Tijdens zijn leven is Warren lange tijd bevriend geweest met de kunstenaar Rudolf Hagenaar. Warren was een groot bewonderaar van zijn werk. Bij uitgever Art Revisited verschijnt op 31 maart Rudolf Hagenaar. Leven en werk, geschreven door Jan Stassen.
Uit de flaptekst:
Rudolf Hagenaar (1927, Soerabaja – 2006, Goes) werkte van 1954 tot zijn pensioen als tekenleraar op het Goese Lyceum in Zeeland. Zijn hele leven tekende en schilderde hij, maar hij heeft lange tijd niet willen exposeren. De belangrijkste reden daarvoor was dat Hagenaar niet wilde schilderen om te verkopen. Hij maakte wat hij mooi vond, zonder zich te storen aan de heersende smaak.
Na een modernistische opleiding in Amsterdam, en een periode waarin hij oude meesters – van Caravaggio tot Vermeer – navolgde, kwam Hagenaar in het begin van de jaren zeventig tot een eigen stijl van figuratie. Zijn geïsoleerde mensfiguren en klassieke bouwwerken zijn teruggebracht tot hun meest pregnante aanwezigheid, hun volume scherp afgetekend in de omringende ruimte. Deze overweldigende aanwezige vorm roept vragen op. Waarom is dit zo weergegeven? Gaat het Hagenaar om volmaakte proportionering en schoonheid, of huilt hier de wind van de tijd? Of is het allebei? In dat geval zijn de woorden van de criticus Hammacher van toepassing: hier schildert iemand ‘met het geluk van de vervoering en het oude leed van de eindige werkelijkheid in de blik van de ogen’.
Zie: Uitgeverij Van Gorcum