Categoriearchief: Nieuws

Portret door Bert Osnabrug

Jos Swiers van de Althaea Pers – die in 2010 Warrens gedicht ‘Onbekende Dame’ drukte voor de ‘afscheidsdoos’ van Ronald Rijkse – wijst ons op een portret van Warren gemaakt door Bert Osnabrug uit Woerden. Die maakte destijds de blockprinttekeningen voor ‘Onbekende Dame’ en heeft nu een tekening van Warren gemaakt in stift, krijt en potlood.

Klik hier voor de tekening van Warren

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 12: Geen prijs

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Ook in 2013 zal hij op de eerste dag van elke maand zo’n vondst delen met de bezoekers van onze website.

Het blijft toch steken: Hans Warren is de enige Nederlandse schrijver zonder prijs. Over hoe het zo ver heeft kunnen komen, kun je alleen speculeren. Maar ze ontgingen hem allemaal. De Prijs der Nederlandse Letteren. De P.C. Hooftprijs, terwijl hij die voor alle drie de smaken waarin die bestaat, poëzie, proza, essay, had kunnen krijgen. En zelfs de Constantijn Huygensprijs. Het is een beetje een smet op de erelijst van zeg de P.C. Hooftprijs. Zeker als je ziet dat de dorre dichtwerken van H.C. ten Berge, de slome stukjes van Kees Fens en de nijvere pogingen van andere mindere goden wél werden bekroond. Helemaal zonder prijs? Toch niet, zo kreeg Hans Warren de Zeeuwse Prijs voor kunsten en wetenschappen. Op 20 oktober 1971, zijn vijftigste verjaardag. Al op z’n vijftigste! Zo jong nog! Menigeen vond dat destijds onverantwoord. De Zeeuwse Prijs is namelijk niet zomaar een prijs. Zoals de Encyclopedie van Zeeland het formuleert: ‘De prijs wordt met opzet niet jaarlijks en alleen in bijzondere gevallen toegekend, waardoor zij tot nu toe van devaluatie verschoond is gebleven.’ Op 1 oktober 1971 kwam iemand bij Hans Warren thuis de zaak bespreken. Op 11 oktober stuurde het Provinciaal Bestuur van Zeeland een officiële brief over de toekenning. Al negen dagen later was dus de plechtigheid. Die draaide om de staande heren op de kleurenfoto. Rechts zien we J. van Aartsen, tussen 1958 en 1965 minister geweest en vervolgens benoemd tot Commissaris der Koningin in Zeeland. Links glundert Hans Warren. Op zijn revers zit de gouden draagpenning met kleurig lint van de Zeeuwse Prijs, net aan hem uitgereikt. De penning en alle documenten die aan 20 oktober 1971 herinneren, liggen in een lade in de kluis van de Zeeuwse Bibliotheek. Foto’s, een receptieboek met handtekeningen van de aanwezigen, het menu van het feestdiner. De Zeeuwse Prijs is vooral een kwestie van eer, je gaat voortaan als Sier-Zeeuw door het leven. Maar de dag nadien voelde Hans Warren zich allerminst zo, maakt het Geheim dagboek duidelijk. Zijn echtgenote had het toen de laatste gast was vertrokken tijd gevonden voor de mededeling: ‘Ik denk erover toch voorgoed naar Engeland terug te gaan.’ De dagboekschrijver: ‘Er volgde de ergste ruzie die we ooit hadden.’ Zelfs aan Hans Warrens enige grote prijs kleefde zo toch vooral grote spijt.

Mario Molegraaf


Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 11

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Ook in 2013 zal hij op de eerste dag van elke maand zo’n vondst delen met de bezoekers van onze website.



Dit pas begonnen jaar is het jaar van Kavafis. Het is zelfs door de UNESCO bekrachtigd. K.P. Kavafis, de befaamde Griekse dichter, werd honderdvijftig jaar geleden, op 29 april 1863, geboren te Alexandrië. Op zijn zeventigste verjaardag, 29 april 1933, overleed hij in dezelfde stad. Ik ontdekte Kavafis al voor ik Hans Warren kende. Maar ik deed de ontdekking wél via hem. Achterin de bundel Zeggen wat nooit iemand zei had hij namelijk vertalingen van twee verbijsterende gedichten van Kavafis opgenomen, ‘Op de trap’ en ‘De verbonden schouder’. Jaren van ons leven samen zouden in het teken van Kavafis staan. Hans Warren en ik besloten zijn poëzie in het Nederlands te vertalen. Als je geïnteresseerd bent in het werk van een schrijver, raak je vanzelf ook geïnteresseerd in diens persoon. Zo kwam het dat we vanaf 27 november tot en met 15 december 1983 een reis ondernamen in het voetspoor van Kavafis, een reis die ons onder meer naar Athene, Alexandrië en Istanbul voerde. Hans hield tijdens de reis een dagboek bij, verdeeld over twee opschrijfboekjes. Ik maakte, ondanks mijn beperkte talent in die richting, foto’s. Natuurlijk ook van het graf van Kavafis. ‘Dichter’ staat er onder zijn naam. Op Hans Warrens graf liet ik onder zijn naam welbewust ook ‘dichter’ zetten. Op een andere foto zien we Hans Warren achter het bureau van Kavafis. Er was een grote expositie over hem in Athene, daar stond het gevaarte opgesteld. De samenwerking tussen Hans Warren en mij was begin 1983 voor het eerst zichtbaar geworden. In het colofon van de bibliofiele bundel Twaalf Gedichten staat weliswaar het jaartal 1982, maar de officiële verschijningsdatum is 11 februari 1983. Meesterdrukker Ger Kleis kwam het boekje zelf in Zeeland brengen, in het gezelschap van Gerrit Komrij en Charles Hofman. We schonken Gerrit en Charles nummer één. Het geschenk werd verkocht, niet zo’n chique geste, op de grote Komrij-veiling in november 2012 voor een dure € 475. In Hans Warrens poëzie waart de schim van Kavafis regelmatig rond. Bijvoorbeeld in het gedicht ‘In Alexandrië’ waarin de vertaler spreekt: ‘Waar is de stem, het sonoor geluid waarin het moet worden gezegd.’

Mario Molegraaf

Hans Warren in de Wonderkamers van het Zeeuws Museum

Het Zeeuws Museum in Middelburg heeft zijn ‘wonderkamers’ op de vierde verdieping opnieuw ingericht. Zo’n achthonderd voorwerpen worden getoond, zoals koffieblikken, Chinees porselein, maar ook Zeeuwse rouwkleding en vruchtbaarheidsbeelden. Thema’s in de wonderkamers zijn Leven en dood, Huis en handel, Macht en pracht. Ook voor Hans Warren is ruimte vrijgemaakt. Het gaat om zestien ‘items’. Te bezichtigen zijn ondermeer de volgende stukken: het beeld van Cupak, de grote vogel Jetayu (uit de ruil met het museum van Goes), de Batak-toverpopjes en de aapjes uit Oost-Java (‘loro blonyo’). Zie voor meer informatie en openingstijden: http://www.zeeuwsmuseum.nl

Bezoek aan Paul Rodenko

Op zijn Warren-tochten door Nederland is Martin van der Kamp onlangs in Zutphen geweest voor een foto van het huis van dichter/criticus en essayist Paul Rodenko (1920 – 1976). Rodenko woonde tot zijn overlijden aan de Rozenhoflaan 16. Van der Kamp: “In de hele straat stonden veel lage auto’s geparkeerd met voor nummer 16 een bestelbus. Zodoende kon ik geen frontale foto maken. Ook had ik last van tegenlicht.”

Rodenko en Warren ontmoetten elkaar in 1945. “Tussen Paul en mij ontstond direct een band; ik bewonderde de dingen die ik van hem gelezen had, en hij zag iets in mijn werk. Misschien een beetje zonder woorden voelden we ons beiden outsider. Paul is lang, niet onknap, hij heeft een geelbleke huid en fijne, slavische gelaatstrekken.” (Geheim dagboek 1945-1948, p. 41)
Dertig jaar later, in 1975, noteert Warren het volgende over zijn bezoek aan Rodenko en zijn echtgenote Jettie Rodenko – Schaper (1931 – 1985).

De avond tevoren had ik Paul Rodenko opgebeld om te vragen of het schikken zou als ik op de terugweg naar Zeeland bij hen langs kwam. Ze hadden maandag de zeventiende een binnenbrand gehad. ‘Dan schikt het dus totaal niet!’ Jettie bezwoer me om toch aan te komen ‘om eens even over iets anders dan die brand te praten’.

‘Maar dat lukt je niet, daar wil ik alles van weten.’

Toen ik om kwart over twee met paaseitjes en een boeketje anemonen voor Rozenhoflaan 16 stond, besefte ik direct hoe ongelegen ik kwam, maar ik had genoeg tegengesputterd. Jettie deed open: verbrande wimpers en wenkbrauwen, een brandwond op haar neus. ‘We hebben net een verzekeringsman, maar kom binnen.’ Ik wou gelijk gaan eclipseren, maar moest en zou blijven. Een rokerige, bittere lucht sloeg me tegemoet. (…) (

Geheim dagboek 1973–1975

,p. 147)