Maandelijks archief: mei 2003

Warren in Awater en De Poëziekrant

Twee poëziebladen besteden in hun laatste nummer aandacht aan Warren. In Awater schrijft Tom Kellerhuis een kort en weinig diepgravend stukje over Mario Molegraaf als de muze van Hans Warren. In De Poëziekrant staat een uitgebreide en positieve bespreking van Warrens Verzamelde Gedichten door Elke Brems (zie foto).

Mario’s overpeinzing in de PZC

Deze week schreef Mario Molegraaf een persoonlijk getinte recensie over de dichtbundel Yo! de liefde van Maria van Daalen. Hij prijst haar poëzie die hij uitbundig en uitzinnig noemt. Maar dan volgt een interessante passage. De macht van de liefde te mogen ervaren is voor slechts weinigen weggelegd. Die gelukkigen mogen rekenen op de kilte, de bemoeizucht, de afgunst, de betweterij, de wrok van de anderen. Je hebt iets wat zij nimmer zullen hebben. Bepaalde reacties op de wending in mijn leven getuigen hiervan, een donkere rand aan lichtere dagen. Ik vrees dat Maria van Daalen vergelijkbare reacties zal krijgen op de wending in haar werk. Maar ze raken ons niet, ze raken ons nooit. Wij die boven de grijsheid van het alledaagse zijn getild. Wij die de hemel op aarde kennen. Wij die kunnen roepen: Yo! de liefde.(De berichten uit de PZC kwamen tot ons dankzij Niek Oele)

Hans over Hans

Afgelopen donderdag stond er in de PZC een groot artikel over Hans Verhagen en de tentoonstelling in het Letterkundig Museum ter gelegenheid van zijn 65e verjaardag. In dat artikel was een subartikel opgenomen met de titel: “Hans over Hans”. Warren wordt daarin de eerste criticus genoemd die het talent van Verhagen heeft onderkend. (Warrens gedicht Voor een jonge dichter was geschreven voor Verhagen.) Verder worden er nog wat stukken uit de dagboeken geciteerd en wordt duidelijk gemaakt dat de waardering van Warren voor Verhagen in de loop van de jaren nogal wisselde. Verhagen beklaagt zich over Warrens opmerkingen. Over de bundel Triomfantelijke wandelingen (2000) van Verhagen was Warren aangenaam verrast. Laatste zin van het artikel: Benieuwd wat Warren, terugblikkend, van de in Eeuwige vlam verzamelde gedichten zou hebben gevonden.

Poetry International brengt hommage aan Kavafis

Tijdens de aankomende 34e editie van Poetry International wordt een speciale avond gewijd aan de gedichten van K.P. Kavafis. Op deze avond wordt gebruik gemaakt van de vertaling door Hans Warren en Mario Molegraaf. Mario zal ingaan op de betekenis die Kavafis’ gedichten voor hem hebben gehad. De dichters Yoryis Pavlópoulos, Rob Schouten, Izzidden Al- Manasrah, Iman Mersal en Uday Prakash lezen hun favoriete gedicht en lichten hun keuze toe. Verder wordt op deze avond het filmgedicht Ithaka van Leendert Pot vertoond, gebaseerd op het gelijknamige gedicht. Ook is een deel van een documentaire uit 1983 van Maria Koutsouri over de Griekse dichter te zien waarin tijdgenoten over hem vertellen. De muziekgroep Palio-Paréa zingt gedichten van Kavafis. De presentatie van het programma is in handen van de Griekse dichter Charis Vlavianós. (Deels Engels gesproken.)Donderdag 19 Juni, Stadsschouwburg Rotterdam, kleine zaal, aanvang 20.00 uur.

Altijd op zoek naar samenhang: Gesprek met Kathy van der Pas en Steven van de Raadt

Geheim Dagboek 17 maart 2001:

’s Middags zouden we naar Kathy en Steven gaan voor een voorbezichtiging van hun nieuwe tentoonstelling. We waren tegen vieren in Rotterdam en zijn er tot een uur of zes gebleven. Ik was slecht in vorm, kon nauwelijks een been verzetten, en ze hebben de ongelukkigste op- en afstapjes, de moeilijkste trap. (…) Ze hadden interessante aanwinsten. We kochten een paardje van de Bozo. Verder een metalen armband van ineengesloten slangen. Een juweel uit de Graslanden in Kameroen, stellig eind 19de eeuw, zo niet ouder. M. viel nog voor een Lobi-bronsje: een wijfje met in verhouding enorme handen en voeten, ik denk een heksenmepper. Op de valreep zagen we een wonderlijk terracotta-beestje van de Fali, waarschijnlijk een rat. Alleen dat laatste voorwerp mochten we al meenemen, de rest kon niet worden gemist voor de expositie.

Ondanks ‘de ongelukkigste op- en afstapjes’ en ‘de moeilijkste trap’ brachten Warren en Molegraaf ook in Warrens laatste jaar regelmatig een bezoek aan de Galerie van Kathy van der Pas & Steven van de Raadt. Niet alleen voor het kopen van Afrikaanse kunstvoorwerpen, maar zeker ook vanwege de vriendschap die zich in ruim tien jaar tussen hen had ontwikkeld.

 

Eerste kennismaking

Kathy: We zijn in het najaar van 1990 gestart met de galerie. In 1991 zijn Hans en Mario voor het eerst hier geweest. Hun eerste aankoop was een zwart leren Etheopië-schild. Ik zie ze nog staan voor dat schild. Maar wij wisten helemaal niet wie zij waren. Sindsdien kwamen zij regelmatig en het was altijd heel plezierig. Toen zaten we een keer rond de tafel – het was misschien 1 of 2 jaar later – en toen zei hij: ‘Jullie weten waarschijnlijk niet wie ik ben. Ik ben Hans Warren, de dichter/schrijver.’ Zaten we daar, met onze mond vol tanden! Wij zijn altijd zo met Afrikaanse kunst bezig dat de rest er nog wel eens bij in schiet. Dus we zijn ons maar eens gaan verdiepen: wie hebben we nou hier? Ik ben zijn dagboeken gaan lezen en Steven, iets later, ook. En elke keer als er een nieuw deel was, bracht hij dat mee.

Steven: Ze brachten regelmatig hun eigen publicaties mee. Ook een keer een bundeltje van Kavafis. Schi-tte-rend. Ik wist niet was ik las. Er ging echt een wereld voor me open. Eén gedichtje, daar kon ik een uur van genieten. Dan pas las ik het volgende. Gewoon snoepen, werkelijk.

Vriendschap

Kathy: Ja, en toen zijn we bevriend geraakt. Als ze wat kochten, dan gingen we met elkaar uit eten. De ene keer betaalden wij, de andere keer zij. Vaak brachten we hun aankopen naar Zeeland, dan bezochten we daar een restaurant. Andere keren namen zij hun aanwinsten zelf mee. Soms gingen we zomaar langs.

Steven: Ik heb dat eigenlijk nooit zo bewust meegemaakt hoe zich die vriendschap ontwikkelde. Mario is nu bezig met die verhuizing, dus die is heel veel aan het opruimen. Hij zei dat er iets van 40 brieven van ons liggen. Ik kan me daar niets bij voorstellen, ik dacht dat het er hooguit 10 waren.

Kathy: Ze kwamen vaak langs. Naar openingen maar ook wel als ze toch in de buurt waren. De laatste jaren kwamen ze niet meer naar de openingen, omdat dat voor Hans niet meer ging. Maar dan verzonnen ze altijd iets om eerder te kunnen komen. Dan belde Hans bijvoorbeeld: ‘Kunnen we nog even langskomen?’ Dan bleek dat ze nog in Kloetinge zaten, ’s avonds om 7 uur of zo.

Het logo van de galerie: een Ikenga-figuur uit Nigeria

 

Warren en Afrikaanse kunst

Steven: Wat zijn nu typische Warren-stukken? Neem nou zo’n dier met al zijn kracht samengebald. Ik vind dat typisch een Hans-stuk. Een ander zegt: wat is dat toch voor gek dier? Misschien een hyena of zo. Terwijl het daar helemaal niet over gaat. Het is gewoon een krachtig dier. Dat soort zaken zijn soms moeilijk over te brengen. Zo’n stuk is een inspiratiebron voor hem. Bijvoorbeeld een heel klein schildpadje. Dan zeggen we: geef maar aan Hans, dan is het veilig. Dat weet je van te voren. Er zit een bepaalde emotie in en die pik je op of niet. Een ander zou denken: ach, gewoon een schildpadje.

Kathy: Het was toch wel heel breed wat ze verzamelden. Ze deden het ook samen. Ze waren het niet altijd met elkaar eens. Er waren ook heel veel stukken bij waarvan ik echt niet zou kunnen zeggen waarom ze dat kochten.

Steven: We hadden ook wel voorwerpen uit hun collectie in bruikleen. Zoals op de Ghana-tentoonstelling ter gelegenheid van 300 jaar betrekkingen Nederland-Ghana. Een aantal ervan staat ook in de catalogus; Mario ging direct tellen hoeveel er van hen was opgenomen. Hans heeft een stuk over die tentoonstelling geschreven voor de PZC. Dat kwamen ze ’s avonds nog brengen. Tijdens die tentoonstelling is Hans overleden.

Houten lepel uit Ghana uit de collectie Warren (foto: Studio Buitenhof, Den Haag)

 

We deden ook wel eens een beroep op hem als we weer iets met een vogel hadden. Dan stuurden we een foto aan Hans en dan vroegen we hem: wat is dit voor vogel? Ik heb net nog een brief gevonden, naar aanleiding van dit voorwerp. Heel mooi oud ijzer. Meesterwerk op zich. Maar voor Hans was natuurlijk die vogel interessant.

Kathy en Steven bij de staf met vogel en de brief die Warren hen erover stuurde

 

Samenhang

Steven: Heel veel Afrikaanse kunst is communicatief, het drukt iets uit, het heeft een bepaalde werking op mensen, dat is de functie ervan. Dat zijn allemaal krachten, die je wat kunnen zeggen. Als je met mensen praat over geneeskunst in Afrika, over “kwade geesten” die verdreven moeten worden, dan zeggen mensen: die Afrikanen geloven in geesten, zielig. Maar als je met psychosomatiek bezig bent en je weet dat er zoveel factoren meespelen bij ziektes – psychologische en sociale factoren – dan weet je dat dat precies hetzelfde is als wat zo’n geneesheer bedoelt met geesten. Kathy en ik praten nu ook wel eens zo over mensen: die en die heeft een kwade geest bij zich.

Het gaat in de Afrikaanse geneeskunst niet alleen om de individuele patiënt, maar ook om zijn familie, zijn werk. Daar kunnen allemaal kwade geesten in zitten, dus ziekmakende factoren. Zo’n genezer kon zeggen: dat en dat moet hier anders. In Afrika is de macht van deze genezers tanende. Je vindt het nog wel in Suriname. Daar is die cultuur bevroren. Soms moet de hele familie uit Nederland komen voor de genezing van een patiënt. In het westen is de geneeskunst gefragmenteerd. Mensen denken nu in oorzaak en gevolg. Maar heel veel dingen kun je niet begrijpen als je denkt in oorzaak en gevolg in plaats van in samenhang. En dan kom je op de kern van Hans Warren terecht. Die was altijd bezig met verbindingen: wat heeft het een met het ander te maken? Ook als hij Afrikaanse kunst verzamelt, is hij toch weer bezig met andere dingen, zoals vogels of erotiek of noem maar op. In al zijn keuzes en voorliefdes vind je dat terug. Ik hoop dat dat ook uit de tentoonstelling zal spreken, die we samenstellen voor de Kunsthal Rotterdam in 2004.

Hans Warren heeft alles bewaard

Kathy: We zijn onlangs nog aan het Pijkeswegje geweest. Alle Wajang poppen waren net dat weekend afgestoft en ingepakt. Mario z’n vrouw, die heel aardig is en ook erg bezig is met die collectie, had al die poppen afgestoft. En dan zag je die hele wand met alleen nog de schaduwen van die wajang poppen. Toen hebben we ook de zolder gezien. Die bestaat uit heel veel verschillende kamertjes. Kamertje na kamertje helemaal vol. Mario is al vanaf augustus bezig. Hans heeft nooit iets weggedaan.

Steven: Ik zeg tegen de conservator van de Kunsthal, die over de tentoonstellingen gaat: we hebben een goed bericht en een slecht bericht. En dat is één en hetzelfde bericht: Hans Warren heeft alles bewaard. Het is wel mooi, hoor. Bijvoorbeeld die Engelse soldaat waar hij zo verliefd op was: een heel foto-album met alleen foto’s van hem.

Kathy: Alles wat literatuur is gaat naar de Zeeuwse Bibliotheek. Mario wil daar ook een deel ongesorteerd naar toe brengen en het dan daar uitzoeken, want het is gewoon te veel. Een deel houdt hij zelf, maar alle manuscripten gaan naar de bibliotheek. De kunst gaat mee naar hun nieuwe huis in Wassenaar.

Steven: Maar dan zie je wel dat dat huisje, ja, dat het eigenlijk niets is. Als je er alles uit haalt, blijft er helemaal niks van over. Dat wordt vandaag of morgen natuurlijk afgebroken, dat kan niet anders. We zijn heel blij dat Mario door de omstandigheden automatisch toch al weggaat, want dat was anders echt een drama geworden. De nieuwbouw rukt op. Die bewoners daarvan wilden bijvoorbeeld ook dat de koekoek die daar zat, doodgeschoten werd, want die maakte lawaai. De kippen stonken, dus die boer moest zijn kippen wegdoen. Nou, zegt Mario, ik heb de fijnste neus van Nederland maar ik ruik niks. Ze zijn ook wel eens hierheen gevlucht voor die nieuwbouw. Toen kwamen ze een woensdagmiddag hier zitten. Gevlucht voor het kabaal. Lekker rustig in Rotterdam.

Tentoonstelling Kunsthal 2004

Kathy: Al vrij snel na Hans’ overlijden vroeg Mario ons om een tentoonstelling samen te stellen uit alle verzamelingen van Hans. Hij wilde het vrij snel doen, niet over vijf jaar, omdat hij door wil gaan met zijn leven en het rouwproces wil afsluiten. Wij hebben de Kunsthal benaderd met die vraag. Met de conservator zijn we naar het huisje van Hans en Mario gegaan. Hij was er heel enthousiast over.

Steven: We werken voor de tentoonstelling samen met andere mensen, omdat wij alleen met Afrika weten wat we doen. Maar er is ook veel Aziatische kunst bij. We gaan zoveel mogelijk dingen met elkaar verbinden. Hans was iemand die bijvoorbeeld heel mooie muziek hoorde en daar dan een gedicht bij ging maken. Hans houdt van vogels en dan gaat hij honderden vogeltekeningen maken. Die zijn er ook allemaal nog. En als hij dan Delfts-blauwe tegeltjes gaat verzamelen, dan zijn dat natuurlijk weer vogel-tegeltjes. We hebben een hele mooie serie ontdekt. Dat zijn de leuke dingen. Niet alleen het object, maar: wat doet Hans ermee? Dat zal toch de hoofdmoot worden van de selectie voor de Kunsthal. Zo heeft hij bij een tekening van Dirk van Gelder geschreven over het onderwaterleven in de Schelde. Ik heb geprobeerd om mensen te vinden die een koudwateraquarium kunnen maken van de Schelde. Maar dat lukte niet. Dat vraagt dagelijks onderhoud en daar hebben ze het te druk voor. Net iets te moeilijk dus dan gaat het niet door. Maar dat soort dingen.

Tachtigste verjaardag: afscheid

Geheim Dagboek 22 november 2001:
Het mooiste cadeau kwam van Kathy en Steven: een bronzen hondje van de Lobi, een geweldige aanwinst op ons Lobi-altaar, een tegenhanger van het ridgeback-hondje dat we eens bij Groen kochten.(…) Ik heb ook zelf kort gesproken. Ik las (…) ‘Atié’ omdat het beschreven beeldje van Kathy en Steven afkomstig is.

Atié

Onverwacht stapte je
bij ons binnen, prinsesje
op sierlijke sandaaltjes,
naakt op een lendenschort na.
Roodgloeiend onder
je zwarte huid.
Je haar pas gevlochten,
je borstjes zo pril.
Tederheid ben je.
We moeten wennen
aan je gratie,
kennen je kracht
noch je gebied.

Kathy: Zijn 80e verjaardag was het afscheid. Dat voelden we zo. Hij was heel blij dat hij dat nog had meegemaakt. Hij was zo broos en zo dankbaar. We hadden als cadeau een klein hondje meegenomen. Dat vond hij helemaal geweldig, dat wisten we wel. Hij genoot erg van het feest. Hij bleef maar zeggen: ‘Lieve vrienden, ik ben zo gelukkig vandaag.’

Dat feest is echt een hoogtepunt voor hem geweest. Daarna was het snel afgelopen. Dat was voor heel veel mensen duidelijk, behalve voor Mario. Mario wilde het niet zien. Dan waren ze hier en dan moest Hans die trap op. Hij dreef hem echt die trap op. Daar is ook wel wat voor te zeggen: Hans moest ook beweging hebben. Als iemand niks meer doet, kan hij ook niks meer.

Steven: Op een bepaald ogenblik kregen we een telefoontje van een verontwaardigde, een ontzette Mario: ‘Hans is dood.’ Zo van wat gebeurt me nou? Maar god Mario, hij was al heel lang stervende. Dat hele spanningsveld.

Kathy: We hadden nog wel eens met een verjaardag geschreven: Hans, je blijft toch nog wel een poosje bij ons? Maar op een gegeven moment denk je, dat mogen we helemaal niet doen, dat mag je gewoon niet van hem vragen. Dat deden we niet meer, het was afgelopen, het was niet anders.

Steven: De begrafenis heeft Mario heel mooi geregeld, dat heeft hij allemaal zelf gedaan. De toespraak die hij hield… toen kwam de echte kracht van Mario naar voren. Wij zeiden wel eens: dat je dat allemaal aangaat, op die manier. Hij zegt: ‘Ja kom, Plato gaan vertalen en dan op cruciale momenten in het leven er niet staan?’ Dat gaat niet samen wat Mario betreft.

Die enorme verwevenheid tussen Mario en Hans, dat heeft Hans aan het leven gebonden. Hans vroeg zich geregeld af hoe het na zijn overlijden met Mario zou gaan. Hij was natuurlijk nooit zelfstandig geweest. En hij kon wel eens kinderlijk zijn. Die verregaande mate van verwevenheid, dat hebben wij natuurlijk ook sinds we met de galerie zijn begonnen. De hele godganse dag samen. Dat gaat heel ver. In het begin hebben we wel gedacht dat redden we niet. Zo onzettend veel dicht bij elkaar zijn.

Kathy: Het is heel raar om in Hans’ huis rond te lopen nu hij er niet meer is. We zijn daar vlak na zijn overlijden ook geweest. Kijken hoe het met Mario ging. Hans lag daar opgebaard in zijn werkkamer. Hij zat ook altijd in diezelfde stoel. Toen we er de laatste keer waren moest ik in die stoel gaan zitten, maar ik voelde dat ik daar helemaal niet in hoorde.

© 2003 Interview Ronny Boogaart & Eric de Rooij
Het gesprek dat wij met Kathy van der Pas en Steven van de Raadt hadden, vond plaats op 22 mei 2003.