In de PZC van 14 juni jl. besprak Mario Molegraaf de poëzie en het dagboek van Willem Barnard. Over het dagboek is hij lovend: (…)Er valt veel te beleven in Anno Domini. Barnard kijkt naar zichzelf: “Mijn tobvermogen is abnormaal.” Hij levert commentaar op de wereld: “Televisie, je treedt er desnoods voor op, maar je haalt het niet in huis.” Maar het dagboek is vooral interessant vanwege de strijd tussen de dichter en de dominee.(…)Al in de eerste aantekening schrijft hij over zijn verscheurdheid. Hij wil niet, maar hij moet toch. Hij kan door de poëzie geen theoloog zijn als andere theologen, door de theologie geen poëet als andere poëten. Zo hoort hij nergens bij, niet eens bij zichzelf. Hij gaat dan ook met twee namen door het leven: Willem Barnard en Guillaume van der Graft. In dit denderende dagboek versmelten ze zich, de dominee zonder kerk, de dichter zonder prijs.