Categoriearchief: Algemeen

Maasbracht

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp
landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en
werk van Hans Warren. Deze keer restaurant Da Vinci te Maasbracht.

4 juni [1995] – eerste pinksterdag, 21.30 – (…) Ik heb zoveel gekregen, zoveel ervaren, zoveel genoten. Gisteren hadden we gebakken ansjovis uit de Oosterschelde, vandaag paling in het groen, allebei waren superbe. Stevens, de visboer op de Goese markt, valt denk ik niet te overtreffen. Vergelijk dat eens met wat je krijgt in de meeste restaurants. In zo’n zaak als Da Vinci in Maasbracht, (…), dáár wordt met liefde gekookt. Maar meestal, (…), is het een routineklus, afgestemd op geld verdienen.

5 mei [1997] – 11.30 – Gisteren weer een vermoeiende dag. De uren in de auto waren een kwelling, m’n dikke buik en m’n zak zaten steeds in de klem. (…)
En we besloten nog een Zuid-Limburg tocht te maken. Bij Beutenaken bloeiden prachtig de vergeet-mij-nieten in het onderbos, de koekoek riep, de bostortel koerde, het zwartkopje zong. We hadden allebei verwachtingen van het eten in Da Vinci in Maasbracht. M. was in een stemming van overdreven lof, het woord superbe viel voortdurend. Z’n hoofdschotel was superbst, nooit had hij zo’n biefstuk gegeten. Nou, mijn hoofdgerecht, tong en tarbot, was ronduit smerig, het stónk. (…)

10 mei [2001] – 85 kg. – 10.30 – Voor mij is dit nog de enige herdenkingsdag. M. is net naar Goes vertrokken voor boodschappen. Ik ben uitgeput, het is gisteren bijzonder vermoeiend geweest. Het was héél mooi weer en ik wist hoe graag M. eruit wou. Ik had gepoept, durfde het te wagen en stelde een tocht naar Zuid-Limburg voor. Nou, ik heb het geweten. Wat ben ik afgebeuld!
(…) We besloten te gaan dineren in ‘Da Vinci’, de zaak van Margo Reuten in Maasbracht. Volgens mij wéér zo’n flop: hooggeprezen, lang door M gesteund, ik zogezegd ‘ een vervelende mopperkont’, maar ik vond het helemaal niks. Dé specialiteit van de kokkin is het bedenken van het juiste bord bij het gerecht. Of wie weet gaat het in haar geval wel andersom: is er eerst een bord, en wordt daarbij een gerecht verzonnen. Maar het smaakte allemaal nergens naar en duurde drie uur. Pas toen we thuis waren, om kwart over één, gaf M. me gelijk. Voortaan doen we het anders: we kopen gewoon iets in een wegrestaurant of tankstation.

Volkenkundig Museum Gerardus van der Leeuw

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer het voormalige volkenkundig museum Gerardus van der Leeuw aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 104 te Groningen.

14 juli {1995] – 14.50 – [over 13 juli] (…) Om even na tweeën kwamen we aan in het Museum Gerardus van der Leeuw voor de tentoonstelling Goudglans en schaduwen, het hoogtepunt van de dag. Na vieren had het geen zin meer nog naar het nieuwe Groninger Museum te gaan. (…)

5 aug. [1998, noterend over 4 aug.] – 16 u. – (…) Vervolgens reden we naar Groningen, een veel aangenamer stad dan Leeuwarden. Hier bezochten we het volkenkundig museum Gerardus van der Leeuw, vooral vanwege de tentoonstelling over Theo van Baaren. Er waren reeksen van zijn collages, veelal met heel felle ogen erin geplakt. Grappig, gek, vervreemdend, maar wat van dat geknutsel te zeggen? Leuk spelletje, maar ietwat kinderachtig om op je oude dag mee door te gaan. Dan zijn ethnografica, die loopt van troep tot de prachtigste dingen. In het begin van de jaren veertig is hij begonnen met het aanleggen van de collectie. Heel wat stukken kocht hij bij Leendert van Lier, met wie hij bevriend was. Uiteindelijk telde de verzameling ruim tweeduizend voorwerpen, uit allerlei gebieden zodat een soort encyclopedie van de volkskunde is ontstaan. (…)

Gezicht op Zutphen

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: gezicht op Zutphen in februari.

Eind 1976 verscheen de eerste druk van de bundel “Zeggen wat nooit iemand zei” met het gedicht “Groet uit Lochem”. In de jaren zestig en zeventig spoorde Warren geregeld naar de Achterhoek voor bezoeken aan Paul Rodenko, broer en zus Palsenbarg en Jeanne Eeckelmans. Geciteerd is de met een geringe wijziging aangepaste versie uit de “Verzamelde Gedichten” (2002).

Groet uit Lochem
Dit was een ontdekkingsreis,
spelen: hoe zou jij het zien?
‘Stad aan de horizon’ bij voorbeeld,
neem Zutphen op deze nevelige
februarimorgen, de torens, de gouden bol
weerspiegeld in de trage IJssel.
Zeg, wat is Lochem in de winter
zonder jou, al fluiten zoete goudvinken,
al staat er met grote letters
zwart op hemelsblauw boven de kerkdeur:
‘Laat ons onze onderlinge
bijeenkomste niet nalaten (Hebr. 10).’
Ik stuur je daar een prentkaart van,
je zult lachen hoop ik, maar het is
koud vanavond, eenzaam en doodstil.
Ik wou dat ik in jouw rumoerige bedje lag
en met je spelen mocht.
Ik heb je nog nooit liefste genoemd,
nu noem ik je liefste, en dat helpt even.

Oostermiddenmeerweg bij Medemblik

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer de Oostermiddenmeerweg in de Wieringermeerpolder bij Medemblik.

27 sept 1943 –  Vanmorgen reisden Hein en ik al vroeg af naar de Wieringermeer. Via Utrecht, Amsterdam, Zaandam. Overvolle treinen. (…) Vanaf Schagen gefietst. De ontvangst bij Jannetje en Piet was buitengewoon hartelijk. We gingen met Piet de velden in. De oogst was al grotendeels binnen, enkel suikerbieten en bruine bonen stonden nog op het land. In een vaart langs Piets land lag een baggermolen, al een jaar buiten dienst, te verroesten en daar zijn we boven op geklommen. Je had dan een prima uitzicht over de uitgestrekte Wieringermeerpolder. Overal kronkelde dikke witte rook omhoog van brandend aardappelloof, loodrecht, want er was geen aasje wind. Het was zoel weer.

’s Avonds naar de IJsselmeerdijk. Er vielen brandbommen aan de Oostermiddenmeerweg. Waarschijnlijk is er geen plekje meer in heel Europa waar je de oorlog een dag totaal ontlopen of vergeten kan. (…)