Maandelijks archief: december 2021

Vandaag, twintig jaar geleden, overleed Hans Warren

Uit de bundel Betreffende vogels (1974) :

DE NACHTEGAAL

Tio, tió, tio, tio, tio, tio, tio, tix.
Tzu, tzu, tzu, tzu, tzu, tzu, tzu, tzu, tzu, tzi.
Dzorre, dzorre, dzorre, dzorre, hi.
Wiet, wiet, tjie, tjie, tjie, tjie, retsuwo! 
Orr, etsjetsjetsjetsjetsjetsjetsjetsjetsj, woi-oit! 
U, u……, u……, u……, u……, u……, u…….
Orr, oewatl, oewatl, oewatl, at, at, at, ahoedju! 

Verschenen. Hans Warren: tekenaar, bewonderaar, vogelaar

Als deel 9 in de PPF-reeks van de Bibliotheek van Zeeland verscheen: Hans Warren: tekenaar, bewonderaar, vogelaar, geschreven door Chiel Jacobusse (met een inleiding van Ronald Rijkse). Lees hier meer en luister hier naar een interview met Arnold Wiggers van de stichting Vrienden van de ZB die het boekje uitgaf. Het is te bestellen via de klantenservice van de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg.

Uit de nalatenschap van Hans Warren 106 ~ Het eerste gedicht

Wat is het eerste gedicht van Hans Warren? Niet het eerste gedicht dat hij publiceerde, niet het eerste gedicht in zijn Verzamelde gedichten, maar het eerste gedicht dat hij schreef. Om die vraag te beantwoorden is enige literaire archeologie nodig, en dat is niet helemaal een exacte wetenschap. Is misschien ‘Het ene vers’ ook het eerste vers van Hans Warren? In zijn Verzamelde gedichten heeft hij nadrukkelijk 1941 onder dit gedicht gezet. Net als onder een paar andere gedichten, maar anders dan ‘Het ene vers’ haalden die gedichten niet zijn debuut Pastorale. ‘Het ene vers’ heet in die bundel ‘Het ene lied’ en verschilt sterk van de latere versie, die in de Verzamelde gedichten achteraf naar de bundel Eiland in de stroom werd overgeheveld. Een beetje letterkundige geschiedvervalsing, en dat geldt ook voor het jaartal. ‘Het ene vers’ blijkt namelijk pas in 1944 te zijn ontstaan, het duikt op in het tweede cahier van het geheim dagboek. Het dagboek is in de oorspronkelijke versie – niet in de gedrukte versie – óók een gedichtenboek. Met deze praktijk om zijn poëzie op deze plek te verzamelen is Hans Warren op 27 april 1942 begonnen. Hij, dan een jongeman van 20 jaar en 6 maanden, schrijft op die dag een gedicht met regels als: ‘Hoeveel maanden, hoeveel jaren/ Heb ik al gewacht, op wat?’ Tegelijk zet hij zich aan het overschrijven van oudere ‘gedichten’ (de geringschattende aanhalingstekens zijn van hemzelf), door hem teruggevonden ‘in ’t kastje, verstopt in een briefomslag’. Uiteindelijk krijgen dus veel meer gedichten een plaats in het dagboek, maar nummer I is ‘Droom’, dat achteraf bezien eerder een Komrij-gedicht dan een Warren-gedicht lijkt. De oorspronkelijke versie, waarschijnlijk uit de briefomslag in het kastje, bestaat ook nog. We zien in de dagboekversie dat Hans Warren bij het overschrijven is gaan herschrijven en vooral gaan schrappen. Gedicht nummer I verdwijnt, maar het is alsof de dichter verschijnt.

MARIO MOLEGRAAF

DROOM

Wat was de helling glad en stijl
Hoe vreemd geelgroen ’t gebladert
En dan die takken, zo nat van
De opkruivende golf

Toch was de poel niet diep
Kroos en wier en zwarte modder
Maar de bladeren zo nat
En de takken zo ondoordringbaar.

Eindelijk zag ik de goede weg.
De vunze trap voerde omhoog
Schimmen van fietsers langs het raam.
Vol stof en grauwe spinnerag.
 
Dáár was de weg, de verlossing
Krraa riep het gekke mannetje
Ik tuimelde de trap weer af
Doodsbang, en ’t water spatte.