In oktober verschijnt bij Uitgeverij Balans het 17e reguliere deel vanWarrens Geheim Dagboek, dat handelt over de jaren 1987-1990. Wij kunnen vandaagalvast het omslag van het nieuwe deel presenteren, alsmede de flaptekst en een exclusieffragment uit het nieuwe dagboek.
Stormachtige jaren voor Hans Warren, stormachtige jaren in zijn Geheimdagboek. Januari 1990, de orkaan die Nederland teistert zorgt voor angstige uren inhet huis aan het Pijkeswegje waar Hans Warren zijn eigen wereld had gebouwden waarin hij op zijn eigen manier naar de wereld keek. Hij bewondertGorbatsjov en verafschuwt Madonna. Tijdens enkele intense kunstreizen spreekt hij verfrissende meningen uit:’Een vroegbloeier was Rembrandt niet bepaald, je zou tegen iemand die zulkwerk vertoonde zeggen: jongen, kies jij een ander vak.’ Even onbevangenspreekt hij over de Nederlandse literatuur, waarbij heel wat pseudo-genieënworden ontmaskerd. Voor één keer mengt hij zich nadrukkelijk in hetletterkundige leven: hij vertelt uitbundig hoe hij het als jurylid voor deAKO-prijs voor elkaar kreeg dat zíjn favoriet werd bekroond. Vooral zijn de aantekeningen een dagelijkse afrekening met zichzelf: wat benik waard? ‘Alle winnaars in het leven zullen om me lachen’, schrijft hij.Maar soms waant de schrijver zich wel degelijk een winnaar: ‘Nog steeds diedankbare stemming. Zomaar, om niets en om alles.’ Het is echter bedreigdgeluk. Bijvoorbeeld omdat zijn partner Mario verliefd wordt op een ander.Stormen waarvoor nergens beschutting is te vinden. Een boek waarin jewindkracht 11 voelt.
11 februari 1988. Deze week toen ik naar bed wilde gaan, had ik geen zin menog eens vies temaken toen ik een slak in de badkamer zag. Ik had juist de fles aftershavein de hand, om ervan af tezijn spoot ik een straal op het beest. Ik werd gestraft voor m’n wreedheid.Dat slakje lag daar zo zieligdat het was of ik zijn vreselijke pijn voelde, diep medelijden doorstroomdeme, ik vond mezelf heelslecht. Doodmaken, akkoord, maar uit gemakzucht martelen? Ik heb alles opzijgelegd en het dier uitz’n lijden verlost. Opeens was hij mijn broeder, die slak. Nog steeds zie ikdat opgerolde figuurtje voorme, weerloos en lijdend. Ik stel me de brand voor van de alcohol die zijnhele lijf doortrok. Hoe kon ik dat doen? (Geheim Dagboek 1987-1990)