Categoriearchief: Uit de nalatenschap

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 23: Andreas Burnier

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Ook in 2014 deelt hij op de eerste dag van elke maand zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

‘Uit Zeeland komt het Zeeuwse zwijn/ met vieze kale varkenskop,’ dichtte Andreas Burnier (pseudoniem van Catharina Irma Dessaur, 1931-2002) ooit. Hans Warren voelde zich door deze regels aangesproken, hij meende dat Zeeuwse zwijn te zijn. Ik betwijfel of hij het bij het rechte eind had, maar mogelijk zal de biografie van Andreas Burnier die Elisabeth Lockhorn aan het schrijven is uitsluitsel geven. Een reden om naar het boek uit te zien, en lang niet de enige reden, want Andreas Burnier is een fascinerende figuur, juist omdat zij de controverse zocht. Hans Warren heeft in zijn letterkundige kronieken haar werk altijd gevolgd, en bewoog daarbij tussen bewondering en wrevel. Geleidelijk steeds meer wrevel, vandaar dat hij in de dichtregels een niet minder wrevelige wraakactie vermoedde. In 1965 debuteerde Andreas Burnier, en Hans Warren kwam onmiddellijk met een bespreking in de Provinciale Zeeuwse Courant. Hij betoonde zich meer dan tevreden over Een tevreden lach. Achteraf was hij minder tevreden, hij voelde zich gefopt. ‘Andreas Burnier – mogelijk weer al een nieuwe komeet die langs het firmament der Nederlandse letteren schiet,’ begon hij indertijd zijn artikel. Let op het ‘weer al’, een vaak bij hem voorkomende wending uit het Zeeuwse dialect. En let op het ‘mogelijk’, want in de tweede zin zien we wel degelijk twijfel over de identiteit van de auteur. Hij schoof die twijfel opzij en geloofde wat het omslag beloofde. Dat omslag toonde een persoon met baard en snor, Burnier werd voorgesteld als een archeoloog en van de mannelijkste aller voornamen voorzien (‘Andreas’ is Grieks voor ‘wat bij een man past’). In volgende recensies komt Hans Warren dikwijls op het bedrog dan wel zijn fout terug. In 1971 promoveert Andreas Burnier cum laude in de sociale criminologie bij prof. dr. W.H. Nagel (die zich als dichter J.B. Charles noemde). Hans Warren is bij de plechtigheid in Leiden aanwezig, lezen we in zijn dagboek. Het jaar daarvoor heeft hij haar in Goes leren kennen: ‘een aardige vrouw waar je gewoon koffie mee kon drinken’. Hij schreef een niet erg bekend, maar mooi gedicht over de promotie, ‘Een vreemde dag’. Dat gedicht is Andreas Burnier niet ontgaan. Op een adreswijziging van begin 1972 vult zij bij beroep in: ‘sometime Muze’. Nu is het afwachten of andersom, voor die ziedende Zeeuwse regels, Hans Warren ook een muze voor haar is geweest.

Mario Molegraaf


Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 22: Ambtenaar

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.



Saaie plaatjes, want het gaat over saaie zaken. Hans Warren vond het zelf ook. De dichter als ambtenaar. Luttele dagen nadat hij aan het saaie werk begon, is hij gedichtjes over zijn ervaringen gaan maken. Vol bittere spot, lees de afdeling ‘Dit is poëzie van de gemeentesecretarie’ maar uit de in 2009 verschenen bundel met nagelaten werk Er staat een huis aan Schelde. Hoe lang duurde de ambtelijke loopbaan van Hans Warren? Veel van zijn lezers geloven dat het om een paar maanden gaat. Een enkele waaghals denkt aan een jaar. In werkelijkheid was het een carrière van ruim vijf jaar, leren de officiële stukken. Op donderdag 17 mei 1945 namen burgemeester en wethouders van Borssele een paar kloeke besluiten. Zo benoemde men tot ‘ambtenaar ter secretarie, uitsluitend belast met de werkzaamheden der evacuatie (…) de heer Johannes Adrianus Menne Warren.’ Het loon werd bepaald op f 125 per maand. Twee dagen later wordt de arbeidsovereenkomst getekend. Per 1 november 1946 kreeg hij een nieuwe functie bij de gemeente, toen werd aan ‘den ambtenaar ter secretarie J. Kakebeeke, geboren 20 Mei 1926, verloofd verleend wegens verplichte opkomst in militaire dienst voor eerste oefening’. Diens vervanger Hans Warren kreeg als ‘ambtenaar ter secretarie in tijdelijken dienst’ een wedde van f 1800 per jaar. Pas met ingang van 16 september 1950 werd de tijdelijke aanstelling beëindigd, volgens de stukken ‘wegens terugkeer uit de militaire dienst van de ambtenaar ter secretarie J. Kakebeeke.’ Over zijn werk op het gemeentehuis zegt Hans Warren in het Geheim dagboek verbazend weinig, vandaar dat niet veel mensen beseffen dat hij er zo lang heeft gezeten. Aanvankelijk voelt het als een nederlaag, hij dicht: ‘Vandaag stond het voor ieder leesbaar in de krant/ Dat ik hier roemloos op ’n kantoortje was gestrand.’ Maar later verandert hij van gedachte, in zijn rol van ambtenaar van de burgerlijke stand voelt hij wel degelijk een soort roem en glorie. Iets waarvoor hij niet helemaal ongevoelig is. Nog meer glamour is verbonden aan het burgemeesterschap. In 1951 spant Hans Warren zich in om burgemeester van Borssele te worden. ‘Ik zou best burgemeester willen zijn van dit dorp dat ik liefheb. Ik zou er ook de capaciteiten voor hebben,’ noteert hij in zijn dagboek. Helaas wordt op 16 april 1952 de oude rot P.J. Dominicus (1896-1979) geïnstalleerd, tussen 1933 en 1944 al burgemeester van Rilland-Bath geweest, in plaats van de dertigjarige dichter. Maar als het aan Hans Warren had gelegen, zou hij nog veel langer op de gemeentesecretarie van Borssele hebben gezeten. Letterlijk en figuurlijk geketend.

Mario Molegraaf

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 21: Tom Lanoye

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.



Zaterdag 31 maart 1984. Een belangrijke datum in de literatuur, want het is de dag dat Tom Lanoye officieel debuteerde als dichter, met de geweldige bundel In de piste. Het was geen toeval dat het boek verscheen bij Bert Bakker, ook de uitgever van Hans Warren. En het was ook geen toeval dat Hans Warren de bundel presenteerde. Hij had in de krant al een paar keer de aandacht op het nieuwe talent gevestigd. ‘Op een allerongemakkelijkste manier moest ik mijn speech houden,’ noteerde hij over zijn optreden in een Antwerpse boekhandel. De foto van Hans Warren en Tom Lanoye illustreert de opmerking. Het was allemaal begonnen op 28 oktober 1980 toen Tom Lanoye zich tot Hans Warren richtte. Hij wijdde zijn licentiaatsverhandeling (doctoraalscriptie) aan diens poëzie. Het was de eerste brief van een heleboel brieven, letterlijk een doos vol. Tom Lanoye sprak trouwens ook regelmatig over Hans Warren, bijvoorbeeld op 13 september 1996 in Middelburg. We zien op de foto, direct na deze speech genomen, onder anderen ook Gerrit Komrij en Brigitte Raskin. Inmiddels was Tom Lanoye een gevestigde naam, hoewel hij zijn loopbaan anders was begonnen dan andere schrijvers. Met uitgaven in eigen beheer die moeizaam aan de man moesten worden gebracht. Deze ervaring heeft Tom Lanoye misschien harder, commerciëler gemaakt dan de gemiddelde literator. Al in die oertijd had hij een businessplan, dat hij van a tot z heeft waargemaakt. Wie doet hem dat na? Zonder Hans Warren was het hem, langs andere wegen, met een andere uitgever, ongetwijfeld ook gelukt. Maar niet alleen op de foto van 31 maart 1984 staan de oude en de jonge dichter voor eeuwig naast elkaar.

Mario Molegraaf

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 20: leren leven

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Hannah Warren, de dochter van, koestert zo’n haat jegens haar vader dat ze zelfs zijn taal niet wil bezigen. Haar website houdt ze dan ook in het Engels bij. In voortreffelijk Engels, dat moet gezegd. Helaas maakt die vorm de inhoud niet minder naar. ‘My father disgraced our family,’ lastert ze. En ze heeft het over een ‘fatal mistake my father made’. Uitlatingen die om uitleg vragen, maar die verstrekt ze niet. Daarentegen meldt ze weer heel stellig dat door toedoen van haar vader ‘my family and I were exposed to a on-going charade of shame & mortification’. Het bewijst allemaal weer eens dat verbittering, wraak, rancune niet de meest verstandige en waardige gedachten opleveren. Ze kondigt aan ‘my side of the story’ te willen opschrijven. Hoe zou het toch komen dat ik daarnaar níet nieuwsgierig ben? Terwijl het onderwerp me fascineert: Hans Warren als familieman. Zó heb ik hem nooit gekend. Toen ik in zijn leven verscheen, was het een voorbij hoofdstuk. Er zijn talloze foto’s van het vijfkoppige gezin. Hans Warren zelf staat er zelden op, waarschijnlijk omdat hij optrad als gezinsfotograaf. De foto’s die hem wél als vader tonen, vervullen me met verbazing en ontroering. Een vader die zo kijkt als de vader op de foto’s, een vader die zijn kindje zo vasthoudt als deze vader, hoe kan dat ooit een foute vader zijn? Op 8 mei 1958, twee dagen na de geboorte van zijn derde en laatste kind, schreef hij een gedicht ‘Leren leven’. Hij gebruikte de achterkant van een vel van vogelhandel ‘De Edelzanger’ waar hij vaste klant was. Hij vouwde het blad dubbel en schreef op één kant een kladversie, op de andere kant een netversie. In het gedrukte dagboek (niet in het oorspronkelijke cahier) vinden we nóg een versie, een achteraf-gezien variant. Dáárin beweert hij: ‘Het lijkt op het compromis/ dat gevreesd werd in de jeugd’ en ‘We verlaten het gedicht geredelijk/ voor een kleine nood van de naaste/ en noemen dat winst’. Maar indertijd schreef hij zonder cynisme: ‘Hoe ver is dit van het compromis’ en ‘We verlaten het gedicht geredelijk/ voor een kleine nood van de naaste,/ het is alles winst’. O ja, er vallen in Geheim dagboek soms harde woorden over Hannah, daarin tot Beryl omgedoopt. Maar dit gedicht en de foto’s getuigen: hij heeft wel degelijk zijn best gedaan, als echtgenoot, als vader, ook als vader van Hannah, die onlogisch genoeg besloot wél met zijn achternaam door het leven te gaan.

Mario Molegraaf


Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 19: controleur vogelwet

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

In het najaar van 1943 was Hans Warren een paar dagen ‘grote stadsmens’, zoals hij het in zijn dagboek noemt. De grote stad in kwestie was Den Haag. De grootstedelijke activiteiten waren bezoeken aan ‘film, concert, wajang-gamelan-voorstelling, kroegcabaret etc. etc.’ Het leidde tot een paar gedichten die hij nooit publiceerde. Gedichten als ‘Lady-crooner’ en ‘Indië in Holland’ over de wajang-gamelan-voorstelling. De reden voor het verblijf in Den Haag was dat hij examen kwam afleggen om Controleur-Vogelwet 1936 te worden. Hij slaagde, maar van de opsporingsbevoegdheid die hij daardoor kreeg, heeft hij in de praktijk nooit gebruik gemaakt. In het archief Oudheidkunde en Natuurbescherming van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd in 2009 het dossier controleur Vogelwet van Hans Warren aangetroffen. ‘Gezien de betekenis die Hans Warren heeft gehad,’ zo vermeldt een ambtelijk schrijven, ‘is besloten het dossier over hem voorlopig van vernietiging uit te zonderen’. In plaats daarvan droeg men de stukken over aan de Zeeuwse Bibliotheek, omdat men daar al zoveel over Hans Warren bezat. Het is een interessant geheel, met onder meer een ongeldig gemaakte acte en het proces-verbaal van de beëdiging. Op 25 november 1943 heeft hij de eed afgelegd ‘door onder het opsteken van de twee voorste vingers van de rechterhand te zeggen Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!’ Ook Hans Warrens examenwerk bevindt zich in het dossier. Met bijvoorbeeld een proeve van een proces-verbaal vanwege een overtreding door ‘de mij bekende Krelis Eierdief’. Toch dacht Hans Warren in de grote stad minder aan vogels dan aan andere dingen. Een van de voorstellingen wakkert zijn dromen aan:

Onder de klopgang van de gamelan
Buigt zich het lichaam lenig en betoverd
De kleine ranke danser van m’bok m’ban.

Mario Molegraaf