Categoriearchief: Uit de nalatenschap

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

Uit de nalatenschap van Hans Warren 58 – Leendert van Lier

Was hij een aardige man? Leendert van Lier, de hofleverancier voor de kunstcollectie van Hans Warren. Wat reden we graag én gretig naar zijn huis aan de Torenlaan te Blaricum. Bij zijn crematie, in de eerste week van 1995, klonken er uiteraard louter lovende woorden. Hans Warren herdacht hem in zijn dagboek: ‘Ik heb een paar keer om hem gehuild, voor het laatst vanmiddag toen ik m’n hoofd boog voor zijn kist. Het was een edel verdriet om een bijzonder mens.’ Leendert van Lier, de tovenaar van de Torenlaan. Of was hij eerder de tiran van de Torenlaan? Aardig was hij in ieder geval niet voor zijn echtgenote Nelly, terwijl ze haar leven aan haar man wijdde. Ze stierf zeven jaar later, en werd net als hij gecremeerd in ‘Den en Rust’ te Bilthoven. Aardig was hij ook niet voor zijn dochter Tjarda, die toch haar leven goeddeels door haar vader liet bepalen. Ook zij is alweer jaren dood, en haar laatste reis voerde eveneens naar ‘Den en Rust’. Tjarda schonk me ooit een schilderij van haar vader, een schilderij met heftiger bloemen dan je ooit bij een bloemist zult vinden. Leendert van Lier was niet in de eerste plaats kunstenaar, al had hij dat misschien gewild, maar kunsthandelaar, een hele grote. Juist ook omdat hij een zelfgemaakte man was, zonder eigen middelen, afkomstig uit de Czaar Peterstraat in Amsterdam. Op zijn zestiende (volgens andere bronnen op zijn achttiende) kocht hij een magische staf van de Batak, misschien wel de mooiste die er bestaat, een soort heilige graal in de wereld van de etnografica. Dit voorwerp, zijn allereerste aankoop, was tevens het allerlaatste wat hij verkocht, aan Hans Warren en mij, op een ongezond warme zomerdag in 1994. Ik zal Leendert van Lier niet vergeten en ik kan hem onmogelijk vergeten, met zoveel dingen om mij heen die door zijn handen gingen. Was hij aardig? In ieder geval wél voor zijn prachtige, bezielde dingen. Ik herinner mij de blik, het strelende gebaar waarmee hij afscheid nam van de verkochte staf, en huiver. Hans Warren had gelijk: Leendert van Lier (1910-1995) was een bijzonder mens.

Mario Molegraaf

 

 

 

Uit de nalatenschap van Hans Warren 57 – Maria de Roo

Het litteken van de dood, de prachtige biografe die Onno Blom aan Jan Wolkers wijdde, is ook voor Hans Warren-fans belangrijk nieuws. Wat hen verbindt, is een meisje, Maria de Roo, afkomstig uit een welgesteld gezin in Goes. Symbool van de verbinding is een portret van haar, door Jan geschonken aan Hans, begin 1951. Zie de biografie, pagina 329. En zie ook een beetje de foto, een vroege versie van Hans Warrens werkkamer. Een typemachine die uit de prehistorie lijkt te dateren, als je goed kijkt een portret van zijn idool Jac. P. Thijsse, als je nog beter kijkt een portret van zijn favoriete auteur Alain-Fournier, en uitbundig door de zon bestraald de bewuste buste van Maria, een beeld dat laat zien dat Jan Wolkers niet alleen een goede schrijver maar ook een voortreffelijke beeldhouwer was. Wolkers was, zo begrijp ik nu, altijd extra nieuwsgierig naar de recensies van Hans Warren en soms extra boos over de inhoud: ‘Weer ouderwets gemeen valse kritiek van Hans Warren.’ Wolkers was jaloers omdat de ander Maria in haar mooiste jaren had gekend: ‘Je moest eens weten hoe ik Hans Warren haat omdat die je jeugd heeft gekregen.’ Maar ook heel gelukkig over hoe zijn voorganger haar had voorbereid: ‘Hij heeft bij haar liefde aangekweekt voor literatuur en poëzie, voor de fauna en flora van Zeeland.’ En zo verder op bladzijde 271. Maar ook alle andere elfhonderd pagina’s van Het litteken van de dood zijn het lezen waard.

Mario Molegraaf

 

ps Sinds kort is ons stuk over Maria de Roo, in 2008 verschenen in De Parelduiker, ook online bij De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).

Uit de nalatenschap van Hans Warren – 56: Leeuw Lente

Volop herfst, dus tijd om eens te kijken naar Leeuw lente, ongetwijfeld de luidruchtigste dichtbundel uit het oeuvre van Hans Warren, misschien wel uit de complete Nederlandse literatuur. En na het verschijnen van het boekje, zomer 1954, was het tumult niet afgelopen. Een jaar of vijftien later, toen hij voor het eerst zijn ‘verzamelde gedichten’ samenstelde, deed hij een nieuwe poging de leeuw te temmen. Hij had de gedichten in het voorjaar en de zomer van 1953 geschreven, vermeldt het colofon. Een woelige tijd in zijn bestaan. Hij was een man van de straat, de Parijse straat, en zijn poëzie is van de straat. Alles is anders aan Leeuw lente, en daarvan was hij zich maar al te bewust:

Wat ik nu tot nu toe leefde liefhad schreef
was voorspel. Sonnetten old-finish
sonnetten biedermeyer, schim van Poot,
verzen als ingeregen vrouwen met
hectische blossen van cavalier Watteau.
 
‘Met deze vitale, mousserende poëzie plaatst hij zich in de onmiddellijke nabijheid van de “experimentelen”,’ wist de schrijver van de flaptekst. Die dikwijls werd nagepraat, des te meer omdat de Keizer van de Vijftigers zijn zegen aan de zaak leek te hebben gegeven. ‘Ontwerp omslag van Lucebert,’ lezen we in het binnenwerk. Hans Warren geeft zijn echtgenote op de dag van verschijnen een exemplaar, ‘zogezegd “ons” exemplaar’, waarbij hij het zijne en zij het hare zal hebben gedacht. Hij gebruikt een ander exemplaar voor een actie revisie. De opzet van de bundel, met twee reeksen, ‘Leeuw lente’ en ‘Een moors fregat’, blijft intact. Maar zelfs aan de gedrukte opdrachten wordt gesleuteld. Bij de eerste reeks stond ‘aan Mouloudji’, te weten de zanger en acteur Marcel Mouloudji (1922-1994), die zijn straatnaam in Parijs heeft. Bij reeks twee stond ‘aan M. Iamarène’. Door beide vermeldingen gaat een streep. Mouloudji krijgt er niets voor terug, de ander wel, voortaan is heel de bundel ‘aan Mohamed Iamarène’ opgedragen. Al te geëxalteerd bevonden regels verdwijnen, bijvoorbeeld: ‘ik vlinder en jij rots van vuur en water/ ik vogel en jij boom van licht en duisternis.’ Maar Leeuw lente blijft bulderen en schuimen. En regel één blijft staan. In zijn correcties maakt Hans Warren nog eens duidelijk waarnaar hij uithaalde: ‘1e 4 bundels’ staat droogjes in de marge. Waarmee zijn eigen bundels zijn bedoeld, zijn complete oeuvre tot dan toe, Pastorale, In memoriam dr. Jac. P. Thijsse, Eiland in de stroom en Vijf in je oog. Hij laat ze wegwaaien in de heftige herfststorm die Leeuw lente heet.

Mario Molegraaf

 

N.B.: Op 25 juni jl. overleed Helen Mary Ferguson, de voormalige echtgenote van Hans Warren. Zij is 88 jaar oud geworden.

Uit de nalatenschap van Hans Warren – 55: Ellewoutsdijk

Niets is er voor wie niets vermoedt. Ellewoutsdijk, een dorpje ver weg op Zuid-Beveland. Hier en daar is er opvallend fraai hekwerk. En hé, wat een weelderige tuinornamenten. Kijk toch eens, dat beeld! Schamele sporen van een paleis dat ooit het dorp domineerde, tot het bij oorlogshandelingen in oktober 1944 werd verwoest. Een fascinerend gebouw met een fascinerende geschiedenis. Daarom zie ik erg uit naar Anna van Suchtelens boek Versailles aan de Schelde, in de najaarsaanbieding van Uitgeverij Cossee aangekondigd met gepast ronkende termen als: ‘Het ongelooflijke verhaal van een verdwenen paleis in de Zeeuwse klei.’

Hans Warren geloofde het wel degelijk, hij heeft het paleis in Moorse stijl, bezit van de familie Van Hattum, een paar kilometer van Borssele gelegen, met eigen ogen gezien. In zijn oeuvre vind je er hier en daar herinneringen aan. Twee gedichten bijvoorbeeld, allebei voorzien van de vermelding ‘Park Ellewoutsdijk’, een ‘Afscheid van de winter’ en ‘Flora’. Zo staan ze tenminste in zijn verzamelde gedichten, keurig achter elkaar, gepresenteerd als onderdeel van de bundel Eiland in de stroom. Maar zoals vaker bij Hans Warrens poëzie is dat niet het hele verhaal.

Wanneer je teruggaat naar Eiland in de stroom, het in 1951 verschenen boekje, vind je géén ‘Afscheid van de winter’ en bij ‘Flora’ ontbreekt de plaatsaanduiding. Allemaal het gevolg van de operatie Poets & Ruim die de dichter op de helft van zijn leven uitvoerde. Na een lang zwijgen kwam hij in 1966 met een paar nieuwe gedichten en een heel strenge keuze uit ouder werk, onder de noemer Een roos van Jericho, naar de woestijnplant die bij droogte lijkt te verdwijnen om bij bevochtiging weer te verschijnen. Net als Hans Warren, want die boog zich toch weer over zijn vroege poëzie. De resultaten van de herzieningsarbeid vinden we in de Verzamelde gedichten 1941-1971. Weg de bedeesde roos van Jericho, op het omslag poseert de dichter in rood shirt voor een rijtje Perzische berenklauwen, de agressieve exotische plant. In een exemplaar van Eiland in de stroom zien we hem herzien. Hier gaat een kruis door een gedicht (dit is een ‘stinker’ noteert hij), daar schrijft hij er iets bij, bijvoorbeeld ‘Park Ellewoutsdijk’. Hans Warren is ook de maker van drie foto’s, zie hierbij, met twee maal het Flora-beeld uit het gedicht, later nóg eens licht aangepast: ‘Haar bloemen trillen/ en nooit vlaagt er een lente langs de zee/ die dit onduldbaar hunkeren kan stillen,/ en ook zij buigt haar hoofd, bijna gedwee,/ het trotse, koele hoofd dat ik zou willen/ liefkozen om te vragen naar die zee.’ Ik ben benieuwd naar de inzichten van Anna van Suchtelen over het beeld, het park, het paleis, misschien toch eerder een Oosterse droom dan een Versailles aan de Schelde.

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 54: Albertina

Het begon met een advertentie en het eindigde met een advertentie. De eerste advertentie stond twee dagen na de geboorte van Albertina Warren in de Provinciale Zeeuwse Courant. De tweede advertentie verscheen twee dagen na haar dood in hetzelfde dagblad. Maar let op de verdwijntruc. Voor de vader, in 1954 zo nadrukkelijk aanwezig (‘De Heer en Mevrouw Hans Warren’), is in 2017 geen plaats meer. Hij werd de formulering ‘in liefdevolle herinnering’ niet waardig geacht. Nee, ik slik ieder commentaar snel weg. In 1975 scheidden Hans Warren en Helen Ferguson, de drie kinderen waren toen geen kinderen meer. Hij heeft hen dus geen kindertijd ontzegd of zo. Het is waar: hij heeft nadien geen vorm weten te vinden om vader te blijven, daarnaar misschien zelfs nauwelijks gestreefd. Inderdaad: na de echtscheiding heeft Albertina met hem gebroken, ze heeft altijd gezwegen over de precieze reden, misschien was die er uiteindelijk niet meer. Zeker is dat het Hans Warren pijn deed, vooral als hij nieuwe berichten hoorde over ziekte, invaliditeit en grote dapperheid van zijn favoriete kind. Lees vooral in zijn dagboek hoe trots hij was na haar geboorte in de Parijse kliniek, op een heel vroege zondagochtend, om tien over halfdrie. En kijk naar de foto’s. Hans Warren met zijn kinderen, vooral dat ene kind. Nooit en door niemand valt het te ontkennen; hij was vader, háár vader.