Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer het Staelduinse Bos tussen Hoek van Holland en Maasdijk.
Uit Geheim Dagboek: 10 juni. [1974] (…) – 23.45 – Gisteren zijn Mabel en ik naar Cor Wilbrenninck en Lily Burdet in Rotterdam geweest. We wandelden naar Staelduin nabij Maassluis, een aardig bos bij een oud buiten, met wielewalen, nachtegalen, zwartkopjes (…)
Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer restaurant De Nederlanden in Vreeland.
Uit Geheim Dagboek: 30 april [1998] – 15 u. – (…) We hadden voor Lekker gereserveerd in De Nederlanden in Vreeland. Het belangrijkste bezwaar bleek dat de ingrediënten van de schotels niet op elkaar waren afgestemd. Een heerlijke carpaccio van langoustines met kaviaar werd bedolven onder een bleekgroene prut uit de mixer. Een raar hoofdgerecht: verhakseld konijn volgestopt met smakeloze slakken, onder een sublieme plak gebakken ganzenlever. De kok, een onaangename vent, was nooit in de keuken. Hij liep maar rond met z’n chagrijnige gezicht. We keken even op het ophaalbrugje over de Vecht, mooi het wassende maantje boven de huizen. M. zag een paar gierzwaluwen., ik niet, te veel vlekken voor m’n ogen.
Hij overleed op een vrijdag de dertiende, uiteraard op een vrijdag de dertiende. Het leven van de ongeluksvogel eindigde op 13 september 2013 te Nice. ‘Una mattina di maggio del 1946, venni al mondo. Io: Nurchi Giovanni,’ had hij over zijn geboorte op Sardinië geschreven in de autobiografie Sepolcri Imbiancati. Dat betekent ‘gewitte graven’, naar een woord van Jezus: ‘Wee jullie, huichelaars van schriftgeleerden en Farizeeën! Want jullie lijken op gewitte graven, die aan de buitenkant wel mooi overkomen, maar aan de binnenkant vol doodsbeenderen en allerlei viezigheid zijn.’ Het aangrijpende werk is nooit gepubliceerd, maar het typoscript bleef bewaard in het archief van Hans Warren. Van hun liefde was al snel niets meer over. In 1972, na de kennismaking, schreef Hans hartstochtelijke gedichten voor Gianni, misschien wel zijn beste gedichten. In 1992 zou hij, bekent hij op 10 maart in zijn dagboek, opgelucht zou zijn als Gianni dood was. Kort voordien was er post van hem gekomen, een op 17 januari 1992 te Braine-l’Alleud (Eigenbrakel, Waals-Brabant) geschreven brief vol beloften voor het geval ene Mario niet meer in Hans’ leven mocht zijn. Hans Warren stelde een door mij te versturen brief op die aan iedere toenadering een einde moest maken. Giovanni Nurchi, een bestaan waarin meer werd gebroken dan gebouwd. Maar Sepolcri Imbiancati en andere geschriften van hem zijn niet verloren gegaan. Wie weet meldt zich op een dag alsnog een uitgever. Hans Warren heeft twee keer vertalingen van Giovanni Nurchi in het literaire tijdschrift Maatstaf gepubliceerd. Het plan was geweest in de dichtbundel Herakles op de tweesprong een afdeling ‘Herkenningen’ op te nemen, met daarin vijf gedichten van Giovanni Nurchi. Dat is er niet van gekomen, en toen Hans Warren later zijn bundeltje met vertaalde gedichten Herkenningen uitbracht, ontbrak ieder spoor van zijn vroegere geliefde. Terwijl hij in diens bewogen gedichten wel degelijk veel heeft herkend, deze exotische poëzie heeft zelfs onmiskenbaar invloed gehad op zijn eigen werk. Daarom ben ik erg blij met Ik wacht je in mijn tombe, het prachtige bibliofiele boekje dat de Avalon Pers onlangs heeft uitgebracht, een klein eerbetoon aan Giovanni Nurchi.