Categoriearchief: De mooiste gedichten

Natuurlijk

Natuurlijk
Gekozen door Gina Rossing

Natuurlijk moest die jongen in het duin
merken dat ik intens naar hem keek.
Natuurlijk kwam hij toen vlak langs me
met veel overbodige bewegingen
hoewel hij me zogezegd niet zag.
Natuurlijk begon hij een lenteballet
met een vriendje en een bal,
natuurlijk streek hij veel te meisjesachtig
telkens door zijn erg lange haar
en keek daarbij eens om,
flitsend gebit in duister gezicht.
Natuurlijk lag hij later
loom kauwend op een helmspriet
in dat aandoenlijke verschoten badbroekje
helemaal alleen in een warme duinpan.
Natuurlijk ging ik zacht en ongemerkt weg
en natuurlijk heb ik daar de hele dag spijt van.

Hans Warren, Verzamelde Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002)

Veiling

Veiling
Gekozen door Louise Cornelis

Machten die ik niet ken
spannen de zwarte lijven.
Beschaamd keur ik ze, als slaven,
in een vitrine bij Christie’s.

Oerwezens, demonen, goden.
Ik een poen met te veel geld.

Vergeef me, ik bied,
in dollars nog wel,
vergeef me, ik bid,
wil bij me wonen,
verweesd, maar in ieder geval
weer geëerd.

Er is geen terug.

Hans Warren, Verzamelde Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002)

Vroeger

Vroeger
Gekozen door Alex Verburg

Vroeger met de zuidenwind
ontving ik soms een boodschap
geur uit je straat, stof van je drempel.

Of met de noordenwind
gaf ik een vogel mee
die een woord voor woord geleerde lofzang floot.

Er waren veel wegen en schepen
en de aarde draaide gewillig,
hier jij, daar ik.

Toen je pas verloren was
bleven er veel denksystemen
en berekeningen om in te nemen
als slaapmiddel.

Later het gevecht met de taal.
Bezweren je leeft en ik heb je nog lief,
want ik zeg het.

Weer later kwam je alleen
in de windstilte van de slaap
soms naast mij liggen.

Nu de wind van alle kanten komt
ontvang ik vaak een boodschap
geur uit je straat, stof van je drempel.

Hans Warren, Verzamelde Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002).

Terugkeer

Terugkeer
Gekozen door Jack van der Leden

We liepen door het late land. De bomen
geurden bedwelmend en de zomerlucht was zwaar.
Duister schoof over vers gemaaide klaver.
De wind kwam als een warm en tastbaar aaien
onder de hemel, spiegelend in een meer
op blauwgroen fond zijn ambergele wolkenvlokken.
Er klonk vreemde muziek, die ik vergat.
We zagen achter wijde velden spitse torens,
gerezen aan de duistere einderboog
tegen het stil verschilferd koepelparelmoer.
Er was gefluister en gegiechel langs de wegen
en bladerschaduw als een lokkend grottenhol.

Terugkeer. Dit nooit kunnen verwoorden:
terugkeer door de zomeravond, naar huis,
maar niet mijn huis, het onvolmaakte.
Dit was nóóit samen, altijd heel alleen,
de lucht moest warmer zijn dan bloed,
het licht heel rood verguld, de geuren
bijna verstikkend zwaar. Een ander paar
moest ergens dwalen, een veel gelukkiger
en mooier paar, en een jonge landman zong
of oefende in een tuin op een trombone.
En nooit heb ik dat huis bereikt, maar soms
in dromen ben ik nog op weg daarheen.

Hans Warren, Verzamelde Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002).

Herinner je, lichaam…

Herinner je, lichaam…
Gekozen door Wilfred van Buuren

Lichaam, herinner je niet alleen hoezeer je werd liefgehad,
niet enkel de bedden waarop je bent gaan liggen,
maar ook die verlangens die om jou
duidelijk blonken in de ogen
en trilden in de stem – en een
toevallige hindernis maakte ze vergeefs.
Nu dat alles al in het verleden ligt,
lijkt het bijna of je die verlangens
ook ingewilligd hebt – herinner je,
hoe ze blonken in de ogen die je aanzagen,
hoe ze trilden in de stem, om jou, herinner je, lichaam.

K.P. Kavafis, Gedichten. (Amsterdam: Bert Bakker, 2002).