Auteursarchief: Ronny en Eric

Uit de nalatenschap van Hans Warren 119 ~ Arjen Faber / Taieb Ghaieb

Ergens in mijn lijf was er een kleine blikseminslag toen ik dit nummer van Maatstaf op de bekende veilingsite Catawiki ontdekte. En ik kreeg weer een schokje, een schokje van plezier, toen ik ‘de kavel’ had ‘gewonnen’ zoals dat in veilingtaal heet. Tot de kavel behoorde ook nog een speciaal exemplaar van de bundel Betreffende vogels, gesigneerd door Hans Warren én door illustrator Henk Slijper. Inclusief veilingkosten kwam de aankoop me op €30,05 te staan, verkoper Ziggy123 zal vast een schokje van schrik hebben gekregen. Wat is er zo bijzonder aan het tijdschrift? Hans Warren voorzag dat van een in zichtbare haast geschreven opdracht: ‘Met veel beste groeten, Arjen, van Hans. Schrijf eens, ben wat down. Waar is Taieb?’ Het gaat om Taieb Ghaieb, een jongeman uit Tunesië, bezongen in de hooggestemde reeks Zes elegische gedichten waarmee Hans Warren in deze Maatstaf, de aflevering voor april 1967, is vertegenwoordigd. Voor het eerst in jaren is Hans Warren weer verliefd, voor het eerst in jaren schrijft hij weer poëzie, dat hangt bij hem nauw samen. Arjen, de Arjen uit de opdracht, is een schakel en misschien een spelbreker in deze geschiedenis. Het gaat om Arjen Kees Faber, geboren in 1920, overleden in 1989. Hij is lang als jurist werkzaam geweest bij de ANWB, maar in hem school ook een dichter, de dichter van de bundel Cantus Firmus om precies te zijn, in 1954 onder de schuilnaam Frank Allard gepubliceerd. Indertijd had hij Hans Warren een exemplaar geschonken. Die logeert begin 1967 bij Allard/Faber in Den Haag. In de bus ontmoet hij Taieb Ghaieb en neemt hem mee naar Fabers huis. Van Taieb is nooit meer vernomen. Op een correspondentiekaart van 23 februari 1967 noemt Faber de Zes elegische gedichten ‘fonkelende, geslepen edelstenen, met duizend facetten die het hart breken’. Het is hem niet gelukt, zegt hij, Taieb terug te vinden. In een ander bericht aan Hans Warren vertelt hij zich schuldig te voelen ‘jou het geluk te hebben doen missen. Ik had moeten beseffen, wat hij voor jou betekende na het gesprek dat wij thuis over hem hadden. Het is een van die gevallen, waarin je onwetend en onvrijwillig verraad pleegt’. Hij verwijst eveneens naar Hans Warrens omstandigheden, echtgenoot en vader van drie kinderen. Faber voelt zich óók ellendig, schrijft hij, ‘omdat je zoon David zo’n lief knulletje was; hij maakte een vertederende indruk op me.’ En dan dit nummer van Maatstaf met het toevallig en toepasselijk intens roze omslag. Een symbool, misschien wel het symbool van de poëtische renaissance van Hans Warren.

MARIO MOLEGRAAF

Van Berckenrodelaan

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer de Van Berckenrodelaan te Waalwijk.

24 sep. [1979] – (…) Zaterdagmorgen de 22ste met de trein van 8.35 naar Waalwijk. In Tilburg fietsen gehuurd. Mooie tocht via Loon op Zand, langs de Loonse en Drunense duinen en door de polder bij Sprang-Capelle. De omgeving daar is buitengewoon mooi. We fietsten meer dan twee uur en kwamen kwart over twaalf bij de Molegraafs aan. Het huis het prototype van de doorzonwoning met salontafel, bankstel en telefoontafeltje dat ik direct met telefoon en al omschopte. (…)

5 sep. [1990] – 22.15 – (…) Gisteren, na het avondeten, zaten we over familie te praten, onder meer over M.’s ouders. Opeens zei hij: ’Zullen we even naar ze toe gaan?’ Ik houd van zulke plotselinge besluiten. (…) We lieten de afwas staan, en nog voor halfnegen stonden we in de Van Berckenrodelaan. Het was een geslaagd bezoek, zij vonden het leuk hun nieuwste aanwinsten te tonen, de dag voordien bezorgd. (…)

1 juli [1996] – 12.45 – (…) Om tien uur waren we thuis. M.’s ouders hadden gebeld, ze gaan een flat huren in Baardwijk en verkopen het huis in de Van Berckenrodelaan. M. belde onmiddellijk terug, toch een beetje geëmotioneerd, afscheid van het ouderlijk huis.

Hélène Swarth

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: dichteres Stéphanie Hélène Swarth (Amsterdam, 25 oktober 1859 – Velp, 20 juni 1941), begraven op ‘Heiderust’ aan de Lentsesteeg in Worth-Rheden (graf I-bg-223). Bijna jaarlijks present in Warren’s poëziekalender.

Uit de nalatenschap van Hans Warren 118 ~ 1 februari 1953

1 februari 1953 heet het boek. Een door Ad Zuiderent samengestelde bloemlezing met de ondertitel ‘Stormramp en watersnood, nagewerkt in gedichten, verhalen en toneeltekst’. Het exemplaar waarop ik onlangs op Marktplaats stuitte, voert niet alleen terug naar die fatale datum, bijna zeventig jaar geleden. Via dit exemplaar, alleen via dit exemplaar, gaan we óók terug naar 12 september 1986. De werkzaamheden aan de Oosterscheldekering waren bijna afgesloten en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat had de in 1 februari 1953 vertegenwoordigde auteurs uitgenodigd voor een dagtocht. Met een béétje bijbedoeling: men hoopte op toepasselijke tekst. Uiteindelijk koos men voor regels van Ed Leeflang, diens rijm ‘hier gaan over het tij/ de maan de wind en wij’ is in een onvindbaar hoekje van de kering weggestopt. Maar ook Hans Warren deed een poging, liever gezegd verschillende pogingen, zie de doorslag van zijn brief. ‘Ik zou het om sentimentele redenen fijn vinden als mijn woorden werden gekozen: de naam van mijn vader, de waterbouwkundige, op dit grootse waterbouwkundige werk,’ bekent hij in de uitvoerige dagboeknotitie over het schrijversreisje. Tijdens het uitje liet iemand een exemplaar van 1 februari 1953 rondgaan en vroeg de aanwezigen er hun handtekening in te zetten. Onder meer Hans Warren en Bert Schierbeek gingen daarop in. Zelfs de uitgever zette zijn zwierige signatuur op het titelblad. Hans Warrens souvenirs rondom 12 september 1986 bleven bewaard, zelfs de menukaart van het maal waarmee de dag werd afgesloten. In de inhoudsopgave van het unieke exemplaar van 1 februari 1953 duikt ook de handtekening op van Theun de Vries, ‘als onvoorziene gast’. Er staat geen werk van hem in de bloemlezing, maar zoals Hans Warren in zijn dagboek uitlegt: ‘De Vries hoorde eigenlijk niet bij het gezelschap. Hij had zichzelf uitgenodigd voor de officiële opening door de koningin, maar men had hem naar dit evenement verwezen.’ Een extra verhaal achter dit boek met verhaal.

MARIO MOLEGRAAF