Maandelijks archief: januari 2025

Uit de nalatenschap van Hans Warren 141 ~ Boze schrijvers

A.F.Th. van der Heijden is zo’n beetje de dorpsgek van de Nederlandse literatuur geworden. De man schrijft nijver verder, maar moet zijn werk in eigen beheer laten drukken. Eind 2008 publiceerde hij een boekje De censuurpaus, bij helemaal niemand opgevallen, met onder meer een onverschrokken uithaal naar de zeven jaar eerder overleden ‘zwetser Hans Warren’. De woede was ingegeven door afwijzende recensies, zoals zo vaak. Zo vaak dat ik me in Opperhuidmens tot enkele overduidelijke voorbeelden moest beperken. Het voorbeeld Gerrit Komrij uiteraard, zo’n belangrijke figuur in Hans Warrens leven. En het voorbeeld Adriaan Venema, diens aanval haalde nu eenmaal alle kranten. Ik ga in het boek ook kort in op het voorbeeld Hubert Lampo, omdat het geen toelichting vergt en toch alles zegt over de relatie recensent-gerecenseerde. Eenvoudig: afbrekende besprekingen én de gebelgde reactie daarop. Er werden veel meer schrijvers boos op Hans Warren, maar die kwesties lagen een stuk ingewikkelder en zouden uitbundige uitleg vereisen. Neem hoe Maarten ’t Hart in 1981 terugsloeg met een brief met dertien postzegels om Hans Warren heel veel narigheid toe te wensen. Mooi, maar de twee auteurs oordeelden meestal vrij gunstig over elkaar, en drie jaar later kon je ze op televisie gemoedelijk met elkaar zien keuvelen. Zou veel te veel bladzijden biografie in beslag nemen. Net als de doodswens, ook uit 1981, door de posterijen van een verhullende envelop voorzien, een anonieme productie van Heere Heeresma. Die toch weer een vriendelijke toon aansloeg. En dan het geval A.F.Th., begonnen na zijn hoffelijke brief uit 1995 over de bloemlezing homo-erotische verhalen Herenliefde en geculmineerd in het stukje uit De censuurpaus. Hij roddelt over wie weet door Mario Molegraaf onder Hans Warrens naam geschreven recensies. Bewijs: ‘Twee naaste kennissen van het echtpaar Warren-Molegraaf heb ik er […] frank en vrij over horen praten’. Geruchten van een decennium vóór De censuurpaus, toen Hans Warren dus nog leefde, wilden al dat A.F.Th. achter de geruchten zat. In de verwijzingen in Opperhuidmens naar ‘boze tongen’ (p.575) en ‘het dreigende uitlekken van de kronieken’ (p.577) zit hij dus verstopt. Precies de aandacht die een dorpsidioot toekomt. Per ongeluk zat hij op het juiste spoor: kinderen en gekken zeggen de waarheid.

MARIO MOLEGRAAF