Maandelijks archief: april 2015

Ad den Besten overleden

Deze week overleed Ad den Besten (1923-2015), zie Tzum.

In de jaren vijftig publiceerde Hans Warren twee dichtbundels in de befaamde Windroosreeks van Ad den Besten. Eerst, in 1951, Eiland in de stroom, daarna Vijf in je oog in 1954. Tot de publicatie van een derde bundel kwam het niet meer. Die bundel zou Onteigening gaan heten maar werd door Den Besten afgewezen.

In zijn dagboek schrijft Warren daarover: ‘Hiermee zijn Ad en ik van elkaar af. Ik hoor wel niet in die christelijk-ethische hoek van Ad (…) thuis, maar ik zal mijn dichterlijke mentor missen.’ (GD 1954 – 55, p. 180). Het gedicht ‘Onteigening’ zou verschijnen in de bundel Said, die in 1958 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs won van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Het was al met moeite dat Den Besten Vijf in je oog had uitgegeven. Hij was bang voor een “schaamteloze en naakte expositie van homosexualiteit”, schreef hij aan Warren (nawoord Een vriend voor de schemering). Mede om die reden had hij het jaar daarvoor Warrens roman Een vriend voor de schemering afgewezen. Deze roman verscheen postuum in 2005.

Het graf van Maria Dermout

Martin van der Kamp is het zwerven langs plekken die in het leven en werk van Warren van belang zijn, nog zeker niet moe! In deze aflevering bezocht hij Noordwijk aan Zee om op de begraafplaats aan de Oude Zeeweg het graf te fotograferen van schrijfster Maria Dermout.

28 juni – Donderdag. In de krant gelezen dat Maria Dermout gestorven is. (…)

30 juni – om half tien vanmorgen is Maria Dermout begraven in Noordwijk aan Zee.
Op dat moment schreef ik:

OP DE HOOGVLAKTE
bij het sterven van Maria Dermout

Het bergpad op, sneller aflerend.
De serene stenen. De lucht
die ’t lijf ontleedt. Ontmanteld
ook de geest, een getal,
berekenbaar.
Geen deernis om het lommer
onder kenaribomen.
Geen glimlach
om de ijle rook uit de vulkaan.
Geen vragen. Geen weten. Zwijgen.
Op de hoogvlakte, steeds stijgend,
de serene stenen, berekenbaar;
kristal, kenbaar;
uiteenvallend,
éénwordend,
vindbaar in eeuwigheid

4 juli 1962. De rouwbrief betreffende Helena Antonia Maria Elizabeth Dermout-Ingerman is gekomen en een krabbel van Ettie: ‘Dank voor het gedicht, ik herlees het telkens en “vind” dan iets.’

GD 1958-1962, p. 174



Uit de nalatenschap van Hans Warren – deel 38: Henk Kranenkamp

Momenteel werkt Mario Molegraaf aan de biografie van Hans Warren. Op zijn ontdekkingstocht door het leven van Warren stuit hij regelmatig op interessante vondsten. Op de eerste dag van elke maand deelt hij zo’n vondst met de bezoekers van onze website.


Vanaf 1987 speelde hij een rol in Hans Warrens leven en dagboek: Henk Kranenkamp van galerie Semar aan de Schiedamseweg in Rotterdam. Een geweldige, dwaze winkel zoals hij een geweldige, dwaze man was. Op de benedenverdieping verkocht hij wierook in duizend bedwelmende soorten, sieraden voor een paar dubbeltjes, Boeddhabeelden vers uit de fabriek. Via een steile trap bereikte je een etage met het echte werk, maskers, beelden en juwelen waaraan ook beroemde handelaren zich vergaapten. Nog weer hoger bereikte je zijn woonvertrekken en uiteindelijk een zolder met geheime kisten vol wonderbaarlijke wajangpoppen. Hij werd een soort hofleverancier, we schaften vele prachtige voorwerpen uit Indonesië bij hem aan. Misschien de bijzonderste staan op deze plaatjes, maar ga ze vooral in het echt bekijken in de wonderkamers van het Zeeuws Museum te Middelburg waar ze een tijdelijk thuis hebben. De figuur met de woeste pruik kreeg vanwege de uiterlijke gelijkenis al snel de bijnaam ‘Boudewijn Büch’. In werkelijkheid stelt het beeld uit Bali, bijna levensgroot, de gulzige Cupak voor. De aapjes, vermoedelijk uit de achttiende eeuw daterend, zijn door Henk Kranenkamp zelf meegebracht uit Madiun, Oost-Java. Ze vormden onze eerste aankoop bij hem, meteen bij de eerste ontmoeting in augustus 1987. Wat een kennis van zaken had hij, ik heb ongelooflijk veel van hem geleerd. Maar hij beschikte ook over allerlei andere talenten, zijn stadstuin was een oase, hij knutselde de fraaiste kerststallen in elkaar, de rijsttafels die hij bereidde waren verrukkelijk. En dan zijn sublieme verhalen, bijvoorbeeld over de aap Popov die hij ooit als huisdier hield maar de huisraad niet eerbiedigde. Wat verschrikkelijk dat ik over Henk Kranenkamp in de verleden tijd moet spreken, onlangs is hij overleden, in Rotterdam, de stad waar hij in 1943 werd geboren. Kort na Hans Warrens dood ging ik bij hem langs en hij vond precies de juiste woorden. Het toppunt van troost waren nieuwe, nog grappiger versies van de verhalen over Popov. De jaren daarna bleven de bezoeken aan de Schiedamseweg speciale momenten. Nooit meer Henk Kranenkamp, het is bitter. Zo veel kon hij en zo weinig kreeg hij van het leven terug. Ik zou afscheid van hem willen nemen met de laatste woorden die Hans Warren aan hem wijdde, in een dagboekaantekening van 18 oktober 2001: ‘Arme goeie Henk, je zou hem zo graag een plezier doen.’

Mario Molegraaf