Jaarlijks archief: 2003

Joost Zwagerman over stront in de literatuur

In De Gids van april (166e jaargang, nr 4) behandelt Joost Zwagerman het onderwerp stront in de Nederlandse letterkunde. De titel van zijn stuk luidt: Het gemeenste wat het netvlies kan raken. Hij onderscheidt vier categorieën poep. Onder categorie 1, stront uit de eerste bron, valt voor Zwagerman Geheim Dagboek 2001. Het hartverscheurendste over stront uit de eerste bron las ik bij Hans Warren. Zwagerman meent dat Warren op zijn eenentachtigste overleed (hij was tachtig). Bovendien laat hij Warren door twee buurmannen overeind geholpen worden, terwijl er in Geheim Dagboek toch echt maar sprake is van één buurman. Het stuk bestaat verder uitsluitend uit citaten (Geheim Dagboek 1945-1948, 1978-1980 en 2001). (met dank aan Nelleke Maljaars)

Verfilming Steen der Hulp – vervolg

Op 6 maart en 23 maart jl. besteedden we aandacht aan de verfilming van Warrens novelle Steen der hulp door de Vlaamse filmmaker Bavo Defurne (release in 2004). Nieuws is er op dit moment niet te melden. Wel hebben we inmiddels een kopie van de verklaring die Hans Warren op 18 maart 1998 aan Defurne stuurde, waarin hij hem toestemming geeft om het boek te verfilmen. Warren noemt Defurne in deze brief “een zeer goede lezer” van Steen der Hulp en “de aangewezen man” om het te verfilmen. Ook wijst hij op de “onmiskenbare verwantschap” tussen zijn eigen werk en Defurne’s films. Klik op het plaatje voor de volledige brief.

Een gedicht voor Hans Warren – vervolg

Sinds kort zoeken we naar gedichten die zijn opgedragen aan Hans Warren (zie nieuws 6 april jl.). Na onze ontmoeting met Andreas Oosthoek kunnen we daar een gedicht aan toevoegen. In juli 1977 verscheen in Maatstaf het nu volgende gedicht van hem voor Hans Warren. St. Ouenje mag me gerust vragen hoe het was.het was bijna middag op het grote kerkhoftoen we elkaar aankeken achter het muurtje,jij met een vaas waar water in moestik met alleen maar mijn handen.je had net je broer begraven weggestopt tussen een vreemd volk.verderop stond je familieverdoft, nog niet aan het idee gewend.later heb ik tegen je aangehurktergens in barbès waar het naar pis stinkt,zware knoflook en de luizen om een plaatsje vechten.ik heb tegen je aangehurkteerst met later zonder je familieen gedacht dat het niet zou kunnenjij en ik op een nog noorderlijker kerkhofmet een leeg vaasje in de regen.voor hans

Met Andreas Oosthoek door het land van Warren

Gisteren hadden wij een ontmoeting met Andreas Oosthoek, hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant. Ruim veertig jaar zijn Oosthoek en Warren bevriend geweest. We hebben gedrieën rondgereden door de streek waar Warren en Oosthoek zijn opgegroeid. Tijdens de rondrit deelde Oosthoek met ons zijn herinneringen aan Warren. Het complete interview met Oosthoek verschijnt binnenkort op de site.

Het verdwenen interview van Martin Ros met Hans Warren – vervolg

Zoals we eerder deze week berichtten, hebben we de hand weten te leggen op het “verdwenen” interview van Martin Ros met Hans Warren (zie Geheim Dagboek 2001, p.65). Het filmpje zelf blijkt te groot om op onze site te zetten, daarom volgt vandaag een samenvatting. De maker van het filmpje is Kick Stokvis.

Na een opname van Warren die zijn gedicht Thuiskeer in Zeeland voorleest, zien we Martin Ros achter het stuur van zijn auto, op weg naar Zeeland, vertellen over de veelzijdigheid van Warren (en van hemzelf). Het eigenlijke interview begint met de constatering van Martin Ros dat Zeeland “twee dingen in één” is: aan de ene kant luchtig en frivool, aan de andere kant zwaar religieus, bevindelijk. Of Warren die zware kant ook nog in zich heeft?Warren: Nee, die is er zelfs nooit geweest. Mijn vader en moeder waren areligieus. Ze hebben mij zelfs nooit laten dopen. Dat was in zo’n dorp een soort schande. Ik ben naar een lagere school gezonden met een zeer, zeer rode hoofdonderwijzer. Ik moest het later maar eventueel met dat geloof uitvechten, maar dat is er nooit van gekomen. Nooit enige last ook van gehad.Ros ziet een merkwaardige tegenstelling tussen Warrens areligiositeit en het feit dat Mario Molegraaf, ten tijde van zijn eerste ontmoeting met Warren, theologie studeerde. Maar Mario vertelt dat hij dat studeerde uit belangstelling, uit filosofische overwegingen, dat hij al “totaal ongelovig” was toen hij aan de studie begon.


Warren vertelt over twee publicaties die op dat moment nog moeten verschijnen: Een stip op de wereldkaart en Om het behoud der eenzaamheid. Aanknopend bij die laatste titel wijst Ros op de geïsoleerde positie die Warren altijd heeft ingenomen, terwijl hij tegelijk (door zijn publicaties, dagboeken en brieven) toch ook gericht is op de buitenwereld. Dat isolement is niet verdwenen toen Mario in zijn leven kwam. “Met z’n tweeën, maar afgesloten van de rest van de wereld.”

Ros probeert een periodisering in Warrens werk aan te brengen. In het eerste deel van zijn leven, en werk, hunkerde hij naar een ander leven, dat hem in het tweede deel van zijn leven ook is toegevallen. Maar Warren merkt op dat dat “andere” leven hem ook in het eerste deel van zijn leven al is toegevallen. Mario brengt een andere periodisering aan.Als je een periodisering wil aanbrengen dan is er allereerst die enorm wilde, gevaarlijke Parijse periode. Vervolgens de terugkeer naar Zeeland, waar de poëtische productie stokt. Een familiaire inzinking. Het wonderbaarlijke van Hans vind ik dat eind jaren zestig, te beginnen met Tussen Hybris en Vergaan in 1969, ineens een nieuwe jeugd begint. Opnieuw een enorm wild leven, met een enorm aantal gedichten in de jaren zeventig.Warren: Sinds ik Mario ken, ben ik helemaal niet meer wild.

Martin Ros houdt een lang en vurig pleidooi voor de publicatie in boekvorm van een keuze uit Warrens letterkundige Kronieken uit de PZC. “Jouw geschiedenis van de Nederlandse literatuur.” Maar de twee heren tonen weinig belangstelling voor het plan. Het gesprek gaat verder over Warrens vertaling van De Sade. Bert Bakker sr. vroeg me: Wat is het meest schandalige, zedenloze boek dat je kent? Dat moet je dan vertalen. Mario noemt het een ever-seller. Volgens hem zijn ook Warrens dagboeken ever-sellers, althans de eerste delen, die al aan hun 12e druk toe zijn.

Martin Ros leest Bij Marathon voor. Het laatste stukje van het interview gaat over Warrens boek Nachtvogels (1949).Ros: Jij hebt ook een boek over vogels geschreven, he? Dat is nooit teruggevonden. Bestaat dat nog?Warren: Het bestaat nog. Maar ik heb zelf alleen een herdruk. Thomas Rap heeft het zelf vernietigd.Molegraaf: nou ja, met goede bedoelingen.Warren: Ja, maar ik was het kwijt. Ik heb er zelf nooit meer een teruggevonden.Drie weken voor zijn dood zou Warren toch nog een exemplaar van het boek in handen krijgen. Zie hier.