Categoriearchief: Geen categorie

Hongerklop is verschenen

Begin deze maand verscheen bij uitgeverij Liverse de tweede poëziebundel van Eric de Rooij: Hongerklop.

Op acht december werd Hongerklop, het vijftigste deel in de Bordeauxreeks, feestelijk gelanceerd met muziek, voordrachten en poëzie. Co Woudsma las eigen gedichten voor en zijn favoriete gedicht uit Hongerklop. Ronny Boogaart analyseerde op taalkundige wijze het gedicht Het jonge falen en vertelde uitgebreid over het zelfstandige gebruik van bijzinnen. Oscar Kerkman had drie gedichten uit mijn eerste bundel op muziek gezet, zong en begeleidde zichzelf op de piano. Het eerste exemplaar ging naar Kees Klok, bij aanvang al de redacteur van deze reeks. Zie voor de eerste berichten over deze bundel: Kees Klok histoblog en Zeeland geboekt.

Behalve bij de boekhandel kun je het boek ook hier bestellen.

De ijsbaan te Kaatsheuvel

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer de ijsbaan te Kaatsheuvel.

2 juli [1982] – 10.40 – Gisteren hebben we een fietstocht gemaakt in de omgeving van Waalwijk. Van alle voorgenomen uitstapjes wilde Mario daar het liefste heen. (…) We fietsten (…) langs een moerasje met rietgorzen en bloeiende kamperfoelie, voorbij ‘Bosch en Duin’ en door de Loonse Duinen. Grote stille vlakten van zand, bossen, af en toe heide. De dopheide bloeide al volop. Bij de Kaatsheuvelse IJsbaan aten we een paar meegebrachte boterhammen op, om via de Roestelberg en ‘Plantloon’ naar Waalwijk te rijden. (…)

Uit de nalatenschap van Hans Warren 66 – Willem Bijsterbosch

Willem Bijsterbosch meldt zich in 1976 in het leven van Hans Warren. Via correspondentie, veelbelovende correspondentie, al moet Hans Warren vaststellen dat de enthousiaste fan zijn type niet is, ‘donkerblond, blauwe ogen.’ Maar hij voelt zich gestreeld, onder meer omdat Willem Bijsterbosch met zijn huissleutel Warren-teksten in de oude keien op het Haagse Binnenhof heeft gekrast. Er komt zelfs een ontmoeting, begonnen in Delft, maar die leidt tot niets. Later zou Bijsterbosch zelf in de literatuur opduiken. Hans Warren volgde zijn werk kritisch, op 10 maart 1990 zei hij op een volle literatuurpagina van de PZC naar aanleiding van Ketser de Neger over Bijsterbosch: ‘Hij heeft (…) iets van een natuurtalent, een zondagsschrijver. Daar toont hij de gebreken van, maar ook de oorspronkelijke kijk, de ontwapenende directheid.’ Een gedicht van Bijsterbosch, het prachtige ‘Een hoog’, haalde zelfs Hans Warrens Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Onlangs verscheen het Verzameld werk van Willem Bijsterbosch, 650 bladzijden dik, deel één in de Regenboogreeks van Uitgeverij kleine Uil. Bijsterbosch (1955-2010) was achteraf gezien een wat tragische figuur, het duurde volgens een berichtje in Tirade een week eer men zijn lijk aantrof in zijn huis, de gemeente betaalde vervolgens de crematie. Een bekende verschijning in Den Haag misschien, maar een veel te weinig bekende schrijver. Een natuurtalent inderdaad, maar hij rijpte langzaam vanaf zijn onzekere, op vele andere dichters leunende poëziedebuut tot en met zelfverzekerd, van alle homoclichés vrij proza. Zijn Verzameld werk verdient om allerlei redenen een plaats in je boekenkast, niet ver van de uitgaven van Hans Warren.

MARIO MOLEGRAAF

Nisse

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en
werk van Hans Warren. Deze keer de NH-kerk te Nisse.

Midden in de oorlog vermeldt Warren tweemaal in zijn dagboek een bezoek aan het kerkgebouw te Nisse. De eerste keer om de koster te assisteren en de tweede keer met vriendin Sibylle. De “P” in het citaat staat voor “Prufung”, een markering van de Duitse klokkenvordering vanaf 1943. De klokken met een P zijn exemplaren die
nader onderzocht zouden gaan worden. Bij een grote cultuurhistorische waarde zouden deze exemplaren alsnog van vordering vrijgesteld worden.

 

8 maart 1943 – In Nisse met de koster op de kerktoren geweest ten
einde een grote P te schilderen op de klokken die helaas versmolten
moeten worden voor de oorlogsindustrie. Of die (valse) P nog helpen
zal betwijfel ik, het is te hopen. Het zijn mooie oude klokken, een
grote en een kleine. Het uitzicht boven van de tinnen was prachtig,
het panorama van de Poel in het helle maartlicht. (…)

31 augustus 1943 – Jl. zaterdag zijn Sibylle en ik inderdaad een hele
dag op stap gegaan, maar ik heb niets gevraagd. Ik schuif het maar op
het koude weer. ’s Morgens ging het nog. We bezichtigden de kerk van
Nisse, Sibylle klom op de preekstoel en gaf een geslaagde imitatie van
een dominee, ze was aanbiddelijk met de roodblonde stralenkrans van
haren onder het donkere glanzende klankbord. Heel hoog in het gewelf
is een ‘kroning van Maria’ geschilderd, een klein, rond, primitief
werk dat ze door de verrekijker bestudeerde terwijl ik de stoel waar
ze op zat achterover balanceerde. We klommen op het orgel, ik
probeerde het even, en bestegen de smalle wenteltrap van de hoge
toren. Het woei boven erg hard. (…)