Grieks leerden lezen, nog aan huis ontving. Een enorme St Bernardhond volgde nauwlettend wat zijn meester zei, en wat de studenten stamelden.’ De mens is zoals zijn schrift, dat geldt zeker voor Ida Gerhardt. Als je deze twee plaatjes bekijkt, heb je geen psychologen meer nodig. De envelop bevatte haar eerste brief aan Hans Warren, geschreven op 11 november 1973. Kijk hoe de woorden erbij staan, als barse bevelen aan de post. Iemand die geen twijfel kent, in elk geval niet zoiets wil laten merken. Een liniaal heeft ze niet nodig om haar orders te voorzien van liniaalrechte onderstreping. En dan die briefkaart van 27 november 1988. Kijk maar niet, het is bijna te erg. Blindheid treft haar. De vrouw van het woord verliest de greep over haar eigen woorden.

Mario Molegraaf