Auteursarchief: Ronny en Eric

Uit de nalatenschap van Hans Warren 95 ~ Dialect

Ze staart, dat wil zeggen haar buste, de voorbijgangers aan op de hoek van de Schelpweg en de Voorthuijzenstraat in Domburg. Rika Ghijsen, ofwel dr. H.A.C.M. Ghijsen (1884-1976). Ze was de schrijfster van Dapper vrouwenleven, een biografie over een andere grote Zeeuwse, Betje Wolff. Hans Warren besprak dat boek indertijd, de opdracht in kreupelrijm herinnert daaraan. En aan de zomerdag een halve eeuw geleden dat zij op bezoek kwam in het huis aan het Pijkeswegje. Ze sprak niet alleen met Hans Warren en ‘zijn lieve vrouw’, maar ook met de tuinman. In en over het Zeeuwse dialect, een andere specialiteit van haar, zie haar geweldige Woordenboek der Zeeuwse dialecten. Hans Warren staat, als scholier uit Borssele, bij de medewerkers vermeld. Het dialect van zijn dorp, zijn streek heeft hem altijd geboeid. In zijn natuurdagboek verzamelde hij in november 1939 volksnamen voor vogels, de scholekster heet in Borssele ‘zeeikster’, ofwel ‘zee-ekster’, vanwege de kleurstelling. Hans Warren sprak het (misschien mag ik wel zeggen zíjn) dialect graag. Eén keer heeft hij in het Zeeuws geschreven. De tekst staat in een boek met de logische titel Dialect op Zuid-Beveland: ‘’t Was verhemes moeilik om Bossels te lêêre, mè ʼk è ’t elêêrd, en hoed ok.’ Nee, ik geef lekker geen vertaling in ABN.

MARIO MOLEGRAAF

Uit de nalatenschap van Hans Warren 94 ~ Piet Molegraaf

Mijn vader is dood en laat me in verwarring achter. Hoe zat het tussen hem en mij? Na het overlijden van mijn moeder liet hij me vallen, op een manier waardoor bijna vergeten herinneringen ineens stukjes werden van een pijnlijke puzzel. Een puzzel die tegelijk een oplossing van allerlei vragen lijkt, zoals de vraag waarom mijn moeder zich door hem als een soort gegijzelde liet behandelen. De dag, ik was toen acht, dat mijn jongere broer met zijn eerste rapport van de lagere school terugkeerde. Op onbegrijpelijke wijze kreeg ik de schuld van de tegenvallende cijfers en al even onbegrijpelijk was de mededeling die er op neer kwam dat mijn broer de échte Molegraaf was. Of de keer, nog maar een paar jaar geleden, dat ruzie ontstond over de verzorging van mijn doodzieke moeder. ‘Jouw zoon!’ tierde hij, wijzend naar mij. Op 23 oktober 2020 stierf hij. De dag ervoor heb ik hem, na jaren, teruggezien. Hij snikte en stamelde mijn naam, hij hield mijn hand vast en kneep, dat wel. Maar nog een dag eerder had hij een testament opgemaakt waarin mijn bestaan is uitgewist, dat ook. Najaar 2017 stuurde hij me een brief van tien kantjes en honderd verwijten over het verre verleden. De hardste woorden betroffen een ‘veertig jaar oudere man’. Bij het uitruimen van het vaderlijk huis kwamen wel degelijk sporen van deze man aan het licht, míjn man, Hans Warren. We waren, vertelt Hans in zijn dagboek, in januari 1997 voor het eerst in dat huis, een door mijn ouders toen zojuist betrokken flat in Waalwijk. De sporen bestaan onder meer uit boeken, vaak ongelezen en slechts één keer met een opdrachtje aan Miep en Piet. Ook was er een ets uit 1866 van J.J. Veyrassat, Deux chevaux de halage s’éloignant. We schonken de prent, de paarden zwoegden sindsdien altijd aan een Waalwijkse wand. Hans Warren was wel degelijk hier geweest. Aan alle verwarring hield ik één zekerheid over: mijn keus voor de ‘veertig jaar oudere man’ was de enige juiste.

MARIO MOLEGRAAF

Hendrik-ido-Ambacht

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer het voormalige restaurant De Brave Hendrik, Kerkstraat 30 in Hendrik-Ido-Ambacht.

Uit Geheim Dagboek:
16 jan. [1997] – 16 uur – Stralende zon, ook gisteren was het zulk weer. Daarom stelde ik een ritje voor, M. moest maar  een route verzinnen. (…) 
We zouden gaan eten in een gelegenheid die M. intrigeerde omdat hij een Michelinster heeft, maar door Lekker wordt genegeerd, De Brave Hendrik in Hendrik-Ido-Ambacht. We waren er om kwart over zes, en moesten er tot halftien vertoeven. Het duurde ruim een uur eer we iets kregen voorgezet. En tussen voor- en hoofdgerecht viel zo’n lange pauze dat je eetlust was verdwenen. Ik moet eerlijk zeggen dat m’n voorgerecht (slakjes met dun gesneden plaatselijke oude kaas) en de pot-au-feu (een sterke consommé geschonken op plakjes ossenhaas) lekker waren. Maar m’n hoofdgerecht, gegrilde griet in een zoete maderasaus, was een mislukking, Wat ons betreft blijft deze zaak uit Lekker. (…)

Uit de nalatenschap van Hans Warren 93 ~ Mohamed Iamarène

Dit is onbestelbaar in de overtreffende trap. Ooit zo’n envelop gezien? Getuigenis van een mislukte zending van Hans Warren aan Marc (Mohamed) Iamarène. Misschien wel tekenend voor heel hun verhouding. In de envelop die na gecompliceerd postaal jongleerwerk terugkeerde in Borssele zit een op 21 juli 1952 geschreven briefje van Hans aan ‘Mon très cher Marc’. Hans Warren heeft ‘die mooiste aller jongens met zijn poëtenogen’ op 16 juli leren kennen en kondigt aan hem te ‘bezingen zoals nog nooit een jongen in de Nederlandse taal bezongen is’. Mohamed Iamarène was anders dan al die andere Arabische geliefden van Hans Warren. Je ziet het aan zijn handschrift, ontwikkeld en verfijnd, op het kaartje aan de heer en mevrouw Warren en hun kinderen uit 1973. Want Hans en Mohamed, die inmiddels ook een vrouw en kinderen had, bleven af en toe corresponderen. Hans schreef vele gedichten voor Mohamed, en vertaalde die soms voor hem. Zie dit begin van ‘Invitation au voyage’, dat is ‘Uitnodiging tot de reis’, het in Vijf in je oog opgenomen gedicht waaraan hij op 22 juli 1952 begon te schrijven: ‘Entre tes cils reflétera/ un petit miroir de mon pays’. Andersom kreeg Hans van Mohamed diens Franse vertaling van een Arabisch lied ‘Andalousie’. En wat verbergt het opgevouwen velletje waarop Hans Warren ‘Mohamed I.’ schreef? Diens schaamharen, want niet alles aan deze liefde was verheven. Een liefde vol beloften die beloften bleven, als een onbestelbare brief, geadresseerde onbekend, retour afzender.

MARIO MOLEGRAAF