Auteursarchief: Ronny en Eric

Toespraak bij de presentatie van ‘Opperhuidmens’

In plaats van een aflevering uit de serie ‘Uit de nalatenschap’ presenteren we deze eerste dag van oktober de tekst van de toespraak die Mario Molegraaf gaf bij de presentatie van de biografie, vorige week woensdag 25 september, in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg.

Het is hier begonnen, hier in de Zeeuwse Bibliotheek, nóg een verdieping lager dan deze zaal, de kelder. Hans Warren en ik kwamen daar vaak om dichtbundels te bekijken, heel veel dichtbundels, voor nieuwe edities van de Spiegel van de Nederlandse poëzie. Op een keer werd Hans Warren aangesproken door een glunderende mijnheer, mijnheer Blanken, medewerker van de bibliotheek. ‘O, wat leuk, Hans Warren, de reisleider van de AMZ, wat een prachtige reis was dat naar Parijs’.

Zo gingen mijn ogen open voor een ándere Hans Warren, een ándere Hans Warren dan de man die ik las, de man die ik zag, de man met wie ik sprak. Onvermijdelijk is mijn biografie voor een klein deel het boek over die laatste Hans Warren, drieëntwintig jaar lang mijn levenspartner. De man met wie ik samen de afwas deed. We zongen dan liedjes, liedjes uit zijn jeugd, bijvoorbeeld een liedje over het jaar dat in Nederland de Wereldjamboree werd gehouden:

In ne-gen-tien-drie-ze-ven

dan zul je wat be-le-ven

dan komt de Jambo-ree in Ne-der-land.

[…]

Jamboree, Jamboree, j-a-m-b-o-r-e-e,

Jamboree-ree-ree.

Liedjes uit de tijd van zijn grootouders zelfs, een liedje over een nieuwe tramverbinding tussen Vlissingen en Middelburg: ‘O jongens ga opzij/ daar gaat de tram voorbij’.

Maar mijn boek gaat eerst en vooral over de ándere Hans Warren, de Hans Warren zoals ik hem helemaal niet kende, de Hans Warren van mijnheer Blanken en van honderden anderen, de Hans Warren uit de vele jaren vóór mij. Zijn voorgeslacht, zijn vader en moeder, allebei overleden voor ik ter wereld kwam. Ik ben van 1960, zij stierven in 1951 en 1959. Hans Warrens leven reconstrueren betekende óók hun levens reconstrueren, het leven van Piet en Bertha Warren, met wie hij ongelooflijk sterk was verbonden.

Hans Warren was, om vogeltermen te gebruiken, geen nestvlieder maar een nestblijver. Het toppunt van nestblijver misschien: als het aan hem had gelegen, denk ik wel eens, had hij het ouderlijk huis nooit verlaten, het huis bovenop de Zeedijk nabij het dorp Borssele, indertijd de mooiste plek van Zeeland, van heel Nederland, misschien van heel de wereld.

Maar het lot sloeg toe in de vorm van de oorlog en de nasleep daarvan. Precies tachtig jaar geleden, september 1944, was het grote kantelpunt. De Duitsers stonden op het punt te vertrekken, de geallieerden kondigden hun komst aan. In deze verwarrende tijden, in dit vacuüm was het voor Hans Warren nog even genieten van bijna onbegrensde mogelijkheden. De bevrijding zou bitter blijken, hij moest een baan aannemen als gemeenteambtenaar, zijn vader zou juist zijn baan als waterbouwkundige verliezen, en daarmee ging ook de dienstwoning, het heerlijke zee-huis verloren.

De bezettingstijd is voor Hans Warren een soort langgerekt tussenjaar geweest, een periode waarin hij ondanks alle militaire beperkingen volop gelegenheid kreeg zichzelf te verkennen. Hij ontdekte de kunst, de dichtkunst vooral. Hij ontdekte de liefde, de liefde voor een meisje en vooral de verrukkelijke, verschrikkelijke liefde voor jongens.

Een door en door Zeeuws oorlogsverhaal is het, de oorlog begon en eindigde in Zeeland totaal anders dan in Amsterdam. Zoals heel Hans Warrens verhaal een Zeeuws verhaal is, en andersom. We volgen het allemaal in het boek, de Zeeuwse oorlog, de Zeeuwse ramp van 1 februari 1953, de verwoesting van de Zeeuwse natuur.

Na de Zeedijk had Hans Warren nog een paar Zeeuwse adressen, vooral Pijkeswegje 1 te Kloetinge, waar hij in 1957 ging wonen met zijn gezin, zijn echtgenote en uiteindelijk drie kinderen, weer een heel ándere Hans Warren dan de man die ik kende. In 1978 kwam ik erbij op het Pijkeswegje. Er zijn ook twee huizen in de omgeving van Parijs, maar dan bewoond door een reisleider voor mijnheer Blanken en andere Zeeuwen, naar de lichtstad gereden door de AMZ, de Auto Maatschappij Zeeland, nog altijd gevestigd in Borssele. We lopen in de biografie reisleider Hans Warren natuurlijk tegen het lijf. Hij leidde de Zeeuwen veilig door Parijs en beschermde Parijs ook een beetje tegen de Zeeuwen. Toen iemand bij een diner chocomel wenste, hield hij zich doof. Geen heiligschennis in een culinaire tempel.

Ik zie hier in de zaal veel gezichten uit Amsterdam, uit de rest van de Randstad. Sommige afwezigen gaven te kennen: veel te ver, zo’n tocht naar Middelburg. Ik heb het altijd vreemd gevonden: een Amsterdammer ziet Zeeland als een bijna onbereikbare streek, een Zeeuw is juist in een mum in Amsterdam. Ook daarvan is Hans Warren, met zijn Amsterdamse vrienden, een bewijs. Maar Amsterdammer werd hij nooit, hij woonde er welgeteld zes dagen, najaar 1941, zes dagen die vooral in het teken stonden van heimwee naar Zeeland.

Hans Warren de Zeeuw, kenner van de Zeeuwse avifauna, winnaar van de Zeeuwse Prijs, een halve eeuw medewerker van de Provinciale Zeeuwse Courant en bezoeker van de Zeeuwse bibliotheek. Hij bouwde een bijzondere band op met die bibliotheek, en dat is de reden voor de verre reis die velen van jullie hebben moeten maken. Het contact verliep vooral via conservator Ronald Rijkse. Zo’n prettig contact dat ik niet anders kon dan Hans Warrens documentaire nalatenschap aan de Zeeuwse Bibliotheek overdragen. Dat leidde tot een Hans Warren-kamer, vol manuscripten, foto’s, vogeltekeningen, dagboeken, zakagenda’s, brieven. De stof die het fundament van mijn biografie vormt, zoals elke behoorlijke biografie op onweerlegbaar bewijs hoort te zijn gebaseerd.

Ik besef dat het desondanks geen biografie als alle andere is geworden. Daar zat ik tussen die tientallen dozen brieven, ook een doos met ónze brieven, de brieven van Hans en mij. Drie, vier keer ben ik naar Middelburg gegaan met het voornemen die doos eindelijk te openen. Ik deinsde terug, tot ik eindelijk moed vatte. Een gevoel waarover geen enkele biograaf kan meepraten.

De gemiddelde schrijversbiografie is een verplicht nummer, al dan niet correct afgedraaid, een moetje. O ja, het leven van die of die auteur is nog niet beschreven. Mijn boek over Hans Warren is allerminst een moetje, maar móest juist worden geschreven, een roeping, heilige plicht. Ik denk, ik hoop dat die innerlijke noodzaak te voelen is, het boek sterker maakt.

Een hoogst persoonlijke onderneming, maar niet helemaal van mij alleen. Ik heb een hekel aan uitbundige dankwoorden, dankwoorden waarin de auteur geliefde en kind, de huishonden en de bureaulamp bedankt. Maar ik ben wel degelijk een aantal mensen dankbaar. Ik noemde al Ronald Rijkse, maar ik vergeet alle andere drijvende krachten achter de ZB Bibliotheek van Zeeland niet. Ik noem de huidige conservator Sanne van Splunter. Samen met fotograaf Peter van den Hooven redde zij mij in de eindfase van het maken van deze biografie, toen paniek bij mij toesloeg.

Ronny Boogaart en Eric de Rooij, al sinds mensenheugenis de mannen achter de Hans Warren-site. Ze publiceerden veel over hem, voortreffelijk onderzoek waarop ik kon voortbouwen.

Ik dank iedereen van Prometheus, de beste uitgeverij van Nederland, voor de geweldige zorg voor, en de prachtige verzorging van het boek. Directeur Mai Spijkers die Hans Warren bijna even lang heeft gekend als ik en voor een niet onbelangrijk deel verantwoordelijk was voor het succes van Geheim dagboek. Hoofdredacteur Job Lisman, ook bekend met Hans Warren. De bureauredactie onder leiding van Eline Reinhoud. En Marije Vlasblom die de publiciteit regelt.

Ik noem ook alvast Jan Keijser van de Avalon-pers, Nederlands beste bibliofiele drukker. Bedenk dat de Zeeuwse Bibliotheek een centrum is voor bibliofilie. Jan Keijser heeft straks een verrassing voor alle aanwezigen. Die zindering – waarvoor we leven heet de uitgave. Jullie raden al welke zindering is bedoeld. Je verwacht bij Hans Warren in het kader van deze zindering een uitroepteken, maar in dit geval is er een vraagteken.

Tenslotte Hans, Hans Warren. Ik prijs me gelukkig vanwege de drieëntwintig jaar met hem, vanaf 1978 tot 2001. Er zijn inmiddels weer precies drieëntwintig jaar verstreken. In die laatste periode ontstond geleidelijk deze biografie, waarin ik hem beschrijf en bewonder, maar onvermijdelijk ook ontmasker.

Na die twee keer drieëntwintig jaar en liefst 700 bladzijden biografie ben ik niet helemaal uitgepraat over Hans Warren. Toch is dit een afscheid, realiseer ik me, definitief, alle geheimen verklapt, de laatste band verbroken. Maar wat zou ik graag nog één keer naast hem staan, in dat keukentje aan het Pijkeswegje, hij met de afwasborstel, ik met de theedoek en dan zingen:

O jongens ga opzij.

Daar gaat de tram voorbij.

Die rijdt in drie kwartier

van Middelburg naar hier.

Opperhuidmens is verschenen!

We zijn lang in spanning gebleven, maar gisteren werd de biografie uitgeleverd aan de boekhandel. Vanochtend hebben we ons exemplaar gekocht bij de Amsterdamse boekhandel (helaas, geen Warren-lezer, gaf hij toe). Daarna met koffie bij The Coffee District een eerste begin gemaakt.

Meer zien of lezen?

Zie: https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/16844006/je-moet-genadeloos-eerlijk-zijn

En: Dichter Hans Warren was homo in een tijd waarin dat niet kon. ‘Na de oorlog ging het met de seks crescendo’ | Trouw

Woensdag 25 september is de presentatie van de biografie in de ZB Bibliotheek van Zeeland in Middelburg (vanaf 16:30).

Ook aangekondigd op de Facebookpagina van Theodor Holman: Woensdag 13 november een avond in de OBA over Hans Warren met o.a. Mario Molegraaf.

Uit de nalatenschap van Hans Warren 139 ~ Martin Ros

De laatste keer dat ik hem zag, was na afloop van een radioprogramma. We namen afscheid op de parkeerplaats. Hij stapte in een rode cabriolet, waarin net plaats was voor de chauffeur. De rest van de auto, die open en wel op hem had gewacht, was vol boeken, boeken en nog eens boeken gestouwd. Daar reed hij, zoefzoef. Het gaat natuurlijk over Martin Ros (1937-2020), boekenstapelaar, boekenuitgever, boekenkenner, boekenschrijver, boekenpraatjeshouder maar vooral boekengek. Hij was ongetwijfeld de meest enthousiaste man die ik ooit heb ontmoet, altijd vol plannen, plannen waarover hij uren sprak maar waarover je nooit meer hoorde. Een volgende keer opperde hij even uitbundig nieuwe plannen die vervolgens ook weer in het grote niets verdwenen. Hij meldde zich af en toe op het Pijkeswegje en heeft ook brieven met Hans Warren gewisseld, een doos vol. Maar slechts een enkele keer fungeerde Martin Ros als zijn uitgever. Ter gelegenheid van Hans Warrens vijftigste verjaardag stond een nummer van het literaire tijdschrift Maatstaf op het programma. Natuurlijk weer reden tot ‘in vliegende haast’ gemaakte plannen. Er zijn al honderd exemplaren besteld, jubelt Martin Ros in een brief. Twee interviewers, Eelke de Jong en Jacob Groot, popelen om naar het Pijkeswegje af te reizen. Ros zal zelf een bijdrage leveren. En wat komt er uiteindelijk van terecht? Een nogal magere Maatstaf die, afgezien van twee bijdragen van Andreas Oosthoek, helemaal is volgepend door Hans Warren zelf, in overeenstemming trouwens met zijn brief aan Maatstaf-redacteuren Martin Ros en Gerrit Komrij van 23 augustus 1971. In de reacties uit Hilversum lezen we inmiddels over plannen, plannen, plannen. Martin Ros, hij converseerde en correspondeerde als zijn cabriolet, zoefzoef.

MARIO MOLEGRAAF

Feestelijke aankondiging: Opperhuidmens verschijnt in september!

Op woensdag 25 september gaat het echt gebeuren, Opperhuidmens. De biografie van Hans Warren, geschreven door Mario Molegraaf, wordt dan gepresenteerd in Middelburg.

De uitgever heeft een uitnodiging rondgestuurd. Iedereen is bij deze uitgenodigd – tot de zaal vol is, uiteraard.

Hieronder de officiële uitnodiging:

Met veel genoegen nodigen Uitgeverij Prometheus en Mario Molegraaf u uit voor de boekpresentatie van Opperhuidmens. De presentatie vindt plaats op woensdag 25 september 2024 vanaf 16.30 uur bij ZB Bibliotheek van Zeeland in Middelburg.

Programma
16.30 Inloop
17.00 Opening door uitgever Mai Spijkers
17.10 Overhandiging eerste exemplaar aan Franca Treur
17.30 Receptie
 

Over Opperhuidmens:
Mario Molegraaf heeft zijn langverwachte biografie voltooid van de man met wie hij het leven deelde. Een ongewone onderneming: een biografie als alle andere, met al het bijbehorende onderzoek en de vereiste onafhankelijkheid, maar tegelijk een werk geschreven uit liefde.
De verzamelde gedichten van Hans Warren (1921-2001) stonden in het teken van zijn levensmotto: ‘Zo lang het duurt een eeuwigheid gelukkig.’ Maar hij maakte vooral naam met zijn ongekend openhartige Geheim dagboek, een van de grootste literaire sensaties van de afgelopen decennia. Ongelooflijk genoeg kunnen in Opperhuidmens toch nog grote geheimen worden onthuld. Hans Warren, opgegroeid in een huis aan zee, ver van de bewoonde wereld, was een buitenstaander bij uitstek, maar hij blijkt tegelijk een middelpunt. Niemand beleefde de bezettingsjaren, de stormvloed van 1953, de vernietiging van de Nederlandse natuur zoals hij. De tegenstrijdigheid in persoon, huisvader en homo. Dit leven tussen Borssele en Parijs is in Opperhuidmens met ongekende inzet en intensiteit beschreven.

Zeventien jaar was Mario Molegraaf (1960) toen hij in het leven van Hans Warren verscheen. Hij heeft hun ‘boekenfabriekje’ voortgezet met vertalingen, bloemlezingen en besprekingen.


Datum: Woensdag 25 september 2024  
Plaats: ZB Bibliotheek van Zeeland (Betje Wolff Auditorium), Kousteensedijk 7, 4331JE Middelburg
Aanvang programma: 17.00 uur

Aanmelden: uiterlijk 11 september 2024 via publiciteit@pbo.nl o.v.v. ‘Boekpresentatie Opperhuidmens’. 

Uit de nalatenschap van Hans Warren 138 ~ Oom Freek

Hé, dat is vreemd, een exemplaar van De Olympos met een opdracht aan tante Nel en oom Freek. Het gaat om Freek Warren (1906-1978), een halfbroer van Hans Warrens vader, op 23 april 1930 getrouwd met Nel Cijvat (1908-1984). Op 4 oktober 1930 kregen ze een zoontje, Benny, hun enig kind. Je komt hun namen zelden tegen in Geheim dagboek. Op 18 juni 1943 meldt Hans Warren hen in Gouda te hebben opgezocht, ‘om de tijd te doden’. Freek Warren, waterbouwkundig opzichter, was na een periode in Delft te Gouda gaan wonen. Later keerde het gezin terug naar Vlissingen. Hans Warren spreekt regelmatig zijn afkeer uit jegens de Warrens, de familie van zijn vaders kant. Maar als hij gaat scheiden informeert hij tante Nel en oom Freek. Zij reageert op 11 mei 1975 geschokt: ‘Met ontzetting en diepe ontroering hebben we je bericht gelezen. Heel erg vinden we het voor beiden en de kinderen. Het leek zo fijn toen we bij jullie waren. De meisjes afwassen. En koekjes bakken.’ Dit moet verwijzen naar het bezoek van zondag 28 april 1974, toen hij zijn oom en tante met De Olympos bedacht. In het cahier waarin hij zijn dagboek bijhield, staat er niets over het bezoek. Op de notitie van 18 april volgt de notitie van 2 mei. De zakagenda dan waarin hij zijn hele dagprogramma pleegt te vermelden. Ik blader naar 28 april 1974. ‘Om 5 uur ’s morgens koekoek roepend (2 stuks),’ zegt hij. In de kurkdroge tuin zaait hij kroten [bietjes] en spinazie. Er volgen vijf blanco regels en vervolgens vertelt hij ’s avonds naar de film Jesus Christ Superstar te zijn geweest: ‘Viel erg mee, enkele scènes zelfs erg ontroerend’. Over het bezoek van oom en tante zwijgt hij. Hij had hen beleefd ontvangen, zelfs een bundel gegeven, maar verder… In zijn agenda staat niets, maar juist die lege regels zeggen alles.

MARIO MOLEGRAAF