Maandelijks archief: januari 2011

Jeroen Willems zingt-zegt Warren in Orfeo

Het gedicht ‘Orpheus’ van Warren speelt een belangrijke rol in de voorstelling ‘Orfeo’ die Jeroen Willems en slagwerkgroep Track op dit moment spelen (in januari en februari nog enkele data in Den Haag en Haarlem). In ‘Orfeo’ worden verschillende interpretaties van de mythe over Orpheus en Eurydice gecombineerd – waaronder dus die van Warren. De uitvoering vorige week in de Amsterdamse Stadsschouwburg – inclusief een op het toneel bereide Italiaanse maaltijd – werd op verschillend plekken lovend besproken.

Warren publiceerde zijn gedicht ‘Orpheus’, als deel van een ‘In memoriam A. Roland Holst’, in 1978 in de bundel Een otter in Americain. (Die bundel werd als De vondst in het wrak opgenomen in de Verzamelde Gedichten).

Orpheus

Wij, die het zingen verleerd zijn
– zelfs de lier verklonk, de klacht
echoot slechts bij harpen –
wij spreken, stamelend
tegen de wind aan zee, of onder
het ruisen van de bomen, steeds
van hetzelfde, een paradijs,
gedroomd, verloren? en daarin
die ene, te mooi en te volmaakt,
even gezien, gekust
voorgoed verspeeld.

Wandelen door het Gooi met Van Eeden en Van Deyssel

Na Hart van mijn land ik ben terug publiceren wij dit voorjaar opnieuw een wandelboek in de reeks van Uitgeverij Bas Lubberhuizen: Het beste mijner paradijzen: wandelen door het Gooi met Van Eeden, Van Deyssel en anderen.

De tekst uit de voorjaarsaanbieding van de uitgever:

Dankzij de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort in 1874 werd het Gooi een creatieve broedplaats voor schrijvers, schilders, wereldverbeteraars en dichters. Het werd ook een populaire streek voor veel Tachtigers. In dit boek volgen we vooral twee van hen, Van Eeden en Van Deyssel.

De wandel- en fietstochten in deze literaire reisgids voeren langs de laatste resten van Van Eedens utopie, de kolonie Walden, en in Hilversum langs locaties uit de jeugd van Van Deyssel. In Baarn staat het monumentale huis dat Van Deyssel cadeau kreeg van zijn vrienden, maar waar hij diep ongelukkig was. Onderweg ontmoeten we volop andere schrijvers en dichters. Bekende namen, zoals Louis Couperus, Willem Kloos, Herman Gorter en Carry van Bruggen, maar ook tijdgenoten met een vergeten oeuvre. Welke dichter wurgde zijn vrouw met een laken? Wie speelde graag cricket? En waarom trok de schrijver Adriaan van Oordt in zijn hut op Walden middeleeuwse kleren aan?

Het beste mijner paradijzen biedt aan de hand van dagboeken, brieven, romanfragmenten en poƫzie een (hernieuwde) kennismaking met de rijke Nederlandse literatuur aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw.