Categoriearchief: Algemeen

Hens van der Spoel

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze maand: Hendrik (‘Hens’) Marinus van der Spoel (8 oktober 1905 – 7 juli 1987), Warren’s tekenleraar aan de H.B.S. te Goes, begraven in Bilthoven.

Geheim Dagboek 10 okt. [1942] – 10.30 – (…) Van mijn zestiende tot mijn achttiende heb ik de geslaagdste vogeltekeningen gemaakt. Aanvankelijk tobde ik met de achtergronden, vele schetsboeken getuigen daar van. De vogel is gelukt, de achtergrond verknoeit het geheel omdat hij niet even goed doorwerkt is als het vogellichaam. Zelf had ik dat niet in de gaten. Als Willem of Van der Spoel zeiden: ‘Wat jammer, die achtergrond is weer helemaal mis, dat bederft alles’ zag ik dat niet zo. (…)

Als ik een enkele keer hun peil benaderde kreeg ik van Van der S. en W. te horen: ‘Dat is niks, dat gaat te veel op een Verkadeplaatje lijken!’ (…)

7 dec. [1942] – Gisteren naar Van der Spoel geweest om hem mijn nieuwe werk te laten zien. (…) V.d.S. zelf was juist de kachel in zijn atelier aan het aanmaken, om te gaan werken. Ik wilde weggaan, maar hij zei grootmoedig dat het zo erg niet was, dat hij voor iemand waar hij belang in stelde het wel over had. Hij was prettig verrast door mijn werk, mijn vorderingen. ‘Je bent eindelijk losgekomen,’ zei hij, ‘ik was bang dat je er nooit uit zou komen, dat je in die vogeltjes was verstard.’ Hij keek me met een levendige blik aan, ik merkte hoe zijn vertrouwen me tegemoetkwam, dat hij me voor het eerst au sérieux nam. (…)

We aten, en daarna liet V.d.S. me nog wat van zijn eigen werk zien. Ik vind zijn schilderijen interessant, zowel van opbouw als van kleur en inhoud. (…)

3 feb. [1943] – Gister weer naar Van der Spoel geweest. Tegen drieën kwam ik er aan. (…)

Na een kop thee gingen we naar het atelier, waar mevrouw ook speciaal de kachel aangestoken had, een vermeldenswaardige handeling in deze tijd. Het was er beslist erg koud, en V.d.S. is kouwelijk.

‘Kom op met je spullen,’ zei hij. Ik droeg ze een voor een aan, zette ze in zo passend mogelijke lijsten, en V.d.S., achterstevoren op een stoel zittend, oordeelde. Het viel niet mee. Wat had ik verwacht? Ik had gehoopt hem te verrassen, had graag een enthousiast woord gehoord, het bleef uit. Hij prees mijn gevoel voor kleuren en kleurcombinaties, maar mijn werk miste ruggegraat, pit, het was allemaal te dromerig. (…)

8 maart. [1944] – Een anekdote over Van der Spoel: zijn bijnaam is ‘Zak’, en wel omdat hij als een zak op zijn fiets zit. Hij houdt de armen stijf aan het stuur, en zakt dan helemaal door in het schoudergewricht, een stijfkomieke houding omdat hij zwaarlijvig is. Elke fietsende schooljongen doet het hem na als hij in de buurt is. Hij heeft ook altijd zo’n idioot ‘gezondheidszadel’, hij beweert dat ‘het klokkenspel dan lekker vrij hangt’. (…)

3 april. [1954] – 9 uur. Gistermiddag tegen drie uur werden we verrast door een bezoek van H.M. van der Spoel (…). Van der Spoel is een van de weinige mensen in Nederland die zich Guys-kenner mag noemen. Door zijn invloed ben ik op deze tekenaar en aquarellist attent gemaakt. (…)

21 juni. [1954] – (…) De afgelopen week ben ik tweemaal bij Van der Spoel geweest en ik heb het grootste gedeelte van zijn schilderijen bekeken. Zijn atelier in De Groe onder ‘s-Gravenpolder schudt op de grondvesten van de vogelzang. (…) Ik vind het genoeglijk bij hem. Ook op zijn vrouw, de keramiste Nel Houtman ben ik bijzonder gesteld. (…)

23 juli. [1954] – 14 uur. – Maandagavond ben ik naar de Van der Spoels gegaan om over Constantin Guys te praten. Ik heb bij hen overnacht. Zij hebben me voorgesteld hen te tutoyeren. Ik voel dat voorlopig als iets ongepasts. De afstand is te groot zowel in leeftijd als in positie – ik ben in dit opzicht blijkbaar ouderwets opgevoed. Overigens was ik vereerd door het voorstel. (…)

15 nov. [1954] – 10 uur. – (…) Gisteren was ik van twee tot acht bij de Van der Spoels. Hens gaf me een gouache ten geschenke met een opdracht ter gelegenheid van de geboorte van onze dochter.  (…)

10 juli [1987] – 10.30 – Vanmorgen het bericht dat Hens van der Spoel is overleden, 82 jaar. Wat voel ik? Hij was op een of andere manier een geestelijk vader. Zijn invloed op mij is groot geweest. Daarna moest ik hem kwijt, zoals je een echte vader moet kwijtraken, met afkeer en afwijzing. (…) Ik vergaapte me aan zijn werk en aan zijn levensstijl. Nu zie ik pijnlijk scherp dat hij een weinig getalenteerde imitator was. (…)
Cf. Geheim Dagboek 1956-1957.

Bertus Aafjes

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: Lambertus Jacobus Johannes (Bertus) Aafjes (Amsterdam, 12 mei 1914 – Swolgen, 22 april 1993), begraven in Swolgen.


Geheim Dagboek 9 feb. [1947] – Enigszins tot mijn verbazing merk ik dat ik het lezen van onze hedendaagse letterkunde, dus zeg van 1946-47, vrijwel opgegeven heb. De enige oudere dichter die me nog interesseert is Gerrit Achterberg. Bertus Aafjes is een handige rijmelaar, Koos Schuur niets. (…)
25 nov. [1987] – 10.30 – (…) We ontkwamen niet aan het Meulenhoff-feestje [in Amsterdam]. O, wat heb ik een hekel aan dergelijke bijeenkomsten. Ik heb er met een paar mensen gepraat. Als eerste met Sem Dresden, (…). Daarna met Renate Rubinstein, maar dit gesprek werd bruut afgebroken doordat Bertus Aafjes zich tussen ons in wrong. (…)21 juni [1992] – 22 uur – Vanavond schreef ik een gedicht over Toetanchamon: ‘In Londen keek je me aan / met een smeltende vrouwenblik.’ ik dub alleen nog over de slotstrofe. Het moest omdat we door de weigering van Bertus Aafjes in de poëziekalender voor 1993 geen gedicht over Caïro hebben. (…)

Hans Warren in hét Pride-boek van deze zomer (PZC)

Augustus verovert Zeeland! Vorige week verscheen tegelijkertijd in de PZC, BN de Stem en Algemeen Dagblad (regio Zeeland) het interview dat Rolf Bosboom met mij had over mijn boek Augustus. De kop: Op zoek naar Hans Warren in hét Pride-boek van deze zomer. Een mooi gesprek over de rol van dagboekschrijver en dichter Hans Warren in mijn roman. Je kunt het interview hier lezen (premium). Leuk detail: één van de foto’s is gemaakt in boekhandel De Koperen Tuin in Goes, ik zit achter de typemachine van schrijver Jan Vantoortelboom (zijn boeken liggen ook op het bureau). De foto van de krantenpagina is gemaakt door mijn Zeeuwse schoonmoeder. 😉

Zwaakse Weel

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze maand: de Zwaakse Weel.

Citaat uit: Hans Warren, 1950, Een visarend op bezoek, met illustraties van de schrijver; in: De Wandelaar, jrg 18, no 4, p. 78-80.
Midden in Zuid-Beveland, nabij het dorpje Kwadendamme, ligt een prachtige waterpartij; een weel, zoals men in Zeeland zegt. Het is een overblijfsel van een zeer oude kreekarm, die in vroeger jaren twee van de eilandjes, waaruit Zuid-Beveland bestond, van elkander scheidde.
Deze kreek is niet alleen uit landschappelijk oogpunt een der belangrijkste welen, ook de vogelliefhebber kan er vaak zeer mooie waarnemingen doen. Zo huist er sommige jaren in de laatste dagen van April een Visarend, die, op de doortrek, even pleistert in de rustige omgeving van het visrijke water.
Levendig staat mij nog voor de geest, hoe ik voor de eerste maal met deze grote roofvogel kennis maakte. Het was 1940, juist een paar dagen voor de oorlog uitbrak. Ik was nog op school. Een oudere vriend van me, uit Goes, had ’s morgens op een fietstocht aan de Zwaakse Weel een Visarend waargenomen en aangezien ik een vrije Woensdagmiddag had, besloten we samen nogmaals op deze zeldzame gast af te gaan.
Het was het heerlijkst denkbare voorjaarsweer; bloesems en vogelzang waren allerwegen. Toen we de weel naderden, speurden we eerst de hoge boomtoppen van de omgeving af, maar vergeefs. Over lage, vochtige veldjes, wit van verbleekte pinksterbloemen riepen vele Koekoeken tegelijk; Mezen, Grasmussen en Boompiepers zongen overal, en vlak bij ons schoot een Boomkruipertje ruksgewijs langs een stam omhoog. Telkens klonk zijn fraaie korte draailiedje.
Zodra we aan het water kwamen, kregen we de arend in het oog. Hij zat boven op een van de gekapte knotwilgen. Zijn bronskleurige vleugels glansden in de zon en hij bewoog zijn witte kop argwanend heen en weer. (…)

15 mei [1941, natuurdagboek] – In de Zwaakse Weel zongen kleine èn grote karekieten. De grote kon ik tot op enkele meters benaderen. Van vlakbij klonk de harde krasserige, maar toch wel aangename en opgewekte zang. De vogel zelf is niet erg mooi, vooral niet als hij bij het zingen de kruinveren als een borsteltje overeind zet, het vormt net geen kuif.

Geheim Dagboek 27 sep. [1953] – Zondagnamiddag. (…) Gister een afscheidsbezoek aan de Zwaakse Weel gebracht. Stilte, warmte, geuren; waterhoentjes en ijsvogels rumoerend in het riet, gaaien in de eiken, karpers klakkend en springend op het watervlak, zoete bramen. Wat een mooi land.

31 juli [1977] – (…) We bezochten Nisse en de dijken daar met de wollige distel en allerlei andere zeer zeldzame planten. De Zwaakse Weel. Natuurschoon en heerlijk weer, we genoten. (…)

20 april [1983] – 20.15 – Na de lunch hebben we een ritje door Zuid-Beveland gemaakt, naar Nisse en naar Ellewoutsdijk. Daar wordt de inlage verknoeid vanwege een dijkverhoging, er waren slechts twintig kluten. Ook bij de Zwaakse Weel en de Biezelingse Ham was er veel gekapt. Hele dijken, vroeger boomlanen, lagen er kaal bij. (…)

27 juni [1983] – (…) We zagen bij de Zwaakse Weel ook de witte varieteit van valeriaan, naast de gewone soort. (…)


Oostvoorne

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer Restaurant Parkzicht, Stationsweg 2, Oostvoorne (thans: “Eetcafé Centraal/Bed & Breakfast Oostvoorne”).

uit Geheim Dagboek:

2 maart [1995] – 15.40 – Gistermiddag zijn we om één uur naar Rotterdam vertrokken, tegen elven waren we thuis. Voor Lekker hebben we in Parkzicht in Oost-Voorne gegeten. Simpel, maar heel lekker. Zo’n amuse, eenvoudiger kan haast niet, een mousse van makreel met een komkommersausje, maar het was verrukkelijk. (…)

13 april [1996] – 10 uur – (…) We besloten te gaan eten in Parkzicht in Oost-Voorne. Ik heb voor een keer M.’s tactiek gevolgd en alles enorm geprezen, hoewel ik het matig vond. (…)

14 maart [2001] – 87 kg. – 13.10 (…) We waren al jaren niet in ‘Parkzicht’ geweest, maar hadden er goede herinneringen aan. Des te groter was de teleurstelling. Een bijzonder aardige ober, een aangename temperatuur, en dan had je het gehad. Vrijwel alles was onvoorstelbaar slecht, M. vond dat gelukkig ook, maar mijn gebakken kalfslever sloeg alles. (…) Alleen M.’s dessert en de koffie verkeerd met friandises konden ermee door. (…)