Auteursarchief: Ronny en Eric

Klasgenoten

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren.  

Behalve ‘bekende’ klasgenoten als Adrie “Willem” Duvekot (1920 – 2004) en Maria “Sibylle” de Roo (1923 – 1993) is er ook een aantal oud-klasgenoten van de Goese HBS bekend dat níet in de dagboeken voorkomt. Allen bijna honderd jaar geleden geboren. Achterhaald voor deze aflevering zijn de heren M.J. le Clercq (Kapelle), L. Mesu (Oudelande), J. Remeijnse (Wolphaartsdijk) en mevrouw A. Oele (Ellewoutsdijk).

Uit de nalatenschap van Hans Warren 115 ~ Hella Haasse

‘Aucun résultat’ reageert de computer wanneer ik op de site van Saint-Witz naar ‘Haasse’ zoek. ‘Le charme de la campagne avec vue sur Paris,’ is de leus van de gemeente, op zo’n 35 kilometer van de Notre Dame gelegen. Wonen op het platteland en Parijs binnen bereik, daarom gingen Hella Haasse en haar man in Saint-Witz wonen. Hans Warren en ik spraken over Lièvreville (lièvre is Frans voor haas) als we vanaf de snelweg van Zeeland naar Parijs haar moderne huis met tuin zagen liggen. Aleid Truijens probeert in haar onlangs verschenen biografie Leven in de verbeelding Hella S. Haasse tot ‘de grootste schrijfster uit ons taalgebied’ uit te roepen. Ze haalt uit naar Hans Warren die lang niet altijd positief oordeelde over de boeken van Haasse. Maar in zijn dagboek noemt hij haar ‘een schat’. Hij herhaalt niet zo gesteld te zijn op haar werk, ‘daarin is zij een veel te nette en te welwillende mevrouw. Maar nu bleek hoe aardig zij is, en over hoeveel kennis zij beschikt’. Op 24 september 1986 had men in Vlissingen een middag gewijd aan de daar geboren Betje Wolff, volgens mij een veel geschiktere kandidaat voor de titel ‘grootste schrijfster uit ons taalgebied’. De PZC berichtte over de bijeenkomst, met een foto erbij. Er waren toespraken geweest van onder anderen Hella Haasse en Hans Warren. We besloten haar uit te nodigen voor een etentje. Een paar jaar na Hans’ dood sprak Hella mij aan, ze herinnerde zich alle details van het Zeeuwse huis en alle gangen van de Zeeuwse maaltijd, vanaf de gebakken ganzenlever in portsaus tot en met de sabayon van rood fruit. Een van de weinig tastbare herinneringen aan het contact is de nieuwjaarskaart, die het verdient van alle kanten te worden bekeken. Juist in 1990 zou Hella Haasse ereburger worden van Saint-Witz, des te treuriger is dat ‘aucun résultat’.

MARIO MOLEGRAAF

Hans Warren in hét Pride-boek van deze zomer (PZC)

Augustus verovert Zeeland! Vorige week verscheen tegelijkertijd in de PZC, BN de Stem en Algemeen Dagblad (regio Zeeland) het interview dat Rolf Bosboom met mij had over mijn boek Augustus. De kop: Op zoek naar Hans Warren in hét Pride-boek van deze zomer. Een mooi gesprek over de rol van dagboekschrijver en dichter Hans Warren in mijn roman. Je kunt het interview hier lezen (premium). Leuk detail: één van de foto’s is gemaakt in boekhandel De Koperen Tuin in Goes, ik zit achter de typemachine van schrijver Jan Vantoortelboom (zijn boeken liggen ook op het bureau). De foto van de krantenpagina is gemaakt door mijn Zeeuwse schoonmoeder. 😉

Zwaakse Weel

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze maand: de Zwaakse Weel.

Citaat uit: Hans Warren, 1950, Een visarend op bezoek, met illustraties van de schrijver; in: De Wandelaar, jrg 18, no 4, p. 78-80.
Midden in Zuid-Beveland, nabij het dorpje Kwadendamme, ligt een prachtige waterpartij; een weel, zoals men in Zeeland zegt. Het is een overblijfsel van een zeer oude kreekarm, die in vroeger jaren twee van de eilandjes, waaruit Zuid-Beveland bestond, van elkander scheidde.
Deze kreek is niet alleen uit landschappelijk oogpunt een der belangrijkste welen, ook de vogelliefhebber kan er vaak zeer mooie waarnemingen doen. Zo huist er sommige jaren in de laatste dagen van April een Visarend, die, op de doortrek, even pleistert in de rustige omgeving van het visrijke water.
Levendig staat mij nog voor de geest, hoe ik voor de eerste maal met deze grote roofvogel kennis maakte. Het was 1940, juist een paar dagen voor de oorlog uitbrak. Ik was nog op school. Een oudere vriend van me, uit Goes, had ’s morgens op een fietstocht aan de Zwaakse Weel een Visarend waargenomen en aangezien ik een vrije Woensdagmiddag had, besloten we samen nogmaals op deze zeldzame gast af te gaan.
Het was het heerlijkst denkbare voorjaarsweer; bloesems en vogelzang waren allerwegen. Toen we de weel naderden, speurden we eerst de hoge boomtoppen van de omgeving af, maar vergeefs. Over lage, vochtige veldjes, wit van verbleekte pinksterbloemen riepen vele Koekoeken tegelijk; Mezen, Grasmussen en Boompiepers zongen overal, en vlak bij ons schoot een Boomkruipertje ruksgewijs langs een stam omhoog. Telkens klonk zijn fraaie korte draailiedje.
Zodra we aan het water kwamen, kregen we de arend in het oog. Hij zat boven op een van de gekapte knotwilgen. Zijn bronskleurige vleugels glansden in de zon en hij bewoog zijn witte kop argwanend heen en weer. (…)

15 mei [1941, natuurdagboek] – In de Zwaakse Weel zongen kleine èn grote karekieten. De grote kon ik tot op enkele meters benaderen. Van vlakbij klonk de harde krasserige, maar toch wel aangename en opgewekte zang. De vogel zelf is niet erg mooi, vooral niet als hij bij het zingen de kruinveren als een borsteltje overeind zet, het vormt net geen kuif.

Geheim Dagboek 27 sep. [1953] – Zondagnamiddag. (…) Gister een afscheidsbezoek aan de Zwaakse Weel gebracht. Stilte, warmte, geuren; waterhoentjes en ijsvogels rumoerend in het riet, gaaien in de eiken, karpers klakkend en springend op het watervlak, zoete bramen. Wat een mooi land.

31 juli [1977] – (…) We bezochten Nisse en de dijken daar met de wollige distel en allerlei andere zeer zeldzame planten. De Zwaakse Weel. Natuurschoon en heerlijk weer, we genoten. (…)

20 april [1983] – 20.15 – Na de lunch hebben we een ritje door Zuid-Beveland gemaakt, naar Nisse en naar Ellewoutsdijk. Daar wordt de inlage verknoeid vanwege een dijkverhoging, er waren slechts twintig kluten. Ook bij de Zwaakse Weel en de Biezelingse Ham was er veel gekapt. Hele dijken, vroeger boomlanen, lagen er kaal bij. (…)

27 juni [1983] – (…) We zagen bij de Zwaakse Weel ook de witte varieteit van valeriaan, naast de gewone soort. (…)