Categoriearchief: Geen categorie

Uit de nalatenschap van Hans Warren 74 ~ Theo van Baaren

Gedichten óver Hans Warren, jawel die zijn er ook. In 1984 publiceerde Theo van Baaren de bundel Dromen hardop met een gedicht ‘Birdwatcher’, voorzien van de opdracht ‘Voor H.W. van een mede-enthousiast’. Hans Warren wist het gebaar te waarderen en nam het sonnet vliegensvlug op in zijn grote bloemlezing, de Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. De twee dichters hebben elkaar slechts via het papier ontmoet. Wonderlijk, want ze deelden méér dan de liefde voor vogels, de echte en de ‘zeldzame diepdroomdieren’. Ze hadden ook interesse voor primitieve kunst gemeen, ze kochten zelfs veel voorwerpen bij dezelfde handelaar, Leendert van Lier. Net als Hans Warren bezocht Theo van Baaren nooit de verre streken van de verre kunst, wat hem hoon opleverde van de kant van Willem Frederik Hermans, in diens Onder professoren wordt hij opgevoerd als professor Stavinga. Theo van Baaren (1912-1989) was namelijk naast auteur ook godsdiensthistoricus, heel officieel, als hoogleraar in Groningen. Hij vond dat bij de theologische faculteit een museum voor volkenkunde hoorde, en kreeg dat voor elkaar, Museum Gerardus van der Leeuw. Hans Warren en ik maakten soms de reis naar Groningen, bijvoorbeeld in de zomer van 1998 toen er een expositie over Van Baaren werd gehouden. Hans Warren wijdde er een groot artikel aan in de Provinciale Zeeuwse Courant. Twee liefhebbers, van primitieve kunst en van vogels. In het gedicht vliegen ze even naar elkaar.

MARIO MOLEGRAAF

Uit de nalatenschap van Hans Warren 73 ~ Gérard de Smet

De kunsthandel, een wereld vol valse manieren en vol valse mensen. Met natuurlijk grote uitzonderingen, en de grootste uitzondering was Gérard de Smet. Hij was nog nooit in het Rijksmuseum geweest, tot de dag dat hij er een aantal door hem verkochte prenten ging afleveren. Vermoedelijk in zijn opzichtige en volgens Hans Warren zeer ongerieflijke Buick Skylark, niet voorzien van voorstoelen maar van een voorbank. De Smet had zijn geld verdiend met de Tabaksexpress, een groothandel in het tegenwoordig nét niet criminele product. Op latere leeftijd begon hij een grafiekhandel in Middelburg, Sint Jansstraat 66, Galerie Pictura, die ondanks De Smets ogenschijnlijke onnozelheid snel toonaangevend werd en dus aan beroemde museums leverde. De man deed het duidelijk voor zijn plezier, en Hans Warren kocht er voor zijn plezier, vele prachtige etsen bijvoorbeeld van Gerald Brockhurst en van Arthur Briscoe (een van de afbeeldingen, het meisje, is diens uiterst zeldzame ‘At Zeirikzee’, inderdaad zo gespeld). Wij kwamen graag bij meneer en mevrouw ‘Pictura’, zoals we Gérard en zijn Guus noemden, thuis in St. Kruis, Pereweg 8, ook al omdat daar heerlijk werd gegeten en gedronken. En verder was Gérard de Smet leverancier van mijn krielkipjes. Met de sierhoenders die hij fokte, was hij vele malen kampioen. Zó’n kunsthandelaar, je komt er geen tweede tegen. Als ik mijn ogen dicht doe, schuif ik opnieuw heen en weer op de voorbank van de Buick.

MARIO MOLEGRAAF


Hongerklop is verschenen

Begin deze maand verscheen bij uitgeverij Liverse de tweede poëziebundel van Eric de Rooij: Hongerklop.

Op acht december werd Hongerklop, het vijftigste deel in de Bordeauxreeks, feestelijk gelanceerd met muziek, voordrachten en poëzie. Co Woudsma las eigen gedichten voor en zijn favoriete gedicht uit Hongerklop. Ronny Boogaart analyseerde op taalkundige wijze het gedicht Het jonge falen en vertelde uitgebreid over het zelfstandige gebruik van bijzinnen. Oscar Kerkman had drie gedichten uit mijn eerste bundel op muziek gezet, zong en begeleidde zichzelf op de piano. Het eerste exemplaar ging naar Kees Klok, bij aanvang al de redacteur van deze reeks. Zie voor de eerste berichten over deze bundel: Kees Klok histoblog en Zeeland geboekt.

Behalve bij de boekhandel kun je het boek ook hier bestellen.

De ijsbaan te Kaatsheuvel

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer de ijsbaan te Kaatsheuvel.

2 juli [1982] – 10.40 – Gisteren hebben we een fietstocht gemaakt in de omgeving van Waalwijk. Van alle voorgenomen uitstapjes wilde Mario daar het liefste heen. (…) We fietsten (…) langs een moerasje met rietgorzen en bloeiende kamperfoelie, voorbij ‘Bosch en Duin’ en door de Loonse Duinen. Grote stille vlakten van zand, bossen, af en toe heide. De dopheide bloeide al volop. Bij de Kaatsheuvelse IJsbaan aten we een paar meegebrachte boterhammen op, om via de Roestelberg en ‘Plantloon’ naar Waalwijk te rijden. (…)

Uit de nalatenschap van Hans Warren 66 – Willem Bijsterbosch

Willem Bijsterbosch meldt zich in 1976 in het leven van Hans Warren. Via correspondentie, veelbelovende correspondentie, al moet Hans Warren vaststellen dat de enthousiaste fan zijn type niet is, ‘donkerblond, blauwe ogen.’ Maar hij voelt zich gestreeld, onder meer omdat Willem Bijsterbosch met zijn huissleutel Warren-teksten in de oude keien op het Haagse Binnenhof heeft gekrast. Er komt zelfs een ontmoeting, begonnen in Delft, maar die leidt tot niets. Later zou Bijsterbosch zelf in de literatuur opduiken. Hans Warren volgde zijn werk kritisch, op 10 maart 1990 zei hij op een volle literatuurpagina van de PZC naar aanleiding van Ketser de Neger over Bijsterbosch: ‘Hij heeft (…) iets van een natuurtalent, een zondagsschrijver. Daar toont hij de gebreken van, maar ook de oorspronkelijke kijk, de ontwapenende directheid.’ Een gedicht van Bijsterbosch, het prachtige ‘Een hoog’, haalde zelfs Hans Warrens Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Onlangs verscheen het Verzameld werk van Willem Bijsterbosch, 650 bladzijden dik, deel één in de Regenboogreeks van Uitgeverij kleine Uil. Bijsterbosch (1955-2010) was achteraf gezien een wat tragische figuur, het duurde volgens een berichtje in Tirade een week eer men zijn lijk aantrof in zijn huis, de gemeente betaalde vervolgens de crematie. Een bekende verschijning in Den Haag misschien, maar een veel te weinig bekende schrijver. Een natuurtalent inderdaad, maar hij rijpte langzaam vanaf zijn onzekere, op vele andere dichters leunende poëziedebuut tot en met zelfverzekerd, van alle homoclichés vrij proza. Zijn Verzameld werk verdient om allerlei redenen een plaats in je boekenkast, niet ver van de uitgaven van Hans Warren.

MARIO MOLEGRAAF