Maandelijks archief: februari 2022

Frans Laport

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren. Deze keer: Frans Laport (Goes, 12 november 1922 – Voorburg, 30 april 1998), begraven op de Oosterbegraafplaats te Voorburg.

23 nov. [1958] – Zondag – (…) ’s Middags kwam bovendien geheel onverwacht Frans Laport, een vriend van de middelbare school op wie ik zeer gesteld ben geweest. Hij woont tegenwoordig in Naaldwijk en is nog even slank en knap van uiterlijk als vroeger. Wij waren op school de enige jongens die stropdassen dermate verfoeiden dat we ze zelfs bij officiële gelegenheden weigerden te dragen. Zo staan we schouder aan schouder op oude foto’s, de schillerkraag ver open.
We hadden geen gelegenheid om tot een vertrouwelijk gesprek te komen, maar was die er wel geweest, wat dan? Dan had ik toch ook niet gezegd wat ik zeggen wou: dank je, Frans, dat hij, die ik vroeger in alle opzichten zo bewonderde me altijd tegemoet getreden bent als een gelijke, een echte makker. Naast jou voelde ik me volwaardig. En daarom sta ik op die foto, tegen jou aangeleund, met een gelukkig gezicht. (…)

Gemeentehuis in Borssele

Op zijn zwerftocht door Nederland fotografeert Martin van der Kamp landschappen, graven en gebouwen die verbonden kunnen worden met het leven en werk van Hans Warren.

Deze keer het voormalige gemeentehuis in Borssele (Monsterweg 2). Van mei 1945 tot september 1950 werklocatie van Warren (secretaris en ambtenaar van de burgerlijke stand). 

Uit de nalatenschap van Hans Warren 108 ~ Christine Kraft

Zij wel! Op 17 december 1976 overhandigt Hans Warren een luxueus exemplaar van zijn Demetrios aan Christine Kraft. Nummer 9 om precies te zijn en hij schrijft er de opdracht in: ‘Voor Christine Kraft, met veel waardering en in vriendschap’. Vriendschap? Het was de eerste keer dat de 55-jarige Hans Warren en de 27-jarige Christine Kraft, nét gedebuteerd met De dagen met gezichten, elkaar zagen, op het feest dat uitgever Bert Bakker wegens het verschijnen van Demetrios had georganiseerd. In de PZC van 5 augustus 1972 had hij haar naam voor het eerst genoemd. In een stuk ‘Kleine boekjes uit Kortgene’ – ‘erg verminkt en bekort’ in de krant beland – had hij het over ‘heel mooie meisjes als Christine Kraft’. In zijn dagboekaantekening over het Demetrios-feest lezen we: ‘Zij is tamelijk mooi, kwam als een mannequin de trap op, chique gekleed’. In de PZC van 4 december 1976 had hij een lang stuk geschreven over haar korte boek De dagen met gezichten, ook verschenen bij Bert Bakker. Het was een ‘uitstekend debuut’ naar zijn zeggen, en niet alleen naar zijn zeggen. Christine Kraft werd even een naam in de literatuur. De luxe versie van Demetrios was in Franse stijl ‘onafgesneden’, maar zij heeft zichtbaar zorgvuldig het mes gehanteerd. In een aardige brief aan Hans Warren van 16 februari 1977 ‘recenseert’ ze Demetrios: ‘Ik vond het buitengewoon verfijnd; uiteraard in de passages waar je dat bewust wilt tonen, maar ook in de meer “aardse” of zelfs brute passages (hetzij in gewelddadige, hetzij in erotische zin) blijf je voortdurend met een zeer beheerste pen schrijven. In een stijl die me eveneens erg aanspreekt: eindelijk eens iemand die niet de hele tijd cynisch of laatdunkend denkt te moeten doen, maar oprecht, wézenlijk poëtisch (whatever that may be).’ De ster van Christine Kraft doofde betrekkelijk snel. Geen recensent keek nog naar haar boeken om, en in 1995 besloot ze te stoppen met schrijven. Begin 2020 stond een advertentie in de krant: ‘Helemaal zoals ze zich voornam, is thuis in alle rust overleden Christine Kraft, schrijfster, dierenbeschermster’. Haar exemplaar van Demetrios, onlangs opgedoken, getuigt van betere tijden en vooral van een korte maar waarachtige letterkundige vriendschap.

MARIO MOLEGRAAF