Auteursarchief: Ronny en Eric

Uit de nalatenschap van Hans Warren 111 ~ Giovanni Nurchi (bibliofiele uitgave Avalon Pers)

Hij overleed op een vrijdag de dertiende, uiteraard op een vrijdag de dertiende. Het leven van de ongeluksvogel eindigde op 13 september 2013 te Nice. ‘Una mattina di maggio del 1946, venni al mondo. Io: Nurchi Giovanni,’ had hij over zijn geboorte op Sardinië geschreven in de autobiografie Sepolcri Imbiancati. Dat betekent ‘gewitte graven’, naar een woord van Jezus: ‘Wee jullie, huichelaars van schriftgeleerden en Farizeeën! Want jullie lijken op gewitte graven, die aan de buitenkant wel mooi overkomen, maar aan de binnenkant vol doodsbeenderen en allerlei viezigheid zijn.’ Het aangrijpende werk is nooit gepubliceerd, maar het typoscript bleef bewaard in het archief van Hans Warren. Van hun liefde was al snel niets meer over. In 1972, na de kennismaking, schreef Hans hartstochtelijke gedichten voor Gianni, misschien wel zijn beste gedichten. In 1992 zou hij, bekent hij op 10 maart in zijn dagboek, opgelucht zou zijn als Gianni dood was. Kort voordien was er post van hem gekomen, een op 17 januari 1992 te Braine-l’Alleud (Eigenbrakel, Waals-Brabant) geschreven brief vol beloften voor het geval ene Mario niet meer in Hans’ leven mocht zijn. Hans Warren stelde een door mij te versturen brief op die aan iedere toenadering een einde moest maken. Giovanni Nurchi, een bestaan waarin meer werd gebroken dan gebouwd. Maar Sepolcri Imbiancati en andere geschriften van hem zijn niet verloren gegaan. Wie weet meldt zich op een dag alsnog een uitgever. Hans Warren heeft twee keer vertalingen van Giovanni Nurchi in het literaire tijdschrift Maatstaf gepubliceerd. Het plan was geweest in de dichtbundel Herakles op de tweesprong een afdeling ‘Herkenningen’ op te nemen, met daarin vijf gedichten van Giovanni Nurchi. Dat is er niet van gekomen, en toen Hans Warren later zijn bundeltje met vertaalde gedichten Herkenningen uitbracht, ontbrak ieder spoor van zijn vroegere geliefde. Terwijl hij in diens bewogen gedichten wel degelijk veel heeft herkend, deze exotische poëzie heeft zelfs onmiskenbaar invloed gehad op zijn eigen werk. Daarom ben ik erg blij met Ik wacht je in mijn tombe, het prachtige bibliofiele boekje dat de Avalon Pers onlangs heeft uitgebracht, een klein eerbetoon aan Giovanni Nurchi.

MARIO MOLEGRAAF

African Art

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer Groen African Art, Markt 42-43 te Vlaardingen (thans huisartspraktijk). 

Uit Geheim Dagboek:
7 sep. [1998] – 15.50 – (…) Vervolgens naar een opening van de etnograficahandelaar Groen in Vlaardingen. De ibeji’s die we wilden hebben, werden voor onze neus weggekocht. Wel lukte het ons een ander stel te verwerven, waarschijnlijk uit de stad Ila.
13 dec. [1999] – 15.30 – Het aanbod bij Groen African Art in Vlaardingen was beslist goed, maar het betrof stammen die M. noch mij kunnen boeien, vooral figuren van de Igbo en de Alusi. We vroegen naar Lobi, daarvan heeft hij ook een mooie verzameling, maar die was momenteel niet te zien, wel kregen we een catalogus (…).

Heelsum

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer  restaurant De Kromme Dissel, Klein Zwitserlandlaan 5, Heelsum.

Uit Geheim Dagboek:
30 juli [1999] – 20.45 – Gisteren, de 21ste verjaardag van onze ontmoeting, is een interessante dag geworden. Alleen de maaltijd viel tegen, we hadden gereserveerd in De Kromme Dissel in Heelsum. We hadden hoge verwachtingen van de kookkunsten van Angélique Schmeinck, geprezen door Maartje Boudeling. Maar er was niets memorabels (…).

Uit de nalatenschap van Hans Warren 110 ~ Pjotr Hendrix

Het boekje stond, een beetje verweesd, op Marktplaats. Een duidelijk gelezen exemplaar van Tussen hybris en vergaan. We weten precies wie de aandachtige lezer was. Hans Warren heeft zijn bundel namelijk in november 1969 van een opdracht voorzien aan Pjotr Hendrix en diens vrouw. Het geschenk viel in de smaak, er komt een lange brief uit Dordrecht. In 1973 geeft Hans Warren zijn bundel De Olympos aan Hendrix, de verblijfplaats van dit boekje is onbekend. Weer gaat er een enthousiaste brief naar ‘goede vriend Hans’. Die zou een ‘echte Griek’ zijn, ‘een klassieke Griek uit de gouden aera van het antieke Griekendom’. Op 28 april 1973 verwijst Hans Warren opgetogen naar de brief in Geheim dagboek. Waarin we Pjotr Hendrix een tijdlang regelmatig tegenkomen. Wat de man uit Dordrecht en de man uit Kloetinge vooral verbond, waren de ikonen. Hendrix was een russofiel, vandaar dat hij zijn voornaam veranderde en vandaar dat hij de brief over Tussen hybris en vergaan met een Nederlandse postzegel maar in een Russische envelop verstuurde. Pjotr Hendrix (1896-1979), een Brabander uit een eenvoudig katholiek gezin, studeerde klassieke talen en Nieuwgrieks. Beslissend in zijn bestaan was een verblijf in de monnikenrepubliek Athos. Later reisde hij vaak naar het communistische Rusland op zoek naar de ware orthodoxie. In 1957 werd hij benoemd tot hoogleraar Grieks in Leiden. Maar in zijn publicaties over het geloof bespeur je meer troebele mystiek dan heldere wetenschap. Bij de poëzie uit Tussen hybris en vergaan, zo zegt Hendrix in zijn brief, voelt hij hetzelfde als wanneer hij ronddoolt tussen de ikonen: ‘het laat zich niet zeggen, het laat zich alleen maar aanduiden’. Niet alleen door dit ene exemplaar van de dichtbundel waart de geest van de bevlogen Dordtenaar.

MARIO MOLEGRAAF