Jaarlijks archief: 2003

Gelijk het gras

De bundel met interviews van Alex Verburg (zie nieuws 18 februari), Gelijk het gras, ligt intussen alweer een week in de boekwinkel. Het boek past dan ook prima bij het thema van de boekenweek: in alle interviews komt het thema van de vergankelijkheid aan bod. Dat geldt zeker ook voor het interview met Hans Warren, dat plaatsvond op 18 mei 1998. Het gaat over de gedichten die Warren en Molegraaf kozen voor hun bloemlezing Ik heb alleen woorden, maar ook over de poëzie van Warren zelf, zoals het gedicht dat hij schreef over de dood van zijn moeder.

Ik vind het verschrikkelijk jammer dat ze zo jong is gestorven; ze was zevenenvijftig, ze had kanker. Ik heb het gevoel: wat heb ik je toch weinig gekend, wat heb ik toch weinig van je geweten. (…) Het is allemaal voorbij. Ik heb nog een Jugendstil-tegel uit de stoep van het huis. Het huis zelf is niet meer te vinden. Volkomen verdwenen. Maar ik zou het zo kunnen betreden, ik weet nog helemaal de weg in een huis dat niet meer bestaat.

Warren vertelt ook het verhaal van een bezoek dat hij bracht aan het sterfbed van een bewonderaarster van zijn werk. Alex Verburg vraagt hem of hij niet dagelijks wordt geconfronteerd met zijn eigen vergankelijkheid door samen te leven met een zo veel jongere partner.

Ja, dat heb je in zo’n extreem samenleven. (…) Er zijn een heleboel dingen die ik niet meer kan en die ik ook niet meer wil; of eventueel nog wel wil, maar doodgewoon omdat ik ze niet meer kan, niet meer wil. (…) Natuurlijk zou ik Mario nog vele jaren willen meemaken, maar dat kan niet. En dingen die niet kunnen die zie je onder ogen en dan blijkt dat toch van een te verwerken aard te zijn. Want eigenlijk weet je het al zo lang.

Het interview besluit met het gedicht De Zwartkoptuinfluiter, dat ons gedicht van de maand december was.

Interview met Ria Zifkamp


Vandaag leggen bewonderaars bloemen op het graf van hun favoriete schrijver. Schrijvers als Louis Couperus, Gerrit Achterberg en Annie M.G. Schmidt ontvangen vandaag “een ode aan de doden”. Op het graf van Hans Warren, op de Algemene Begraafplaats in Borssele, werd een jaar lang elke twee weken een boeket gelegd. De bloemen waren van Ria Zifkamp – door Warren “mijn allertrouwste fan” genoemd.”Ik was waanzinnig verliefd op die geest”, zegt Ria Zifkamp. Klik op het onderstaande plaatje voor het complete interview met de vrouw die vanaf 1990 tot zijn dood met Warren correspondeerde.

Niets dan goeds. Over bekende doden


Ter gelegenheid van de Boekenweek verscheen bij uitgeverij Bert Bakker Niets dan goeds. Over bekende doden. De overledenen die in deze bundel aan bod komen hebben één overkomst. Ze zijn allemaal tussen december 2001 en december 2002 overleden. In Niets dan goeds, samengesteld door Gerlof Leistra en Liesbeth Wytzes, vertelt Mario Molegraaf over de dood van Hans Warren en over zijn eigen leven in 2002. Openhartig vertelt hij over een nieuwe liefdeservaring, de eerste die hij met een vrouw mocht beleven. Ook staat hij stil bij zijn arbeidszaam leven met Warren, waarin een wekkertje centraal stond. Dat ging elke werkdag af om 23.34.

Boekenweek


Gisteravond is met het Boekenbal in de stadsschouwburg van Amsterdam de Boekenweek begonnen. Eregast was Warrenfan Ronald Giphart die overigens ook het boekenweekgeschenk schreef. Het thema van de Boekenweek is Styx: leven en dood in de letteren. In het Boekenweekmagazine worden in dit kader Geheim dagboek 2001 en de bloemlezing Ik heb alleen woorden genoemd. Schrijver Thomas Verbogt gaat in Het Parool op zoek naar sterfscènes in de literatuur. Vanzelfsprekend behandelt hij ook Warrens laatste dagboek: Natuurlijk zijn er wel schrijvers die in de uiterste nabijheid van de dood proberen te beschrijven wat hen overkomt. Het slot van het laatste deel van Geheim Dagboek 2001 van Hans Warren, dat vorig jaar verscheen, maar als je gefascineerd bent door wat zich op de ultieme momenten afspeelt, of zou kunnen afspelen, dan is ook dit boek teleurstellend. Niet alleen omdat Warren ver weg blijft van ultieme momenten, maar ook omdat zo schrijnend duidelijk wordt dat er mensen zijn die in de medogenloze schaduw van de dood niets anders rest dan te blijven zeuren.