Categoriearchief: Nieuws

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 15: Moeder

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Precies honderd jaar geleden, mei 1913 dus, zette Bertha Mennes een grote stap, samen met haar huwelijk op 1 september 1919 met Pieter Warren een van de grootste stappen uit haar leven. Ze verliet het ouderlijk huis en verhuisde, helemaal van Walcheren naar Zeeuws-Vlaanderen. Over de vader van Hans Warren zou met enige inspanning wel een biografie te schrijven zijn. Hij heeft allerlei sporen nagelaten in de archieven en in de kranten. Over Hans Warrens moeder, toch zo belangrijk voor haar zoon, ben je vrij snel uitgepraat. Het levensdoel van Bertha Mennes-Warren was, als ik het goed zie, dame zijn. En daarin slaagde zij: als een van de weinige vrouwen in Borssele werd ze met mevrouw aangesproken. In oktober 1936 stonden de páár mevrouwen van Borssele in de krant. In heel Nederland zijn er comités opgericht ‘voor de inzameling van gelden voor het Huwelijksgeschenk H.K.H. Prinses Juliana en Z.D.H. Prins Bernard van Lippe-Bisterfeld’. In het plaatselijke comité van Borssele had onder anderen Mevr. Warren zitting. De vroegste vermelding in een krant was deze geweest: ‘Bevallen van eene dochter. A.M. Mennes, geb. De Blok, ’t Zandt, 28 februari 1894.’ Haar naam viel pas zeventien jaar later. Toen had de krant een berichtje: ‘Voor de acte vrije- en ordeoefeningen zijn Vrijdag geslaagd de dames A.M. de Jong, T.S.J. Leeflang en A.F. Mennes te Vlissingen.’ In de maanden daarna zijn er twee vergelijkbare meldingen. De diploma’s bestaan nog. De volgende berichten gaan over haar sollicitaties. Vrij snel krijgt ze een betrekking aan de Openbare Lagere School B in de buurtschap Kruisdijk, gemeente Groede, Zeeuws-Vlaanderen. Haar benoeming was, afgaande op de berichtgeving in de Breskensche Courant van 16 april 1913, met enig tumult verlopen. Burgemeester en wethouders waren volgens de gemeenteraad te laat met de voordracht geweest. ‘Het is ook hierom van belang, dat we hier geen grootsteedsche dame nodig hebben, maar wel iemand die goed onderwijs geeft en daarbij door eenvoud zich aan de omgeving weet aan te passen,’ betoogde een raadslid. Om een daad te stellen koos men voor nummer twee op de voordracht, en dat was mej. Mennes. Na een paar maanden is er opnieuw opschudding. Twee onderwijzers en twee onderwijzeressen, onder wie mej. Mennes, vragen om meer salaris. De Breskensche Courant meldt op 6 september 1913: ‘Mej. Mennes is pas in functie, zoodat misschien menigeen der raadsleden haar niet eens kent, en komt nu al mede klagen.’ Na zes jaar vraagt en krijgt ze ontslag, op de dag van haar huwelijk. Ze gaat in Westkapelle wonen, waar haar man werkzaam is. In de zomer van 1921 vestigen Bertha en Piet Warren zich in Borssele. Hij laat volop van zich horen. Zij verdwijnt, als we het werk van haar schrijverszoon even buiten beschouwing laten. Ondanks dit persoonsbewijs met vingerafdruk uit 1941 en dit ‘bewijs van Nederlanderschap’ uit 1937 met niet bijster flatterende foto, blijf ik me afvragen: wie was zij? Alleen en altijd ‘grootsteedsche dame’, een paar kilometer buiten een klein dorp?

Mario Molegraaf

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 14: Ongepubliceerd gedicht voor Chris K.

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

Een tijdlang heeft Chris K. (1923-2008), in het Geheim dagboek Frans K. geheten, een belangrijke rol in Hans Warrens bestaan en vooral in diens verbeelding gespeeld. Hij zal uiteindelijk bedrijfseconoom worden. In 1949 trouwt hij en een paar weken voor het huwelijk stelt Hans Warren in ‘afschuwelijke eenzaamheid’ nog een brief aan hem op. ‘Nooit verstuurd, geopend & verwonderd gelezen op 19/4/51,’ staat er in roze inkt op de envelop geschreven. Eigenlijk heeft Hans Warren al afscheid van Chris K. genomen na een bezoek op 31 augustus 1946 met de conclusie: ‘Ik moet hem schrappen van de lijst “erotisch aantrekkelijk”.’ Dát was er aan de hand, zonder dat Chris K. daarvan ooit heeft geweten, liefde van één kant. Ze hebben elkaar leren kennen op 16 maart 1941, noteert Hans Warren op 4 november 1943 in zijn dagboek: ‘hij hoorde bij een NJN-excursie uit Vlissingen, de enige jongen die me aantrok door zijn rond, sympathiek gezicht en zijn leuke trekken.’ Er volgden nog enkele ontmoetingen en natuurtochten. Ook beginnen ze een briefwisseling. Zomer 1942 ondernemen ze samen ‘een elfdaagse zwerftocht naar de noordelijke provincies’ zoals Hans Warren het in zijn dagboek noemt. Hij voelt slechts ergernis over zijn metgezel: ‘Wat was ik blij toen ik weer van hem af was.’ Voorjaar 1943 eisen de bezetters van studenten de belofte dat ze zich zullen onthouden ‘van iedere tegen het Duitsche Rijk, de Duitsche weermacht, of de Nederlandsche autoriteiten gerichte handeling’, de zogeheten loyaliteitsverklaring. Chris K., die in Rotterdam is gaan studeren, ondertekent niet. Op 6 september 1943 stuurt een jongere broer van Chris Hans Warren een brief met het laatste nieuws: ‘Chris moest zich als niet getekend hebbend student in Tilburg melden. Hij is 6 mei met de trein vertrokken en… spoorloos verdwenen. Volgens een brief van de Gestapo niet in Tilburg noch in Ommen aangekomen dus… ondergedoken.’ Op zijn tweeëntwintigste verjaardag, 20 oktober 1943, krijgt Hans Warren een brief zonder adressering. ‘Ergens in Nederland’ staat erboven en de afsluiting luidt: ‘Met hartelijke groeten aan mijn beste vriend’. Ineens krijgen de brieven een zeer vertrouwelijke toon, de vriendschap krijgt op papier een heel andere aard. Chris beweegt zich tussen droom en werkelijkheid, bericht hij in een zoveelste lange brief van 28 juni 1944. Hans Warren vertegenwoordigt voor hem de droom: ‘gedichten, liefde, natuur (…) En economie is de werkelijkheid; plicht die ik mijzelf heb opgelegd en niet opgeven kan en zal.’ Zo gebeurt het ook, na de oorlog kiest Chris K. onvoorwaardelijk voor ‘de werkelijkheid’. Maar een tijdlang hadden bij Hans Warren bijzondere gevoelens kunnen gedijen. De ondergedoken vriend bestaat slechts uit verfraaide herinneringen en hooggestemde brieven. Aldus wordt zijn fantasie ongestoord gevoed en kan hij bijvoorbeeld het (tot nu toe ongepubliceerde) gedicht ‘Voor mijn vriend in verbanning (Chris)’ schrijven.

Mario Molegraaf


Klik op gedicht voor vergroting

Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 13: Toch prijzen

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

Hoezo geen prijs? Wanneer ik een doos opentrek, zit daarin een aardig hoopje medailles en komt een berg eerbewijzen tevoorschijn. Hans Warren behaalde al deze onderscheidingen niet met zijn boeken, maar met zijn duiven. Hij was een tijdlang een vooraanstaande fokker van sierduiven. Sierduiven moet je niet verwarren met postduiven. Bij sierduiven gaat het niet om oriëntatievermogen, maar om schoonheid, schoonheid volgens vaste criteria die juryleden op tentoonstellingen beoordelen. De prijzen en eerbewijzen zijn voor de mooiste dieren, of liever gezegd voor de eigenaren ervan die het vaardigst vaders en moeders hebben gecombineerd. Toen ik in Hans Warrens leven kwam, hield hij zich niet meer met het fokken bezig. Maar de duiven waren er nog steeds en zijn tot mijn laatste dag op het Pijkeswegje gebleven. Prachtige, bijzondere dieren, maar veel vreugde viel er niet aan te beleven. Roofvogels zorgden voor dreiging, torenvalken drongen bruut het hok binnen, sperwers eisten iedere winterdag hun bloederige tol. De Saksische witstaarten zijn toen ik wegging uit het huis, waar hun ruime hok een onderdeel van was, naar een buurtgenoot gegaan. Veel eerder had Hans Warren zelf de vinkduiven aan een medefokker overgedaan. In 1957 was hij teruggekomen naar Zeeland, de woelige Parijse jaren had hij letterlijk en figuurlijk achter zich gelaten. Een huisvader was hij voortaan, die zich toelegde op een huiselijke passie. Sierduiven dus. Denk niet dat het een vriendelijke hobby was, hij beoefende het op een niveau van wrede topsport. Zijn geheim dagboek hield hij niet meer bij, met des te meer aandacht noteerde hij in zijn duiven-fokboeken. Huiveringwekkende literatuur, voor de goede verstaander tenminste. Zomaar wat notities uit 1963 die duidelijk maken hoe het toegaat in deze ‘sport’. Over de duif met ringnummer 16971 noteert Hans Warren: ‘geslacht, een qua kleur eenvoudig onmogelijk dier.’ Nummer 15858 ‘werd erg paars, geslacht 11 aug.’ De biografie van nummer 17457: ‘9 dec. door rat doodgebeten en afgeknaagd. Was niet heel fraai’. Hans Warren fokte allerlei soorten sierduiven. Een van zijn grote specialiteiten was de vinkduif in alle kleurslagen. Nóg een onverwachte kant van Hans Warren: hij, de man die nooit voorzitter wilde zijn, was van 1964 tot 1970 voorzitter van de Nederlandse Vinkduivenclub.

Mario Molegraaf



Chris K. (1923-2008)

Op zijn Warren-tochten door Nederland is Martin van der Kamp onlangs in Apeldoorn geweest, op zoek naar het graf van Christiaan K., geboren in Vlissingen in 1923 en gestorven in Apeldoorn in 2008. Na een uurtje zoeken op de begraafplaats (aan de Soerenseweg bij de Jachtlaan), leverde dat een aantal foto’s op, die we op verzoek van de erven van de website hebben verwijderd.

Chris K. was één van de natuurvrienden van Warren, die regelmatig voorkomt in zijn Natuurdagboek. Martin citeert:

28 mei 1941
Op mijn zwerftochten door de natuur kom ik wel eens in contact met groepjes leden van de NJN (Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie). (…) met éen jongen uit Vlissingen, Chris K***, kan ik goed opschieten. We hadden afgesproken elkaar om tien uur aan de Sloedam te ontmoeten om naar de Calandpolder in het Noord-Sloe te gaan (…) Overal glansden de vogeleieren. Visdiefjes waren ook talrijk, een dozijn paar dwergsterns, scholeksters. (…) In het gras aan de oude dijkjes bloeide een overvloed van kleine vergeet-mij-nietjes en rode reigersbek, voorjaarsleeuwentand, boterbloempjes. (…)

13 juni 1941
Prachtige zomerdag. Naar Walcheren geweest. In Middelburg wachtte Chris op me. Fietsend door de Manteling bij Domburg, hoorde ik een voor mij bijzonder vogelgeluid. Ik had nog nooit een nachtegaal gehoord of gezien, maar wist dat te verbergen. Ik hoorde hem het eerst, en maakte er Chris op attent, die de zang wèl kende. (…)

6 juli 1941
Zondag. Prachtig zomerweer. Om tien uur was Chris hier, ik heb hem eerst de inlage getoond, waar rietgors en rietzanger nog druk zongen (…). Na het middagmaal gingen we naar de Kaloot, waar we in totaal nog een veertigtal nesten van dwergsterns vonden. (…) de blauwe zeedistels bloeiden bijna.

Kavafis en Komrij in Lychnari

In het eerste nummer van een nieuwe jaargang van Lychnari, het tijdschrift over Griekenland, schreef Mario Molegraaf een stuk over het jaar van Kavafis, 150 jaar geleden geboren. Een voorproefje is digitaal beschikbaar. In hetzelfde nummer schrijft hij in zijn rubriek ‘De schrijver’ over Gerrit Komrij.