Auteursarchief: Ronny en Eric

Kloosterzande

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp graven, gebouwen en landschappen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. In 1944 maken Warren en zijn geliefde Sibylle een tochtje door Zeeuws-Vlaanderen. Daarbij deden ze ook Kloosterzande aan, de geboorteplek van Ronny.

31 juli 1944
(…) In Kloosterzande lukte het om in het hotel dat ons het meest aanstond twee kamers te krijgen (we hadden geleerd).
We aten er het avondbrood, wandelden nog een eindje om en gingen vroeg naar bed. We namen Sibylle’s kamer, die ruimer was, baadden en stapten naakt in bed. Sibylle was heel mooi, ze had klassiek – kleine borsten en heel fraaie heupen.
(…)
We ontwaakten gelijk in elkaars armen. Na het ontbijt betaalden we de rekening en we reden toen naar kennissen van me in Ossenisse, waar we hartelijk werden ontvangen. We zwommen bij Zeedorp in reeds laag water, waren nadien te lui om door te rijden naar Axel en keerden terug naar Kloosterzande, kregen daar dezelfde kamers – die overigens ook gonsden van de muggen.



Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 30: P.J. Meertens

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.

We kennen hem vooral als A.P. Beerta, directeur van Het Bureau, dankzij de romancyclus van J.J. Voskuil. Dat bureau was het Bureau voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde, de directeur heette in werkelijkheid P.J. Meertens (Middelburg 1899 – Amstelveen 1985). Hij liet zijn personendossiers na aan de Zeeuwse Bibliotheek, een hele rij dozen in de kluis. In een van die dozen zit een dossier over Warren, Hans met belangrijke brieven over misschien de ongelukkigste periode uit diens bestaan, de Amsterdamse dagen. In juli 1941 had Hans Warren eindexamen gedaan. Wat nu? Op 16 augustus fietst hij naar Vlissingen, om te praten met J.C. Visser, de hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwsche Courant. Die heeft geen plaats voor hem, maar geeft wel een tip: probeer het eens bij Meertens van het Dialectenbureau. Nog dezelfde dag gaat er een brief van Borssele naar Amsterdam. Hans Warren geeft hoog op van zijn belangstelling voor ‘dialect, heemschut, folklore, sociographie e.d.’ en zegt ‘heel graag als volontair’ aan de slag te willen. Piet Meertens houdt de boot in eerste instantie af, maar zwicht voor een tweede brief. Voor het eerst in zijn leven reist Hans Warren, bijna twintig, alleen per trein. Het is 30 september 1941 wanneer hij Zeeland verlaat. En binnen de kortste keren is hij weer terug. Hij schrijft vanaf zijn Amsterdamse adres, een kamer op het adres Singel 20, wanhoopsbrieven naar zijn ouders: ‘Ik verlang toch zo naar jullie, naar huis. (…) Verlangen jullie erg naar me? Dat zal wel niet, ik ben altijd zo hatelijk geweest.’ Vader Warren aarzelt niet en stuurt een telegram: ‘Kom maar zo snel mogelijk terug.’ Zoonlief schildert tegenover zijn ouders Meertens af als een ‘akelige, verwaande kwast’. Dat krijgt de baas van het bureau uiteraard niet te horen. Naar hem gaat wat Hans Warren zelf een ‘leugenbrief’ noemde. Door het personendossier bleef die brief van 4 oktober 1941 in volle glorie bewaard. Hij zwijgt over zijn heimwee en maakt Meertens wijs: ‘Vanmiddag is er bericht gekomen dat ik een gesalarieerde betrekking kan krijgen in Zeeland.’ Meertens reageert nog: ‘Terwille van ons bureau spijt het mij zeer, dat U ons al weer zoo spoedig heeft verlaten’. Daarmee eindigen Hans Warrens Amsterdamse dagen, die toch aardig wat sporen hebben nagelaten. Hij tekende het uitzicht vanuit zijn kamer, schreef later een gedicht (‘Ik druk mij aan de wand onder de viaducten/ Waar late treinen razend dreunend gaan/ Ik weet dit is het enige vertrouwde/ Hiernaar zal later nog een heimwee gaan’) en vulde zijn natuurdagboek. J.J. Voskuil had er zeven omvangrijke romans voor nodig, Hans Warren kraakte Het Bureau in welgeteld negen woorden: ‘Je wordt hier een mummie. Hier bewegen alleen mummies.’

Mario Molegraaf

De Biezelingse Ham

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp graven, gebouwen en landschappen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren.

In zijn dagboek noteert Hans Warren over de jaren heen geregeld over de Biezelingse Ham. Bijvoorbeeld in 1977 als Peter Muller van de Eliance Pers exemplaren levert van de bundel Sperma en tranen:

9 maart 1977
Peter ziet er aardig uit. Mooie tanden, goed gezicht, redelijk figuur. (…) Graag wilde hij iets van de omgeving hier zien en daarom reden we in zijn Eend naar de Biezelingse Ham, vervolgens dwars door het eiland naar Wemeldinge (…).

Een paar dagen later op 14 maart 1977 schrijft Warren: Lon en Mensje van Keulen kwamen tegen de noen te voorschijn. Uitvoerig ontbeten. Lon dronk vele koppen zwarte koffie. Daarna hebben we een wandeling gemaakt langs de Biezelingse Ham, waar Lon een serie foto’s van me maakte. Hij wilde me en profil tegen een dreigende lucht. Hij kreeg zijn zin: de zon was verdwenen, er woei een gure wind. Leeuwerikken stegen zingend op, dat wel, er waren veel vogels.

Vanaf 1978 bezoekt Warren de Biezelingse Ham met Mario, tot zelfs in zijn laatste levensjaar:

1998, 12 aug.
In de Biezelingse Ham zagen we veel jonge bergeenden, van allerlei formaat. De aardakker bloeide overal uitbundig.
2001, 17 juni
(…) Daarna reden we nog een rondje door de Zak van Zuid-Beveland: de Biezelingse Ham, Hoedekenskerke, de Zwake, de Bloemendijken.


Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 29: Solex

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.



Gelukkig ben ik de eerste die het ontdekt. Maar dat is een klein geluk bij een flink ongeluk. In 2013 verscheen Hans Warrens in 1950 geschreven reisverhaal Op de Solex door Algerië. Zogenaamd een reisverhaal tenminste, alle authentieke details waren verzonnen. Ik kon mijn nawoordje besluiten met: ‘Hans Warren heeft nooit op een Solex rondgereden, hooguit in zijn nachtmerries. Hij is nooit in Algerije geweest, behalve dan in zijn dromen.’ Die laatste zin over Algerije durf ik te handhaven. De zin daarvoor, vanwege Hans Warrens apparatenangst en vervoermiddelenvrees met zoveel vertrouwen opgeschreven, moet ik beschaamd terugtrekken. In elk geval een paar jaar later is hij wél op een Solex gestapt, zien we in dagboekcahier 9, bladzijde 175, 7 maart 1953, 13 uur. Hij schrijft dan over zijn vader: ‘Hij heeft een Solex gekocht waarop ik, als hij thuis is, ook mag rijden. Tot nu toe lokt het weer nog niet zo aan, toen ik er gisteravond op terugkwam uit Goes, was ik half dood van mist en kou. Ik geloof dat het ongezonde dingen zijn. Goed voor de zomer.’ Ik had het fout en dacht meteen: nu wil ik álles over die suffe Solex weten. De Solex, dat onaangename zoemertje van 45 cc, heeft inmiddels een nostalgische bijklank. De herkomst ligt in Frankrijk, maar nergens werden deze rijwielen met hulpmotor zo populair als in onze streken. Vanaf 1948 werden ze ook in licentie in Nederland gemaakt, door de Eerste Nederlandse Autorijwielen Fabriek. Hans Warrens vader hield nauwgezet zijn administratie bij. Tijdens de stormvloed van 1 februari 1953 was de man weer volop in beeld gekomen en door het Waterschap Ellewoutsdijk in dienst genomen. Hij pakte de dijkwerken grootscheeps aan, soms waren er meer dan 300 werklieden bezig. Hij liet 2000 meter draagbaar spoor aanrukken, 6 wissels, 30 kipkarren en 2 motorlocomotieven. En de grote man zelf? Die tufte dus per Solex vanuit Borssele naar Ellewoutsdijk. In een schriftje staan zijn ‘Uitgaven voor den dienst’, uitgaven die in 1953 louter de Solex betroffen, op 2 maart aangeschaft. Géén onderhoudsvriendelijk ding, valt uit de boekhouding af te leiden. Die leert tevens dat Piet Warren ook een motorbril en fietstassen als dienstuitgaven beschouwde. Op 21 mei 1954, zien we op de volgende bladzijde én op de rekening, werd de Solex ingeruild voor een echte bromfiets, een H.M.W. Luxe. Hans Warren heeft dus met een Solex rondgereden, niet door Algerije maar wel over Zuid-Beveland. Bijzonder is dat daarbij ongelukken zijn uitgebleven. Zou hij ook de motorbril hebben opgezet?

Mario Molegraaf