Maandelijks archief: juni 2024

Stedelijk Museum te Vlissingen

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: het voormalige Stedelijk Museum te Vlissingen (tot 2000 gevestigd aan het Bellamypark 19-21).

Uit Geheim Dagboek:

25 sep. [1988] – zondag, 13.30 – Er is gisteren meer regen gevallen dan ooit. Bij ons thuis is het goed afgelopen. We hadden overal bakken en bakjes gezet, die bleken bij thuiskomst tot de rand gevuld. Om elf uur werden we ontvangen in het Stedelijk Museum van Vlissingen. P. J. Buynsters, Hella Haasse en Wies Roozenschoon, de andere sprekers op het symposium ter gelegenheid van de tweehonderdvijftigste verjaardag van Betje Wolff, waren er al. Buynsters is een sympathieke man, letterlijk een verstrooide professor, hij reageert heel secundair. Wies Roozenschoon is een hoogst onaangename vrouw, zowel bij M. als bij mij was het haat op het eerste gezicht. Hella Haasse is een schat. Ik had haar enkele malen ontmoet, maar pas gisteren heb ik haar beter leren kennen. Ik hen niet zo op haar werk gesteld, daarin is zij een veel te nette en te welwillende mevrouw. Maar nu bleek me hoe aardig zij is, en over hoeveel kennis zij beschikt, Zij is zeventig jaar, ik zag haar een paar maal een pilletje nemen. Het is van M. uitgegaan om haar uit te nodigen, hij vond het zielig dat ze anders de hele avond alleen in Vlissingen door moest brengen. (…)

Screenshot

Uit de nalatenschap van Hans Warren 136 ~ Vijftig jaar geleden

Zomaar een week uit het leven van Hans Warren. De week van dinsdag 18 juni 1974 tot en met maandag 24 juni 1974, precies vijftig jaar geleden. Niet helemaal willekeurig gekozen, 24 juni, Sint Jan, de dag van Johannes de Doper, en daarom eveneens een beetje de dag van Johannes Adrianus Menne Warren. Hij dacht er ieder jaar aan, ook in 1974. ‘Sint Jan. Prachtige warme zomerdag,’ noteert hij in zijn zakagenda, door hem gebruikt als een mini-dagboek. Hij meldt verder: ‘’s Middags Sint Jans-soep gemaakt van asperges uit eigen tuin (de laatste?)’. Sint Jan is traditioneel de laatste dag van het aspergeseizoen, als je nadien nog asperges steekt, kunnen de planten onvoldoende energie opdoen voor het volgende oogstjaar. Deze juni-week uit 1974 blijft geheel onbesproken in het gedrukte Geheim dagboek. Het grote dagboekcahier bevat één notitie, die van 19 juni. Maar in de agenda schrijft hij trouw. Over het weer en over de ontwikkelingen in de tuin. Op dinsdag 18 juni stuit hij op een dode merel in de netten bij de kruisbessen. In de middag gaat hij met de hond naar Kattendijke en zwemt in de Oosterschelde. Net als op donderdag 20 juni, vrijdag 21 juni en zaterdag 22 juni. In zijn dagboekcahier meldt hij op 19 juni de belastingaangiften te hebben verzorgd. Meervoud, want het gezin Warren is nog compleet. Met Helen en de drie kinderen. ‘De meisjes koken,’ lezen we in de om 17.30 uur begonnen belastingnotitie. Hij schrikt ervan dat Helen en hij in 1973 ‘ruim 60.000 [gulden] hebben verdiend, maar nog geen 20.000 belasting hebben betaald.’ Hij is, in het jaar dat hij 53 wordt, tevreden over wie hij in de spiegel ziet: het lijkt ‘of mijn gelaatstrekken wat jeugdiger en zelfs wat aangenamer worden’. Het vele ‘afrukken’ heeft daarbij misschien een rol gespeeld: ‘al meer dan een week lang dag aan dag, met veel genot, soms zelfs twéé maal’. Zomaar een week uit het leven van niet zomaar iemand. Wie anders kijkt zo in de spiegel als Hans Warren?

MARIO MOLEGRAAF