Categoriearchief: Uit de nalatenschap

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

Uit de nalatenschap van Hans Warren 76 ~ De Oosterse Bibliotheek

Op zaterdag 29 juli 1978, de dag dat ik Hans Warren leerde kennen, stond ook gewoon zijn wekelijkse letterkundige kroniek in de Provinciale Zeeuwse Courant. Het boek waarvoor hij op deze dag de aandacht vroeg, was (je zou er bijna iets achter zoeken) Liefde rond, liefde vierkant, een keuze uit zeven eeuwen Koreaanse poëzie, vertaald en toegelicht door Frits Vos. Het was deel 7 uit ‘De Oosterse Bibliotheek’, een prestigieuze reeks van uitgeverij Meulenhoff. ‘Een grote aanwinst in deze prachtige serie,’ oordeelde Hans Warren. En hij kon het weten, want het lijkt wel of hij erop had zitten wachten, op ‘De Oosterse Bibliotheek’ bedoel ik. Deel voor deel, met literatuur uit onder meer het oude India, China, Japan, Arabië, werd door hem uitbundig en uitvoerig besproken. Om te beginnen natuurlijk deel 1, De schending van Soebadra, een Javaans schimmenspel, waarop hij in de krant van 27 november 1976 inging. Het artikel telt drie kolommen, in de derde roept hij zichzelf tot de orde met een ‘Doch terzake’, in de eerste twee vertelt hij over zijn eigen ervaringen met wajang: ‘Nooit zal ik het ogenblik vergeten dat ik voor het eerst een wajangpop zag. Nooit ook dat ik voor het eerst de betoverende klanken van de gamelan hoorde.’ Bij het boek had hij enige bedenkingen: ‘Zoiets alsof je het libretto van een opera leest en er de rest maar bij verzinnen moet.’ Na vierentwintig delen was het afgelopen. ‘Niet verder verschenen,’ meldt de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek over de reeks. Maar wat een tijden waren dat, tijden die nooit meer terug keren. Tijden dat zulke veeleisende boeken konden verschijnen, ze gelezen werden en minstens één bespreker er helemaal in opging. Hans Warren zette al zijn zintuigen in bij ‘De Oosterse Bibliotheek’. Zo kon hij de lezers van zijn krant over het eerste deel verzekeren: ‘De drukinkt ruikt lekker.’ Ik ga deze boeken toch weer eens uit de kast halen. Snuif ik daar de lucht van 29 juli 1978 op?

MARIO MOLEGRAAF

Uit de nalatenschap van Hans Warren 75 ~ Warre

Op naar Warre! Er valt, geloof ik, niets te vertellen over dit plaatsje in de Ardennen, even ten noorden van Durbuy. Maar voor Hans Warren was het een openbaring, want de ‘stammoeder’ van de familie was Jacoba Warre (Vlissingen 1794 – Vlissingen 1840). Haar zoon Johannes Warre, vader onbekend, werd geboren in 1823. In zijn leven verschijnt geleidelijk de n achter de familienaam. Het was een vondst. Het verhaal van de ‘werkvrouw’ Jacoba Warre natuurlijk, die een heel ongewis bestaan leidde, maar zeker ook het bestaan van de plaats Warre. De datum was 25 mei 1997. Hans droomde van een ‘heerlijk rustige zondag thuis’, maar op mijn aandringen werd het een Ardennentocht. Zoals vaker, per Volvo lagen de Ardennen verrassend dicht bij Zeeland. ‘Mooie landschappen, een gehuchtje Warre ontdekt (…) Ergens een weiland dieproze van de koekoeksbloemen. Massa’s margrieten,’ noteerde Hans in zijn dagboek. Een jaar later, 11 mei 1998, keerden we terug met een missie: ‘M. heeft me uitvoerig gefotografeerd bij het naambordje van het dorp Warre’. Ziehier het resultaat. Weer volop voorjaar, de wei achter de ook al zeer gele borden knalt van de paardenbloemen. De andere foto met het richtingbord verhieven we tot wenskaart voor het nieuwe jaar 2000. De weg naar Warre, neem hem in mei.

MARIO MOLEGRAAF


Uit de nalatenschap van Hans Warren 74 ~ Theo van Baaren

Gedichten óver Hans Warren, jawel die zijn er ook. In 1984 publiceerde Theo van Baaren de bundel Dromen hardop met een gedicht ‘Birdwatcher’, voorzien van de opdracht ‘Voor H.W. van een mede-enthousiast’. Hans Warren wist het gebaar te waarderen en nam het sonnet vliegensvlug op in zijn grote bloemlezing, de Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. De twee dichters hebben elkaar slechts via het papier ontmoet. Wonderlijk, want ze deelden méér dan de liefde voor vogels, de echte en de ‘zeldzame diepdroomdieren’. Ze hadden ook interesse voor primitieve kunst gemeen, ze kochten zelfs veel voorwerpen bij dezelfde handelaar, Leendert van Lier. Net als Hans Warren bezocht Theo van Baaren nooit de verre streken van de verre kunst, wat hem hoon opleverde van de kant van Willem Frederik Hermans, in diens Onder professoren wordt hij opgevoerd als professor Stavinga. Theo van Baaren (1912-1989) was namelijk naast auteur ook godsdiensthistoricus, heel officieel, als hoogleraar in Groningen. Hij vond dat bij de theologische faculteit een museum voor volkenkunde hoorde, en kreeg dat voor elkaar, Museum Gerardus van der Leeuw. Hans Warren en ik maakten soms de reis naar Groningen, bijvoorbeeld in de zomer van 1998 toen er een expositie over Van Baaren werd gehouden. Hans Warren wijdde er een groot artikel aan in de Provinciale Zeeuwse Courant. Twee liefhebbers, van primitieve kunst en van vogels. In het gedicht vliegen ze even naar elkaar.

MARIO MOLEGRAAF

Uit de nalatenschap van Hans Warren 72 ~ over Boudewijn Büch

Zeventig zou hij zijn geworden, op 14 december jongstleden, Boudewijn Büch. Wie heeft er op die dag aan hem gedacht? Ik wel, en ik denk bijna iedere dag nog even aan hem. Laatst liep ik door Dordrecht en ineens hoorde ik een stem: ‘Mario! Mario!’ Een man op een racefiets, na al die jaren niets veranderd, Klaas Koppe, fotograaf, een tijdlang zonder meer dé fotograaf van literair Nederland. En een misschien wat stille, maar ongelooflijk trouwe vriend en metgezel van Boudewijn. Klaas was er ook altijd bij als Boudewijn langskwam op het Pijkeswegje. Hij zorgde voor veilig vervoer en voor een beetje wijze relativering. Even was het daar op die straat in Dordrecht of oude tijden herleefden, of BB en HW weer leefden. Op een van de foto’s, gemaakt door Menno Voskuil, ziet u mij in actie bij het graf van Boudewijn Büch. Ik leg een rode roos op zijn monumentje. Begraafplaats Westerveld, in Driehuis, niet ver van IJmuiden. Het was een heel gezoek naar graf nummer KL011000. Tot we een behulpzame medewerker aanspraken. Het nummer zei hem niets, maar de naam: ‘O, Boudewijn Büch. Boudewijn Büch! Ze komen hier allemaal voor Boudewijn Büch.’ Gelukkig toch niet vergeten.

MARIO MOLEGRAAF

Uit de nalatenschap van Hans Warren 71 ~ Het Beheersinstituut

Het is een treurig stemmend dossier, het in het Nationaal Archief bewaarde dossier van het Nederlandse Beheersinstituut over Pieter Warren, de vader van. Een vroegere naam van het Beheersinstituut was Adviescommissie Rechtsherstel en Beheer. Rechtsherstel? Het oogt eerder of de oude nazi’s door nieuwe worden opgevolgd. Hans Warren lijkt de ontwikkelingen rond zijn vader, na de bevrijding in 1944 vervolgd omdat hij zich ‘in strijd met de belangen van het Nederlandse Volk’ zou hebben gedragen, grotendeels te negeren. Tegelijk hebben ze hem diep geraakt. De afbeeldingen vertellen een heel klein deel van het verhaal. Een brief van zijn moeder. Ze heeft het, nadat de uitbetaling van het salaris van haar man is gestopt en diens spaarbankboekje in beslag is genomen, een halfjaar kunnen uitzingen. Maar op 28 oktober 1945 moet ze de vernederende vraag stellen: ze heeft geld nodig voor levensonderhoud. En een brief van 7 februari 1946 door Hans Warrens vader, ook over geld. Geld vanwege een lange autorit, zijn zoon heeft hem een maand eerder à raison van f 86,30 opgehaald toen hij werd vrijgelaten uit het interneringskamp te Vught. Een vreemde reis moet dat zijn geweest. Wat hebben vader en zoon op de terugweg naar de Zeedijk tegen elkaar gezegd? We zullen het nooit weten, maar dit deprimerende dossier onthult in ieder geval een paar geheimen waarover in Geheim dagboek wordt gezwegen.

MARIO MOLEGRAAF